Waarom de milieubeweging het ggo-dossier mag loslaten

(Voor een recentere update, zie On GMOs and effective environmentalism.)

Jarenlang heb ik actie gevoerd tegen genetisch gemanipuleerde organismen (ggo’s). Maar net zoals milieuactivisten zoals Mark Lynas[1] en bezorgde wetenschappers zoals Bill Nye[2] ben ik recent van mening veranderd. Al geruime tijd begaf ik me in kringen van rationeel-wetenschappelijke skeptici die zich verzetten tegen allerlei vormen van pseudowetenschap, zoals alternatieve geneeswijzen (bv. homeopathie), complottheorieën, klimaatontkenning, aidsontkenning en het antivaccinatiegeloof (het geloof dat vaccins slecht zijn voor de gezondheid). Af en toe hoorde ik van die wetenschappelijk ingestelde skeptici een kritiek op de houding van de milieubeweging tegenover ggo’s. Dus besloot ik om me eens even in het onderwerp te verdiepen en te kijken welke argumenten die skeptici hebben.

Ik besloot hetzelfde te doen als wat de milieubeweging doet in verband met de klimaatopwarming: kijken of er een wetenschappelijke consensus bestaat die gebaseerd is op de meest betrouwbare wetenschappelijke studies zoals systematische reviews en meta-analyses gepubliceerd in toonaangevende peer reviewed topvakbladen zoals Nature en Science. Binnen een paar uur brokkelde mijn anti-ggo houding volledig af. Het ene na het andere bezwaar tegen ggo’s dat ik ooit van de milieubeweging hoorde, werd weerlegd. En ik kwam tot het inzicht dat de strategie en de houding van de milieubeweging op het vlak van ggo’s beangstigend sterk lijkt op de strategie en de houding van klimaatontkenners, net de groep waar de milieubeweging zich zo sterk tegen verzet. (De analogie tussen anti-ggo activisten en klimaatontkenners gaat niet helemaal op: de wetenschappelijke studies over de veiligheid van ggo’s vertonen vaak belangenconflicten  zoals sponsoring door de industrie, terwijl de wetenschappelijke studies over de gevaren van de verbranding van fossiele brandstoffen niet hetzelfde niveau van belangenconflicten hebben. Als het gaat om klimaatverandering, gaat de wetenschappelijke consensus in tegen de belangen van de fossiele brandstoffenindustrie, iets wat de onafhankelijkheid van de wetenschap waarschijnlijker maakt. Bij ggo’s daarentegen sluit de wetenschappelijke consensus over de veiligheid goed aan bij de agenda van de voedingsindustrie en de grote bedrijven.)

Mijn standpunt is samengevat: 1) Er is geen reden om specifiek tegen ggo’s te zijn, want de huidige ggolandbouw is een tikkeltje beter dan de conventionele landbouw. 2) De milieubeweging mag het woord ‘ggo’ schrappen uit haar communicatie, want de problemen van de huidige ggo’s zijn ook problemen bij de conventionele landbouw. 3) Het zou best kunnen dat sommige ggo’s een extra positieve bijdrage kunnen leveren in een duurzame agro-ecologie, een kennisintensieve landbouw die duurzamer en rechtvaardiger is dan de conventionele landbouw, want er zijn veel mogelijke toepassingen van ggo’s denkbaar. 4) Onafhankelijke academische wetenschap is het best geplaatst om te bepalen welke vormen van onderzoek het meeste potentieel heeft. 5) Belangenvermenging tussen universiteiten en bedrijven is gevaarlijk en creëert een terecht wantrouwen.

De wetenschappelijke consensus

Door te kijken naar uitspraken van wetenschappelijke instellingen, kunnen we al snel zien dat er een wetenschappelijke consensus is over de veiligheid en voordelen van ggo’s op het vlak van gezondheid, milieu en sociale rechtvaardigheid. Volgens die consensus zijn er geen aanwijzingen dat een landbouw die gebruik maakt van de huidige commerciële ggo-gewassen (en van potentiële gewassen in ontwikkeling, mits goed getest) schadelijker zouden zijn dan een conventionele landbouw zonder ggo’s en dat een landbouw met ggo’s misschien wel voordelen kan bieden ten opzichte van conventionele landbouw.

Wie gelooft dat ggo’s onveilig zijn, moet dus ten strijde gaan tegen onder andere de American Association for the Advancement of Science, de American Medical Association, de United States National Academy of Sciences, de American Phytopathological Society, de American Society for Cell Biology, de American Society for Microbiology, de American Society of Plant Biologists, de Council for Agricultural Science and Technology, de European Academies Science Advisory Council, de French Academy of Science, de Union of German Academies of Sciences and Humanities, de Royal Society of London for the Improvement of Natural Knowledge, de International Council for Science en de World Health Organization.[3] Tegen een dergelijke wetenschappelijke massa ingaan is te vergelijken met de klimaatontkenners die tegen het IPCC en vele andere wetenschappelijke instanties ingaan.[4]

De anti-ggo argumenten weerlegd

Naast het lezen van de uitspraken van al die wetenschappelijke instanties was er nog een tweede element dat mijn anti-ggo houding sterk onderuit haalde: een paar recente grote review studies. De eerste is een meta-analyse van 147 studies, gepubliceerd in de Public Library of Science (PLoS ONE)[5] en de tweede is een review van wel 1783 studies.[6] Hoe zit het dan met de bezwaren die de milieubeweging uit tegen ggo’s?

Geen hoger pesticidengebruik

Volgens de meta-analyse in PLoS ONE zouden ggo’s het gebruik van chemische pesticiden met 37% hebben doen dalen. Die daling blijkt statistisch significant te zijn. Het is dus onwaarschijnlijk dat de huidige ggo-landbouw een hoger pesticidengebruik kent dan conventionele landbouw. De daling is vooral te zien bij insectenresistente gewassen (Bt-gewassen die zelf een insectengif aanmaken). Bij herbicidentolerante ggo’s (de RoundUp Ready gewassen) is er geen statistisch significante daling van de hoeveelheid pesticiden, maar de herbicide glyfosaat in RoundUp is minder schadelijk dan vele andere herbiciden die in de conventionele landbouw zonder ggo’s gebruikt worden en werden (zoals atrazine), dus in termen van giftigheid (volgens een Environmental Impact Quotient) is er misschien wel een daling van pesticiden bij herbicidentolerante ggo’s (hoewel het nog onduidelijk is of het een statistisch significante daling betreft).[7]

Hoe zit het dan met de zogenaamde superonkruiden die resistent worden tegen pesticiden? Zowel in de conventionele landbouw als in de ggo-landbouw zien we een stijgend gebruik van pesticiden omdat er in beide vormen van landbouw ongewenste planten resistent worden. Er zijn geen goede aanwijzingen dat er in een ggo-landbouw sneller en meer superonkruiden ontstaan dan in een conventionele landbouw. Reeds voor de komst van herbicidetolerante ggo’s ontstonden er onkruiden die resistent zijn tegen herbiciden. En in conventionele landbouw gebruikt men ook maïs die resistent is tegen de herbicide Atrazine (dat volgens EPA misschien iets giftiger is dan glyfosaat), dus ggo’s zijn niet de enige herbicidentolerante gewassen. Hoewel er nog te weinig goede wetenschappelijke gegevens beschikbaar zijn, zijn er een paar aanwijzingen dat de stijging van opkomende superonkruiden en de stijging van herbicidengebruik bij ggo-landbouw ongeveer even groot is (of een tikkeltje lager) dan bij conventionele landbouw.[8]

Herbicidentolerante gewassen hebben een aantal nadelen. Het grootste nadeel is waarschijnlijk dat ze niet kunnen ingeschakeld worden in een polycultuur. Het gebruik van een herbicide beschadigt immers de andere nuttige planten in een polycultuur. Herbicidentolerante gewassen zijn dus niet compatibel met agro-ecologie. Een tweede nadeel is dat ze nog steeds afhankelijk zijn van pesticiden. Het zou beter zijn om landbouwtechnieken te hebben die geen pesticiden nodig hebben. Een derde nadeel, in het bijzonder voor huidige glyfosaatresistente soja, is dat het glyfosaat enkele belangrijke eigenschappen van de plant reduceert. De soja is  minder weerbaar tegen schimmels en kan minder goed stikstof fixeren.

Geen hogere impact op de biodiversiteit

Ggo’s hebben geen hogere impact op de biodiversiteit dan conventionele gewassen. Sommige overzichtsstudies vergelijken de impact op biodiversiteit (op het niveau van het gewas, de boerderij en het landschap) tussen ggo-landbouw en conventionele landbouw en komen tot de conclusie dat ggo’s waarschijnlijk een lagere impact hebben op de biodiversiteit.[9] Een meta-analyse in het topvakblad Science stelde vast dat er op velden met insectenresistente ggo’s (Bt-gewassen) meer onschadelijke ongewervelde diersoorten (bv. insecten en spinnen) zijn dan op velden waar insectengif gesproeid wordt.[10] De Bt-ggo’s maken zelf insectengif aan, dus voornamelijk de schadelijke insecten die van het gewas eten worden getroffen. Bij het sproeien van Bt-insectengif worden veel meer insectensoorten getroffen, inclusief insecten die niet schadelijk zijn.

Uit de studie blijkt dat de diversiteit van onschadelijke ongewervelden het hoogste is op landbouwgronden waar helemaal geen insectengif gebruikt wordt. Maar dat wil nog niet zeggen dat insecticidenvrije landbouw het beste is voor het milieu, want vaak zijn de opbrengsten van een insecticidenvrije landbouw lager, waardoor er meer oppervlakte nodig is voor dezelfde hoeveelheid voeding en er dus meer natuurgebieden opgeofferd moeten worden voor landbouw. En de biodiversiteit van akkerlandbouw is veel lager dan van natuurgebieden. Trouwens, de biologische landbouw is niet insecticidenvrij: in de biolandbouw mag er ook gesproeid worden met Bt-insectengif. Daardoor kan biolandbouw zelfs schadelijker zijn dan ggo-landbouw op het vlak van diversiteit van ongewervelde diersoorten. De milieu-impact van ggo-landbouw is lager dan van conventionele landbouw. Maar het verschil tussen ggo en bio is misschien niet zo groot, want de milieu-impact van biolandbouw komt ook dicht in de buurt van conventionele landbouw. Hoewel er geen kunstmest en minder pesticiden worden gebruikt in de biolandbouw, heeft de biolandbouw meestal lagere opbrengsten (een lagere landgebruikefficiëntie) en heeft ze daardoor op veel vlakken een hogere milieu-impact (meer ontbossing, CO2-uitstoot en eutrofiëring) per kilogram product.[11] Daarentegen hebben huidige ggo’s een 22% hogere gewasopbrengst dan conventionele gewassen en dus een lager landgebruik.[12]

De drie redenen waarom de huidige ggo-landbouw beter is voor de biodiversiteit dan conventionele landbouw die ook gebruik maakt van monoculturen en pesticiden – en soms beter is dan biolandbouw – zijn: 1) het lagere pesticidengebruik en de lagere toxiciteit van de gebruikte pesticiden, 2) de hogere opbrengsten per hectare waardoor er minder natuurgebieden moeten sneuvelen voor landbouw, en 3) de lagere mate van grondbewerking (ploegen). Herbicidentolerante gewassen laten toe om ongewenste planten te vermijden zonder de bodem te moeten omploegen. Het omploegen van de bodem (een gangbare praktijk in conventionele en biolandbouw) is niet goed voor het milieu, want het leidt tot minder opslag van CO2 in de bodem (dus minder buffer tegen klimaatopwarming), meer gebruik van brandstoffen voor werktuigen, meer bodemerosie, meer uitlogen van nutriënten en chemicaliën (dus meer eutrofiëring en giftige stoffen in rivieren) en meer verstoring van het bodemleven.

We kunnen eigenlijk van geluk spreken dat onze veeteelt gebruik maakt van ggo’s, want stel dat we evenveel veeteelt zouden hebben en evenveel veevoeders zouden invoeren van Zuid-Amerika, maar dat het conventionele gewassen zijn. Dan zijn de opbrengsten van die gewassen lager waardoor er nog meer wouden zouden sneuvelen voor veevoederplantages. Op die plantages zouden waarschijnlijk meer en schadelijkere herbiciden gebruikt worden. Of er zou meer bodembewerking zijn waardoor er meer brandstofverbruik is, er meer schadelijke chemicaliën uitlogen en in de rivieren terecht komen, er meer bodemerosie is en er meer CO2 uit de bodem vrijkomt.

Geen economische ravage voor arme boeren

Door ggo’s zouden de winsten van boeren met 68% gestegen zijn.[13] En vooral de arme boeren in de ontwikkelingslanden kennen de grootste winsten. Dat komt vooral door de hogere opbrengsten van ggo’s in het zuiden.

Sommige activisten, onder wie Vandana Shiva, beweren dat het gebruik van Bt-katoen in India leidde tot een verhoogd aantal zelfdodingen bij arme boeren. Maar er zijn geen aanwijzingen dat ggo’s op zich de oorzaak zijn van de boerenzelfdodingen in India.[14] Het aantal zelfdodingen bij boeren is zelfs een heel klein beetje afgenomen na de komst van Bt-katoen. Er zijn daarentegen wel aanwijzingen dat ggo’s in India bijdragen aan plattelandsontwikkeling en armoedebestrijding (ook bij arme boeren en vrouwen).[15] Boeren die ggo’s gebruiken worden ook minder blootgesteld aan schadelijke pesticiden dan boeren die conventionele landbouw bedrijven.[16]

Geen hogere gezondheidsrisico’s

Er zijn geen sterke aanwijzingen dat de huidige ggo’s ongezonder zijn dan conventionele gewassen.[17] En er is een sterke consensus bij medische wetenschappers dat ggo’s geen hogere bedreiging vormen dan conventionele gewassen. De veiligheidstests voor ggo’s zijn meestal strenger dan voor nieuwe gewassen met conventionele plantenveredelingtechnieken, en het ziet ernaar uit dat daar geen reden toe is. De wetenschappelijke consensus is gebaseerd op honderden onafhankelijke studies die geen belangenconflicten kennen en niet gesponsord werden door de ggo-industrie.[18] Ongeveer de helft van de ggo-studies is onafhankelijk.[19] (Een aantal studies die wijzen op gevaren van ggo’s – bv. die van Gilles-Eric Séralini[20] – werden wel gefinancierd door sommige milieuorganisaties.)

Jammer genoeg wordt er nog vaak verwezen naar onbetrouwbare, pseudowetenschappelijke studies. Zo verwijst een petitieartikel dat de wetenschappelijke consensus in twijfel trekt[21] een paar keer naar de rattenexperimenten van Gilles-Eric Séralini[22] en de varkensexperimenten van Judy Carman.[23] Dat petitieartikel werd ondertekend door meer dan 300 onderzoekers, maar deed mij te sterk denken aan het beruchte Oregan Global Warming Petition Project dat ook door een paar honderden klimaatsceptische wetenschappers werd ondertekend.[24]

De Séralini-studies zijn erg controversieel.[25] De wijze waarop Séralini media-aandacht trok, wordt sterk bekritiseerd door collega wetenschappers. Het artikel dat in 2012 verscheen in het wetenschappelijk tijdschrift Food and Chemical Toxicology werd door datzelfde tijdschrift in 2013 teruggetrokken wegens te onbetrouwbaar. Daarop besloot het tijdschrift Environmental Sciences Europe zonder verdere peer review het artikel te herpubliceren. Environmental Sciences Europe – het tijdschrift dat ook het bovenvermelde petitieartikel publiceerde evenals andere anti-ggo artikels – verliest daarmee veel geloofwaardigheid.

De varkensstudie van Judy Carman is nog erger. Zoals Mark Lynas aantoonde[26], is dat artikel geschikt als didactisch materiaal voor lessen statistiek en wetenschapsfilosofie, omdat het heel veel statistische valstrikken en pseudowetenschappelijke problemen bevat. Dat artikel werd gepubliceerd in het Journal of Organic Systems, een tijdschrift dat aan onafhankelijkheid inboet omdat het gesponsord wordt door de Organic Federation of Australia. Het is schrijnend om vast te stellen dat vele milieuorganisaties verwijzen naar onbetrouwbare en onethische dierproeven om de gezondheid van ggo’s in twijfel te trekken, en dat we ook bij hen strategieën zien die doen denken aan de pseudowetenschappelijke en misleidende strategieën van klimaatontkenners.

Er zijn aanwijzingen dat sommige ggo’s gezondheidsvoordelen kunnen bieden. Bt-maïs zou lagere concentraties van kankerverwekkende mycotoxines hebben in vergelijking met conventionele maïs. Volgens een meta-analyse heeft Bt-maïs 30% lagere concentraties mycotoxines.

Ggo’s worden getest op gezondheid, en gezondheidstests kunnen altijd beter. Maar gewassen van conventionele veredeling worden niet zo zwaar getest. Zo kwamen er bijvoorbeeld giftige Lenape aardappelen en selder op de markt, producten van conventionele veredeling.

Meer monopoliemacht van zaadmultinationals?

Mede dankzij ggo’s hebben zaadmultinationals, in het bijzonder Monsanto, een grote monopoliemacht verworven. De vraag is of dat de schuld is van de ggo-technologie. Ook op (de resultaten van) andere plantenveredelingstechnieken kan men patenten opleggen. En sommige onderzoeksinstellingen (universiteiten) die ggo’s ontwikkelen zijn niet van plan er dure patenten voor aan te vragen. Een gevaar van een anti-ggo houding is wel dat het de grote bedrijven kan bevoordelen, omdat die wel in staat zijn om aan de strenge regels te voldoen. Kleinere spelers hebben minder speelruimte door de weerstand tegen ggo’s. We mogen hieruit natuurlijk niet concluderen dat de milieubeweging schuld heeft aan de monopoliemacht van multinationals, want de milieubeweging heeft haar best gedaan om die macht te verbreken. Het toelaten van ggo’s van multinationals zal de monopoliemacht van die multinationals nog vergroten.

Het probleem van monopoliemacht is een probleem van patentering, niet van ggo’s. Tegen ggo’s zijn omwille van patentering is hetzelfde als tegen medicijnen zijn omwille van patentering. Net zoals bij medicijnen zijn er naast patenten nog alternatieve of complementaire prijsmechanismen mogelijk om onderzoek en ontwikkeling te bevorderen.[27] Als we de patenten op de huidige ggo’s zouden afschaffen, zou er meer concurrentie komen tussen de bedrijven waardoor de prijs van ggozaden daalt en er dus meer ggo’s gaan geteeld worden. Kritiek geven op patenten is dus een vorm van promotie van ggo’s.

Het is tragisch dat goede producten (bv. ggo-gewassen en medicijnen) uitgevonden en ontwikkeld worden door grote bedrijven (bv. zaadmultinationals en farmaceutische bedrijven) die als het ware een meervoudige persoonlijkheidsstoornis hebben en zowel veel goede als veel slechte dingen doen. Door de slechte dingen die ze doen (manier van patenteren, studies vervalsen, resultaten manipuleren, politici omkopen, liegen over schade van producten) riskeren ze hun goede producten in een slecht daglicht te brengen. In een editoriaal in Nature wordt duidelijk gesteld dat ggo’s beloftevol zijn, op voorwaarde dat het onderzoek en de ontwikkeling buiten de industrie gebeurt. 

De huidige commercieel gebruikte en geteste ggolandbouw is dus waarschijnlijk iets beter dan de conventionele landbouw. Daaruit volgt niet dat de huidige ggolandbouw volledig duurzaam en milieuvriendelijk is: er is nog altijd gebruik van pesticiden en monocultuur. We kunnen nog beter doen. Een combinatie van ggo’s met agro-ecologie zou misschien nog milieuvriendelijker kunnen zijn en kansen bieden voor arme boeren. Als we gezondheid, sociale rechtvaardigheid en biodiversiteit waarderen, dan is het in ieder geval niet rationeel om sterker tegen ggo’s te zijn dan tegen conventionele landbouw.  De problemen zitten niet bij de ggo’s op zich, maar wel bij de patenten en pesticiden.

Niet onnatuurlijk

Horizontale genenoverdracht zoals bij genetische manipulatie is niet onnatuurlijk, want in de natuur komt het ook voor door middel van virussen. Zo zijn er aanwijzingen dat wij mensen wel meer dan 140 genen hebben die afkomstig zijn van andere soorten (zoals algen, schimmels en bacteriën) en die we waarschijnlijk verkregen hebben door horizontale genenoverdracht. Vele van die verworven genen zijn nuttig voor ons. Wij zijn dus minstens 140 keer genetisch gemanipuleerd geweest.

De gevaren van acties tegen ggo’s

Er zijn een aantal gevaren verbonden aan een anti-ggo houding. Hier zijn enkele voorbeelden.

Ggo-vrij diervoeder

Sommige milieuorganisaties voeren actie tegen ggo-veevoeders en vragen aan de veeteeltsector om over te schakelen op ggo-vrije gewassen. Maar als we niets doen aan de productie- en consumptiehoeveelheden, dan kan een overschakeling naar ggo-vrije veevoeders schadelijker zijn voor het milieu: meer landoppervlakte (dus meer ontbossing), meer pesticidengebruik en meer bodembewerking.

De Zambiaanse hongersnood

Mede door acties van de milieubeweging besloot de Zambiaanse overheid tijdens een hongersnood in 2002 om haar hongerlijdende bevolking geen toestemming te geven genetisch gemanipuleerde maïs te eten die gedoneerd werd door de VS. Daardoor stierven vele mensen. Dit is vergelijkbaar met de kinderen die ziek worden en sterven aan vermijdbare ziektes door de invloed van de antivaccinatiebeweging. Antivaccinatiegelovigen trekken de wetenschappelijke consensus over de veiligheid van vaccins in twijfel en weigeren hun kinderen te laten vaccineren. Daardoor stierven meerdere kinderen aan bv. polio en de mazelen.

Gouden rijst

Mede door acties van de milieubeweging wordt de teelt van gouden rijst verhinderd. Gouden rijst is genetisch gemanipuleerd zodat ze in staat is om vitamine A aan te maken. Elk jaar gaan er in arme regio’s meer dan 2 miljoen gezonde levensjaren verloren door een vitamine A gebrek. Door de verbeterde gouden rijst te telen, zouden jaarlijks meer dan 100.000 gezonde levensjaren (Disability Adjusted Life Years of DALY’s) en meer dan 30.000 levens gered kunnen worden.[28] Aan een kostprijs van minder dan 20 dollar per geredde DALY is gouden rijst heel kostenefficiënt en meer dan tien keer goedkoper dan vitamine A supplementen. Men kan natuurlijk ook proberen om andere gewassen te telen en de bevolking in het zuiden meer voedsel te laten eten dat rijker is in vitamine A, zoals groenten en dierlijke producten (vis, melk, eieren, lever). Wat groenten betreft zou dat milieuvriendelijker kunnen zijn, want rijstproductie kent een hogere methaanuitstoot dan groententeelt. Maar er spelen veel meer economische en landbouwkundige elementen mee (bv. rond productiviteit en houdbaarheid van gewassen). De consumptie van dierlijke producten is in ieder geval geen goed alternatief, want het is nadelig voor de dieren, het milieu (grondstoffengebruik, vervuiling, overbevissing) en de gezondheid (verzadigde vetten, cholesterol, zoönotische ziektes). Het voordeel van rijst is dat het al basisvoedsel is in veel gebieden met een vitamine A tekort. Zoals wij de keuze hebben tussen volkorenbrood en geraffineerd brood, zo heeft men in het zuiden de keuze tussen verrijkte gouden rijst en gewone rijst. Volkorenbrood en gouden rijst hebben meer voedingswaarde. Het feit dat we ook gezondere groenten kunnen eten, is geen reden om tegen volkorenbrood of tegen gouden rijst te zijn.

Er is een klein risico dat gouden rijst voor een nog onbekende reden bij langdurige consumptie ongezonder is dan alle gangbare rijstvariëteiten en nieuwe variëteiten die via klassieke veredeling en evolutie ontstaan. Er is een klein risico dat gouden rijst beter dan ggo-vrije rijstvariëteiten in staat is om alle bestaande rijstvariëteiten wereldwijd te besmetten via kruisingen. Er is ook een kleine kans dat het verspreiden van die besmette kruisingen niet meer ongedaan gemaakt kan worden en dat de huidige variëteiten voorgoed verloren gaan. Tellen we die risico’s bij elkaar, dan is er een heel klein risico dat we straks onherroepelijk opgezadeld zitten met niets anders dan giftige rijst afkomstig van genetisch gemanipuleerde gouden rijst. De huidige wetenschappelijke kennis over geneninteracties, gezondheidseffecten, evolutie, kruising en veredeling geeft aan dat dit risico verwaarloosbaar klein is. Daarentegen zijn de gezondheidsvoordelen van gouden rijst voor miljoenen mensen wel zeer zichtbaar.

De potentiële voordelen van ggo’s

Ggo’s zullen het hongerprobleem niet oplossen, maar gezien de massale vroegtijdige sterfte door honger, de stijgende wereldbevolking en het massale verlies aan biodiversiteit, kunnen we maar beter alles uit de kast halen om milieuvriendelijkere en gezondere voeding te produceren. En daar passen ggo’s in. Of beter gezegd: het is aan de wetenschap om uit te maken welke combinatie van technieken (zoals genetische manipulatie of agro-ecologische methoden) het meest doeltreffend is om duurzame rechtvaardige landbouw te bevorderen. Onafhankelijke academische wetenschap is waarschijnlijk het best geplaatst om in te schatten welke vormen van onderzoek het meeste potentieel hebben. Sommige ggo’s zijn veelbelovender dan andere, net zoals sommige agro-ecologische methoden veelbelovender zijn dan andere. Waarschijnlijk is agro-ecologie het meest veelbelovend, maar dat wil niet zeggen dat ggo’s er geen plaats in kunnen hebben. Hier volgen enkele hypothetische voordelen van ggo’s.

Stikstoffixerende planten

Vlinderbloemigen (peulvruchten zoals soja en bonen) hebben de bijzondere eigenschap dat ze door een bacteriesymbiose stikstof kunnen binden. Daardoor hebben ze minder of geen stikstofkunstmest nodig. Stikstofkunstmest kost veel energie om te produceren (dus veel CO2-uitstoot van aardgas) en leidt tot eutrofiëring van zeeën (zuurstofarme dode zones aan de kusten). Sommige instellingen zijn op zoek naar een manier om gewassen zoals granen genetisch te manipuleren zodat die zelf hun stikstof kunnen fixeren net zoals de vlinderbloemigen.

Resistente planten

Bt-gewassen zijn bestand tegen insectenvraat. Maar insecten zijn niet de enige bedreigingen. Vele planten (granen, bananen, aardappelen,…) lopen risico om aangetast te worden door schimmels en virussen. Indien we die gewassen kunnen manipuleren zodat ze resistent worden tegen schimmels, dan zijn er veel minder fungiciden nodig om onze gewassen te beschermen. In Hawaï werd de papajateelt als het ware gered door genetisch gemanipuleerde papaja’s die resistent zijn tegen een virus dat dreigde de hele Hawaïaanse teelt aan te tasten. Dit is te vergelijken met immunisatie tegen virussen door vaccins. Net zoals ongevaccineerde kinderen meeprofiteren van vaccinaties, zo ook profiteren de bioboeren van de ggo-papaja: door de ggo-papaja wordt de verspreiding van het papajavirus tegengehouden.

Droogteresistentie

In vele droge gebieden is het moeilijk om aan landbouw te doen. Vaak is veeteelt dan een oplossing voor de voedselvoorziening. Maar die veeteelt heeft ook een ecologische schade door bijvoorbeeld overbegrazing van schrale graslanden en een hogere uitstoot van broeikasgassen. En veeteelt is een schending van dierenrechten. Dan is het interessant om gewassen te kunnen telen die bestand zijn tegen hitte en droogte en die dus in de plaats van gras kunnen groeien in droge gebieden. Die gewassen kunnen dan de veeteelt vervangen. Verder moeten we nog rekening houden met veranderende weerspatronen door de opwarming van de aarde. Vele gebieden gaan meer te maken krijgen met droogtes en dan wordt het moeilijk om straks 9 miljard mensen te voeden.

Zouttolerantie

Vele gewassen groeien niet goed op zoute bodems. Door irrigatie is er veel verzilting van de bodem. Indien men gewassen genetisch kan manipuleren zodat ze beter bestand zijn tegen zout, dan kunnen we op zoute bodems een hoge productiviteit halen.

Ploegloze landbouw

Ggo’s maken een ploegloze landbouw (niet-kerende grondbewerking) mogelijk of iets gemakkelijker. Dat heeft milieuvoordelen: minder bodemerosie, minder verstoring van bodemleven, minder uitlogen chemicaliën, minder eutrofiëring en minder brandstofgebruik voor machines.

Voedingswaarde

De genetisch gemanipuleerde gouden rijst is een voorbeeld van een ggo die de voedingswaarde van een gewas verhoogt. Naast een vitamine A gebrek hebben vele mensen een gebrek aan vitamine D, vitamine B12, omega-3 (EPA en DHA) en andere essentiële voedingsstoffen. Men zou gewassen kunnen telen die extra veel van die voedingsstoffen produceren. Zeker voor vegetariërs en veganisten is dat interessant. Een ggo-gewas dat veel omega-3 produceert kan vis vervangen en dus overbevissing verminderen. Een gewas dat vitamine D produceert is interessant voor mensen (met een donkere huidskleur) die op hoge geografische breedtegraden wonen en weinig zonlicht hebben. Vitamine D wordt door de huid in contact met UV-stralen van de zon aangemaakt, maar mensen in het hoge noorden hebben vaak te weinig zonlicht en een donkere huidkleur belemmert de aanmaak van vitamine D. Momenteel bestaan er reeds plantaardige en bacteriële bronnen van vitamine D, B12 en omega-3, maar het zou interessant zijn om hoogproductieve gewassen te hebben die deze voedingsstoffen produceren. Dan wordt een gezonde (plantaardige) voeding dankzij een ggo-landbouw veel eenvoudiger.

Naast een verhoogde voedingswaarde kan men op zoek gaan naar ggo’s die lagere hoeveelheden ongezonde stoffen bevatten. Zo bevat de huidige genetisch gemanipuleerde Bt-maïs vaak minder mycotoxines.

Voedselverspilling

Men kan proberen ggo’s te ontwikkelen die minder snel bederven. Door een verbeterde houdbaarheid kunnen die ggo’s bijdragen aan een vermindering van de voedselverspilling.

Waar mag de milieubeweging dan wel op focussen?

Op het vlak van landbouw en voeding is de strijd tegen ggo’s niet zo relevant, want ggo’s zijn beter dan conventionele gewassen. Ook het verschil tussen biologische en conventionele landbouw is vaak erg klein. En zeker wat dierlijke producten betreft heeft biologische veeteelt vaak een hogere milieu-impact dan conventionele veeteelt.[29] Biologische landbouw heeft vaak een lagere landgebruiksefficiëntie en daardoor vaak een hogere ecologische voetafdruk dan conventionele landbouw.

Wat kunnen we dan wel doen om de ecologische voetafdruk van onze voeding en landbouw te verminderen? Veruit de allerbelangrijkste maatregel is veganisme: een overschakeling van dierlijke naar plantaardige producten. In de onderstaande grafiek zien we de grote besparing op het vlak van ecologische voetafdruk (in m² per persoon) als een gemiddelde Belg (de rode balkjes) plantaardige alternatieven kiest voor dierlijke producten.[30]

besparingen voetafdruk voeding

Naast de hoge milieu-impact houdt de veeteelt ook ernstige risico’s in voor de volksgezondheid. Bij ggo’s is er vaak de vrees dat andere gewassen en wilde variëteiten ‘besmet’ kunnen worden met de ggo-genen, met een oncontroleerbare verspreiding als gevolg. Er zijn geen aanwijzingen dat dat bij de huidige ggo’s een ernstig risico is. Bij de veeteelt hebben we wel sterke aanwijzingen voor een oncontroleerbare verspreiding van iets schadelijks, namelijk antibioticaresistente bacteriën en zoönotische ziektes (die van dier op mens overgedragen worden).  Door de veeteelt wordt het risico op bijvoorbeeld een grieppandemie groter. 70% van de nieuwe en opkomende infectieziektes zijn zoönotisch.

Ggo’s kunnen de voedingswaarde van productieve gewassen verbeteren, waardoor men met een plantaardige voeding eenvoudiger voedingstekorten (vitamines D en B12 en essentiële omega-3 vetzuren) kan vermijden. Vandaar dat rationele, wetenschappelijk-skeptische veganisten ook voorstanders zijn van ggo’s in een veganistische landbouw.[31] Ggo’s maken een ploegloze landbouw mogelijk, waardoor minder dieren (die op of in de grond leven, zoals mollen, egels en veldmuizen) sterven, en waardoor er minder vissen in rivieren en zeeën worden bedreigd door eutrofiëring en uitloging van landbouwchemicaliën. Ggo’s kunnen hogere opbrengsten genereren, waardoor er minder verlies is van habitat voor dieren. Ggo’s kunnen in droge gebieden gebruikt worden om veeteelt te vervangen.

Ggo’s kunnen een aanwinst zijn in nieuwe milieuvriendelijke landbouwpraktijken zoals agro-ecologie (zie bv. een concreet voorbeeld van rijstteelt). Door ggo’s toe te passen in agro-ecologie kunnen we nog doeltreffender evolueren van een grondstoffenintensieve naar een kennisintensieve landbouw, een landbouw die weinig gebruik maakt van grondstoffen (kunstmest, pesticiden, grond, water, brandstof…) en weinig vervuilend is maar wel een goede kennis vereist van biologie en ecologie. Ggo’s zijn een verlengde van praktijken zoals permacultuur, waarbij men verschillende elementen (zoals insecten en planten, maar ook genen) op de juiste plaatsen bij elkaar brengt en rekening houdt met hun complexe onderlinge relaties om duurzaamheid en gezondheid  te bevorderen. Het gaat dus om het zoeken van de juiste combinaties, van genetisch niveau tot ecosysteemniveau. Dat is kennisintensief. Het is goed dat de milieubeweging zich reeds jarenlang laat inspireren door onder andere het gezaghebbende International Assessment of Agricultural Knowledge and Science for Development (IAASTD), een rapport opgesteld door 900 experten en ondersteund door verschillende VN-organisaties.

Waar de milieubeweging ook nog blijvend op mag focussen, is de gevaarlijke invloed van grote multinationals op de wetenschap en politiek. We moeten ervoor zorgen dat de universitair-academische wetenschap onafhankelijk en onpartijdig kan blijven werken en dat er geen belangenvermenging is (door bv. de financiering van leerstoelen door de industrie, het verkopen van universitaire spin-offs aan de industrie of de samenwerking met grote bedrijven).

Concreet zou de strategie van milieuorganisaties er als volgt kunnen uitzien: we voeren nog steeds acties tegen giftige pesticiden en dure patenten, tegen monoculturen en monopolies, tegen risicovolle veredelde gewassen en herbicidetolerante gewassen, zonder daarbij het woord ‘ggo’ te laten vallen. De titel kon misschien beter luiden: “Waarom de milieubeweging het woord ggo mag schrappen.” Dat het al dan niet om ggo’s gaat doet er niet toe. In de geneeskunde zijn er ook patenten, monopolies, grote farmabedrijven, risicovolle nieuwe producten en vervalste studies, maar dat is geen reden om tegen medicijnen te zijn (en ook niet tegen medicijnen zoals cholesterolverlagers of voedingssupplementen die in principe niet nodig zijn als men gezond eet en leeft).

Disclaimer: het zou een logische dwaling zijn om uit bovenstaande af te leiden dat men milieuorganisaties niet meer financieel moet steunen, want milieuorganisaties voeren nog wel degelijk actie voor agro-ecologie en tegen ongewenste praktijken van agromultinationals. Hetzelfde geldt voor politieke steun aan groene partijen. Niet-groene partijen zijn nog veel minder bezig met duurzame voeding en agro-ecologie.

Disclaimer 2: bovenstaande is mijn persoonlijke mening en reflecteert niet noodzakelijk de standpunten van de milieuorganisaties waar ik bij betrokken ben.

[1] http://www.marklynas.org/2013/01/lecture-to-oxford-farming-conference-3-january-2013/

[2] http://www.trueactivist.com/bill-nye-changes-his-mind-about-gmos-says-he-is-in-love-with-monsanto/

[3] http://www.skeptiforum.org/richard-green-on-the-scientific-consensus-and-gmos/

http://www.easac.eu/home/reports-and-statements/detail-view/article/plant-geneti.html

Zie ook http://rationalwiki.org/wiki/Genetically_modified_food

[4] http://geneticliteracyproject.org/2014/07/08/climate-change-vs-gmos-comparing-the-independent-global-scientific-consensus/

[5] Klümper W. & Qaim M. (2014). A Meta-Analysis of the Impacts of Genetically Modified Crops. PLoS ONE 9(11): e111629. http://journals.plos.org/plosone/article?id=10.1371/journal.pone.0111629

Deze meta-analyse voldeed aan bijna alle criteria van de International Food Information Council Study Evaluation Checklist.

[6] Nicolia A, Manzo A, Veronesi F, Rosellini D. (2014). An overview of the last 10 years of genetically engineered crop safety research. Crit Rev Biotechnol.34(1):77-88 http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/24041244

[7] Brookes G & Barfoot P. (2013) Key environmental impacts of global genetically modified (GM) crop use 1996–2011, GM Crops & Food: Biotechnology in Agriculture and the Food Chain, 4:2, 109-119. http://www.tandfonline.com/doi/full/10.4161/gmcr.24459

[8] Brookes G & Barfoot P. (2013)

http://geneticliteracyproject.org/2014/10/01/superweeds-confirm-failure-of-gmos-or-maybe-not-narrative-misleads-avoids-real-solutions/

[9] Janet E. Carpenter (2011) Impact of GM crops on biodiversity, GM Crops, 2:1, 7-23. http://www.tandfonline.com/doi/abs/10.4161/gmcr.2.1.15086

[10] Marvier M, McCreedy C, Regetz J, Kareiva P. (2007) A meta-analysis of effects of Bt cotton and maize on nontarget invertebrates. Science 316(5830):1475–7. http://www.sciencemag.org/content/316/5830/1475

[11] Mondelaers, K.e.a. (2009). A meta‐analysis of the differences in environmental impacts between organic and conventional farming. British Food Journal 111:10, pp.1098-1119. http://www.emeraldinsight.com/doi/abs/10.1108/00070700910992925

Tuomisto, H.L. e.a. (2012). Does organic farming reduce environmental impacts? – A meta-analysis of European research. Journal of Environmental Management  112, pp.309-320. http://www.sciencedirect.com/science/article/pii/S0301479712004264

[12] Klümper W. & Qaim M. (2014). A Meta-Analysis of the Impacts of Genetically Modified Crops. PLoS ONE 9(11): e111629. http://journals.plos.org/plosone/article?id=10.1371/journal.pone.0111629

[13] Klümper W. & Qaim M. (2014). A Meta-Analysis of the Impacts of Genetically Modified Crops. PLoS ONE 9(11): e111629. http://journals.plos.org/plosone/article?id=10.1371/journal.pone.0111629

[14] Gruère G. & Sengupta D. (2011). Bt Cotton and Farmer Suicides in India: An Evidence-based Assessment. Journal of Development Studies Volume 47, Issue 2. http://www.tandfonline.com/doi/abs/10.1080/00220388.2010.492863

http://www.nature.com/news/case-studies-a-hard-look-at-gm-crops-1.12907

[15] Subramanian A. & Qaim M. (2010). The Impact of Bt Cotton on Poor Households in Rural India. Journal of Development Studies Volume 46, Issue 2. http://www.tandfonline.com/doi/abs/10.1080/00220380903002954

[16] Bennett R., Morse S. & Ismael Y. (2006). The economic impact of genetically modified cotton on South African smallholders: Yield, profit and health effects. Journal of Development Studies Volume 42, Issue 4. http://www.tandfonline.com/doi/abs/10.1080/00220380600682215

[17] Nicolia A, Manzo A, Veronesi F, Rosellini D. (2014). An overview of the last 10 years of genetically engineered crop safety research. Crit Rev Biotechnol.34(1):77-88 http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/24041244

[18] http://gmopundit.blogspot.co.uk/p/450-published-safety-assessments.html

[19] http://genera.biofortified.org/wp/genera-announces-beta-test-launch

[20] Séralini, Gilles-Eric; Cellier, Dominique; De Vendomois, Joël Spiroux (2007). “New Analysis of a Rat Feeding Study with a Genetically Modified Maize Reveals Signs of Hepatorenal Toxicity”. Archives of Environmental Contamination and Toxicology 52 (4): 596–602.

[21] Hilbeck A. e.a. (2015). No scientific consensus on GMO safety. Environmental Sciences Europe.

[22] Séralini GE, Clair E, Mesnage R, Gress S, Defarge N, Malatesta M, et al. (2014). Republished study: long-term toxicity of a Roundup herbicide and a Roundup-tolerant genetically modified maize. Environ Sci Eur. 26(1):1.

[23] Carman JA, Vlieger HR, Ver Steeg LJ, Sneller VE, Robinson GW, Clinch-Jones CA, et al. (2013). A long-term toxicology study on pigs fed a combined genetically modified (GM) soy and GM maize diet. J Org Syst. 2013;8(1):38–54.

[24] http://en.wikipedia.org/wiki/Oregon_Petition

[25] http://en.wikipedia.org/wiki/S%C3%A9ralini_affair

[26] http://www.marklynas.org/2013/06/gmo-pigs-study-more-junk-science/

[27] Bv. het Health Impact Fund http://en.wikipedia.org/wiki/Health_Impact_Fund

[28] Stein A, Sachdev H.P.S. & Qaim M. (2006). Potential impact and cost-effectiveness of Golden Rice. Nature Biotechnology 24, 1200 – 1201. http://www.nature.com/nbt/journal/v24/n10/fig_tab/nbt1006-1200b_T1.html

Zie ook Wesseler J. & Zilberman D. (2014). The economic power of the Golden Rice opposition. Environment & Development Economics 19(6):724-742. http://journals.cambridge.org/action/displayAbstract?fromPage=online&aid=9402215&fileId=S1355770X1300065X

[29] Blonk, H. (2009) Naar een gecombineerde meetlat voor milieu en dierenwelzijn. Blonk Milieuadvies.

[30] Zie ook: Ecolife (2015) Halvering van de ecologische voetafdruk van België. http://do.vlaanderen.be/rapport-over-de-halvering-belgische-voetafdruk

[31] http://www.vegangmo.com

Dit bericht werd geplaatst in Blog en getagged met . Maak dit favoriet permalink.

87 reacties op Waarom de milieubeweging het ggo-dossier mag loslaten

  1. stein1332 zegt:

    Mooi en belangrijk, en goed in detail. Meer mensen binnen de rationele milieubeweging zouden zich moeten uitspreken tegen de focus van de milieubeweging op GGO’s. Er is gewoon geen enkele deftige aanwijzing dat GGO’s effectief giftig of gevaarlijk zijn. (Het feit dat de VS al jaren GGO’s toelaat en er geen significant hoger ziekte/sterftecijfer is gemeten zegt ook al veel.) Ik ben vaker in discussie geweest met GGO-activisten, en hun argumenten zijn vaak erg eenvoudig te weerleggen. Hun motivatie heeft meer met een irrationele drang naar ‘puurheid’ en een soort conservatieve ecologie te maken dan met deftig onderbouwde argumenten.

    Dat Europa nog nauwelijks GGO’s toelaat heeft evenwel een andere oorzaak dan wantrouwen richting GGO’s vanwege gezonheidsrisico’s, maar – als ik verschillende bronnen moet geloven – eerder omdat enkele EU-landen een ouderwets landbouwsysteem hebben en vrezen economisch te verliezen als GGO’s worden toegelaten: ze verliezen dan hun nu sterke concurrentiepositie aan landen die wel hun wetenschappelijke huiswerk hebben gedaan. De EU volgt een consensus-model dus deze paar landen hebben de macht de rest van de EU ook in een achtergestelde positie te trekken.

    Toch wantrouw ik Monsanto ten zeerste (ik denk niet onterecht, aangezien juist hun gebrekkig onderzoek bijvoorbeeld belangrijke aanleiding was Rules of Conduct voor wetenschappelijk onderzoek in te stellen) en vind ik hun monopolie-positie nogal onwenselijk. Maar, op zich volg ik je argument daarin wel dat juist die onredelijke tegenstand Monsanto in de kaart speelt omdat de wetgeving te streng wordt voor kleinere bedrijven.

    De strijd door milieu-bewegingen houdt best zo snel mogelijk op, want naast tijdverspilling maken ze zich er absoluut niet serieus mee.

  2. 8ballboris zegt:

    Ik ga met twee dingen niet akkoord. Laat ons beginnen met het belangrijkste: het gaat helemaal niet over GGO’s. Of beter: het kan niet gaan over GGO’s omdat GGO’s geen groep zijn. Genetische modificatie is een techniek. Zeggen dat GGOs veilig zijn, is zoals zeggen dat gestikte kleren veilig zijn. Of niet. Of veiliger dan gelijmde. Dat houdt geen steek.

    Ten tweede is genoegzaam aangetoond dat het pesticidenverbruik door sommige GGOs vermindert en door andere GGOs vermeerdert. In de VS slaat de totale balans over naar “meer pesticidegebruik”. Rapporten genoeg hierover, o.a. van verschillende landbouwverenigingen in de VS (dus de mensen die het toepassen en die er enkel in geinteresseerd zijn vanwege de economie van hun bedrijf). Wat meteen mijn eerste punt illustreert: het op 1 hoop gooien van een domme implementatie van GM zoals de roundup-constructen en de iets slimmere implementatie van GM zoals de Bt-constructen, is voor mij een bewijs dat je je niet genoeg verdiept hebt in de materie.

    Een verwijt dat ik evengoed naar de milieubeweging stuur. Ik vraag me trouwens nog altijd af waarom die niet protesteren tegen insuline. Dat wordt ook gemaakt door een GGO nu (een bacterie). En deze GGO wordt nooit vermeld, maar iedereen discussieert erover zonder het te beseffen. Waarmee ik dus terug kom op mijn eerste punt.

    Bovendien moet je nog eens door je lijstje publicaties gaan. Het GGO debat kan zelfs op wetenschappelijk niveau amper correct gevoerd worden, want de meeste gepubliceerde studies zijn gepubliceerd door de bedrijven zelf of door wetenschappers die nauw verbonden zijn met de bedrijven. Is dat belangrijk? Roundup van Monsanto meer dan 30 jaar is gezien als een van de veiligste pesticiden, ondanks de vele kankergevallen bij boeren die het gebruiken. Elke studie die aantoonde dat het kankerverwekkend was, werd weerlegd door een andere studie die het tegendeel bewees. De WHO heeft al die studies opgelijst, en ontdekt dat er een constante in zit: de studies aan onafhankelijke onderzoekscentra duiden op een gevaar, die van gelieerde wetenschappers of Monsanto zelf duiden op geen gevaar.

    Tenslotte mag je niet vergeten dat de discussie GGO of niet (naast onzinnig) ook te eng is. Het belangrijkste probleem van onze landbouw zijn niet de gewassen, maar de verzilting door teveel meststoffen, het afspoelen van de vruchtbare laag door versnelde erosie gelieerd aan monocultuur, de grotere gevoeligheid aan resistente plagen (eg pigweed in de VS, zoek maar op) enzovoort. GGOs zijn geen oplossing voor het voedselprobleem. Duurzame landbouw, al dan niet met GGO gewassen, is de enige mogelijke oplossing. Ja, je kan duurzame landbouw bedrijven met GGO gewassen. Maar niet met monoculturen van roundup-resistente mais.

    • stijnbruers zegt:

      De wetenschappelijke consensus over de stelling dat ggo’s veilig zijn, leek me wel eenvoudig te interpreteren: de huidige commerciële ggo’s zijn minstens even veilig (op vlak van gezondheid) als de conventionele gewassen. Het zegt dus niets over toekomstige en niet-commerciële ggo’s, want je kunt natuurlijk ook giftige ggo’s maken…
      Over dat pesticidengebruik: ja, die ene meta-analyse waar ik naar verwees liet zien dat er voor herbicidentolerante ggo geen statistisch significante verandering van hoeveelheid pesticiden is, dus een verhoging in bv. de VS kan best zijn. Als we rekening houden met relatieve toxiciteit van pesticciden, dan was er die andere studie die wel een daling liet zien bij herbicidentolerante ggo’s. De vergelijking wordt wel bemoeilijkt door toenemend aantal resistente ongewenste planten in zowel ggo- als commerciële landbouw. En we zouden ook moeten rekening houden met de globale milieu-impact, dus ook met factoren zoals landgebruiksefficiëntie en grondbewerking. Mijn punt is: als we rekening houden met al die vormen van milieu-impact, dan worden de verschillen tussen ggo- en conventionele landbouw erg klein. Dat terwijl er wel grote verschillen zijn tussen bv. veeteelt versus veganistische landbouw, tussen monoculturen versus agro-ecologie. Dus ik zou willen dat de milieubeweging zich dan volop focust op bv. veganistische agro-ecologie. En in die agro-ecologie kunnen ook ggo’s een extra bijdrage leveren om nog milieuvriendelijker te worden.
      Heb je een referentie naar dat onderzoek van WHO? Ik wacht momenteel nog af totdat de wetenschappelijke consensus bij het WHO, AAAS, NAS,… verandert. Het zou kunnen dat het zo overtuigend wordt dat het merendeel van betrouwbare onafhankelijke studies laten zien dat ggo’s ongezonder zijn dan conventionele producten. Het zou ook kunnen dat het zo overtuigend wordt dat onafhankelijke klimaatstudies geen gevaar van klimaatopwarming aangeven. Alles kan veranderen in de wetenschap. Maar ik wacht als buitenstaander gewoon af totdat de wetenschappelijke consensus veranderd is voordat ik van mening verander.
      Met je laatste alinea ben ik het eens, maar het is in lijn met wat ik zei: ggo monoculturen zijn niet schadelijker dan conventionele monoculturen. Bij sommige ggo monoculturen is er iets minder bodembewerking en dus minder erosie, bij conventionele monoculturen met pesticiden worden plagen ook resistent…

  3. Jan Jacobs zegt:

    Misschien moet u toch wat beter informatie inwinnen over de “klimaat sceptici” want een zekere Patrick Moore ( zeer fervent promotor van golden rice) is medestichter van Greenpeace en uitgesproken klimaat sceptisch. http://www.ockhams-scheermes.be/190814370

    Bovendien zijn er zeer veel wetenschappers die het klimaatprobleem, zoals in de media, door het IPCC en alle milieubewegingen voorgekauwd, niet onderschrijven.

    1350+ Peer-Reviewed Papers Supporting Skeptic Arguments Against ACC/AGW Alarmism
    http://www.populartechnology.net/2009/10/peer-reviewed-papers-supporting.html

    Binnenkort is er een klimaat debat tussen wetenschappers. Misschien wil u wel eens komen luisteren?

    • stijnbruers zegt:

      Wat klimaatverandering betreft kunnen we consistent dezelfde strategie volgen die ik volgde in verband met het ggoprobleem.
      1) Kijken naar wetenschappelijke instanties: er is een lange lijst van respectabele organisaties (IPCC, AAAS, NAS, WMO, UNEP,…) die aangeven dat er wel degelijk een consensus is dat er antropogene klimaatverandering is die potentieel erg gevaarlijk is en dat we er iets aan kunnen doen. Deze infographic maakt de analogie tussen klimaatontkenning en antiggostandpunten duidelijk: http://www.geneticliteracyproject.org/wp-content/uploads/2014/07/climateGMO1page.jpg
      Een enquête bij leden van de AAAS maakt duidelijk dat de consensus rond voedselveiligheid van ggo’s even groot is als de consensus rond antropogene klimaatopwarming: ongeveer 88% van de wetenschappers onderschrijft de consensus (http://www.pewinternet.org/2015/01/29/public-and-scientists-views-on-science-and-society/)
      2) Kijken naar grote studies, reviews. Hier zijn natuurlijk de vijf IPCC-rapporten het meest toonaangevende. Op het vlak van economie is er bv. het Stern-rapport. Maar er zijn ook belangrijke studies in topvakbladen zoals Nature, Science; the Lancet,…
      3) Kijken naar wat de rationeel wetenschappelijk-skeptici zeggen. Veruit de meeste skeptici geloven in de klimaatopwarming en strijden tegen klimaatontkenning. Vele vooraanstaande skeptici (bv. Michael Shermer, Steven Novella,… http://www.skepticblog.org/tag/climate-change/), skeptische organisaties (bv. CSICOP, http://www.csicop.org/news/show/deniers_are_not_skeptics) en instanties voor wetenschapseducatie (bv. NCSE, http://ncse.com/climate-change-101/ncse-tackles-climate-change-denial) vinden dat klimaatontkenning een vorm van pseudowetenschap is.

      We mogen niet vergeten dat er wel drie problemen zijn bij onze CO2-uitstoot
      1) Klimaatopwarming
      2) Oceaanverzuring
      3) Uitputting van fossiele brandstoffen
      Dus je moet al drie problemen ontkennen.
      Omwille van die laatste reden is het sowieso goed om over te schakelen naar een low-carbon economie, want vroeg of laat gaan we dat toch moeten doen. Dan kunnen we beter nu de werkgelegenheid wat aanzwengelen (een green new deal plan zoals van UNEP) door te investeren in low-carbon technologie. Dat is een vierdubbele winst: minder klimaatopwarming, minder oceaanverzuring, minder afhankelijkheid van duurder en schaarser wordende grondstoffen en meer werkgelegenheid. Daar kun je niet veel op tegen hebben.

      • roland zegt:

        Het werkgelegenheidsargument voor duurzame energie bevordering is vreemd.
        Mijn voorkeur zijn windmolens die weinig onderhoud vergen en lang meegaan ook als dat minder werkgelegenheid geeft!
        Ondergrondse mijnbouw zoals kolenwinning geeft veel werkgelegenheid, doch zwaar en ongezond werk, ook al wordt dat goed betaald. Daar moeten we dus zo snel mogelijk vanaf ondanks het verlies aan deze werkgelegenheid.

        Uitputting van fossiele brandstoffen is niet even urgent als de klimaatopwarming.
        De kolenvoorraad is aanzienlijk, maar gezien de klimaatopwarming kunnen we niet wachten tot de uitputting nadert en daarmee de kolenprijs voldoende gestegen is.

      • stijnbruers zegt:

        Ja, als het een trade-off was tussen werk en groene energie, dan zou ik waarschijnlijk nog kiezen voor groene energie. Maar gelukkig kunnen we het uitspelen als een win-win: een green new deal zoals voorgesteld door het New Economics Foundation (http://en.wikipedia.org/wiki/A_Green_New_Deal) kan tegelijk de economische crisis, de piekoliecrisis en de klimaatcrisis aanpakken. Dat de klimaatcrisis ernstiger is dan de piekoliecrisis is dan niet zo relevant, want ze worden toch allebei tegelijk aangepakt. Investeren in groene jobs is goed om de economie en werkgelegenheid aan te zwengelen, en om groene technologieën te ontwikkelen.

      • roland zegt:

        Vreemde aanname om de peakfossielcrisis te laten samenvallen met de klimaatcrisis.
        Immers dan kunnen we voor de klimaataanpak gewoon wachten dat fossiel zich door schaarste uit de markt prijs.

      • stijnbruers zegt:

        als je op dergelijke manier de klimaatcrisis wil aanpakken, door te wachten op olieschaarste, dan pak je die crisis niet goed aan. Omgekeerd wel: als je het klimaatprobleem goed hebt aangepakt, dan heb je meteen het probleem van de schaarse olie vermeden.

    • stein1332 zegt:

      Er worden nauwelijks serieuze, peer-reviewed papers die het mens-geinduceerde klimaatprobleem gepubliceerd, vergeleken met de hoeveelheid die het probleem wel erkennen. Uw aantal van 1350 is zeer weinig als je dat over al die vele tientallen jaren bekijkt, en zeker aangezien je vrijwel alles gepubliceerd kan krijgen als je echt wil – dat is een kwestie van blijven zoeken naar laag-aangeschreven, weinig kritische journals, die dikwijls niet eens serieus worden genomen in wetenschappelijke kringen vanwege alle rommel die erin terecht komt. Ik ben eens, toen ik mijn mening wilde vormen, van die negationistische papers gaan lezen (door willekeurig binnen Web of Science op zoek te gaan met zoekterm ‘global warming’), en de kwaliteit vond ik shockerend laag: bijna essentiele data werden genegeerd, uit nogal gelimiteerde data-sets werden straffe conclusies getrokken die op basis van een grotere data-set niet mogelijk zijn, data-sets werden wel al te zorgvuldig geselecteerd om hun eigen conclusies te onderbouwen, er werd dikwijls meer waarde gehecht aan blogposts van klimaatnegationisten dan peer-reviewed papers (het ‘weerleggen’ van de Hockystick van Mann is wat dat betreft een keer op keer genante aangelegeheid: er zijn tientallen peer-reviewed papers die die bevestigen, maar een al vele jaren oude triviale blogpost van een niet-wetenschapper trekt alle aandacht in negationistische papers), grafieken die soms nota bene in het eigen paper stonden werden slecht afgelezen, en theorieen die al jarengeleden weerlegd waren (zonnefluctuaties, waterdamp, ..), worden afgestoft, en als de oplossing van het probleem gezien.
      Ik zou zeggen: zoek dat soort papers op, lees die papers eens kritisch, en u zult zeker uw mening herzien. Het lezen van die troep was voor mij uiteindelijk een belangrijke motivatie AGW te accepteren (ook omdat die theorie (we mogen tegenwoordig gerust zeggen: praktijk) veel beter onderbouwd is, gebruik maakt van heel veel datasets en deze ook daadwerkelijk kritisch onder de loep neemt om tot een consistent, geloofwaardig verhaal te komen).

  4. Onze organisatie “vita vitalis” is sinds 1986 actief met betrekking tot de biotechnologie en de toepassing van de z.g. GGO’s. In 1987 schreven we een artikel voor het blad Socialistische Standpunten met de titel: “Biotechnologie: schaap met vijf poten of zevenkoppige draak”. Als je daar belangstelling voor hebt kunnen we dat alsnog opsturen. Wij waren indertijd ook lid van de Bond Beter Leefmilieu. Dit om de mogelijkheden van de biotechnologie duidelijk en bespreekbaar te maken binnen de milieuorganisaties. Toen de BBL, onder druk van één van hun grootste leden, de multinational Greenpeace, hun acties tegen deze techniek gingen volgen hebben wij ons lidmaatschap opgezegd en dat ook gemotiveerd. Met dat “schaap…………” zijn we naar alle Vlaamse politieke partijen gegaan. Uiteindelijk is het toenmalige “Agalev” daar serieus mee aan de slag gegaan. We kunnen je een curriculum voorleggen waarin je kunt zien aan welke dialogen en discussies we hebben deelgenomen. Hebben ons dikwijls afgevraagd: waar blijven de wetenschappers? Die wetenschappers die zo hoog van de toren bliezen dat deze de techniek de honger in de wereld zou oplossen. Heb je daar al eens over nagedacht?
    De tussentitel GEVAREN VAN ACTIES TEGEN GGO’s is wat je zou kunnen noemen nogal overtrokken. Zeker je kijk op ook GGO-vrij diervoeder.
    Het verhaal van de gouden rijst is ook steeds weer een half verhaal. Veel mensen die een provitamine A gebrek hebben eten namelijk geen rijst. Wat natuurlijk niets afdoet aan de kwaliteit van de gouden rijst. Het Zambiaanse honger verhaal is ook verre van correct. De Zambiaanse overheid wilde die Amerikaanse ggo maïs wel ontvangen maar dan in gemalen vorm, meel dus. Waarom: omdat meel zich niet kan uitzaaien en hun gebied dus niet met de “gepatenteerde” maïs kon besmetten.
    Wat grappig is is dat je “stikstoffixerende planten” aanhaalt. In het prille begin van de ontwikkeling was het eerste wat Jeff Schell vertelde “we gaan planten ontwikkelen die stikstof fixeren zodat ze geen kunstmest meer nodig hebben”.
    Al iets gemerkt van deze ontwikkeling? Waarschijnlijk niet, want hier komen immers commerciële belangen in het gedrang. Het zijn dus zeker niet alleen de tegenstanders van GGO’s die ontwikkelingen tegenhouden. Maar vooral mensen die andere belangen hebben. Zoals Monsanto die vooral hun chemische producten willen slijten. Daarbij met de mogelijkheid tot patenteren, een kostbare grap, de wereld voedselmarkt willen beheersen. Ook een bedrijf dat een leger van 10 000 zwaarbewapende mannen in dienst heeft.
    Heb je al nagedacht over de dwingende overeenkomst EU /USA, het TTIP, en de mogelijke gevolgen voor o.a onze voedselvoorziening en de gevolgen daarvan voor onze boeren en de groeiende macht van Amerikaanse multinationals. Hoe hierdoor de democratie en onze visie op onze leefwijze gewoon aan de kant worden gezet.
    Overloop ons CV eens en vertel ons bij welke dialogen of discussies je zelf aanwezig was.
    In afwachting.
    Met vriendelijke groeten,

    marcel poppe
    Katrin Bilmeyer

    PS: afgelopen weekend, zondag 22 maart, hebben we hier, in de Ardennen, de discussie gevoerd met Wim Grunewald van het VIB. Als je hier belangstelling voor hebt kunnen we je het verslag hierover opsturen.

    • stijnbruers zegt:

      Beste Katrin en Marcel,
      Om met jullie laatste vraag te beginnen: wat betreft ggo’s ben ik bij geen dialogen en discussies betrokken geweest.
      Je mag wel “multinational Greenpeace” schrijven in de zin dat Greenpeace een internationale organisatie is, maar dat woord multinational klinkt hier nogal pejoratief, en daar ben ik het dan niet mee eens. En de term “zwaarbewapende mannen” klinkt ook pejoratief.
      Over het ggovrij diervoer: mijn bezorgdheid is dat een campagne voor ggovrij diervoer, zonder dat er iets gedaan wordt aan de productie en consumptiehoeveelheden, ertoe kan leiden dat men gewassen en landbouwtechnieken gaat gebruiken die even schadelijk of schadelijker zijn voor het milieu dan ggo’s. Als het waar is dat die andere gewassen een lagere productiviteit hebben, dan zou er bv. meer ontbossing zijn in Zuid-Amerika. Overschakelen naar lokale productie van veevoeder zorgt dan weer voor een grote toename van landgebruik in Europa. Ik heb de berekening eens gemaakt voor België (op basis van de ecologische voetafdrukrekeningen, en dus rekening houdend met de relatieve productiviteit van Belgisch en buitenlands akkerland en graasland): als we alle veevoeders in België zouden telen, dan zou de huidige omvang van Belgische veeteelt leiden tot een verhoging van 25% tot 75% van de totale Belgische landbouwoppervlakte.
      Over de gouden rijst: ik baseerde me op die studie die een inschatting maakt van het aantal te redden gezonde levensjaren (DALY’s). Die studies houden rekening met wat mensen in het zuiden kunnen eten. In vele regio’s met vitamine A-gebrek is rijst wel degelijk basisvoedsel.
      Over Zambia: volgens wat ik lees bij Cornell University wou Zambia ook geen gemalen maïs ontvangen: “The government of Zambia remains firmly against both milled and nonmilled GM food imports.” http://cip.cornell.edu/DPubS?service=UI&version=1.0&verb=Display&handle=dns.gfs/1200428165
      Over de stikstoffixerende planten: voor zover ik weet doet noch Monsanto noch een andere zaadmultinational acties tegen bv. universiteiten die onderzoek doen naar stikstoffixerende ggo’s. Het kan wel zijn dat Monsanto er zelf geen onderzoek naar doet, maar dat is nog iets anders dan zeggen dat ze onderzoek door anderen tegenhouden.
      Ik heb al nagedacht over handelsakkoorden, ja. Maar het gaat hier over ggo’s. Je kunt een ggovrije landbouw hebben met slechte handelsakkoorden, en een ggolandbouw met goede handelsakkoorden. We moeten gewoon actie voeren voor wat belangrijk is, bv. voor goede handelsakkoorden.
      Ik ben wel benieuwd naar het verslag van de discussie met Wim Grunewald, ja.

      mvg
      Stijn

      • anonymous zegt:

        “Ik heb de berekening eens gemaakt voor België (op basis van de ecologische voetafdrukrekeningen, en dus rekening houdend met de relatieve productiviteit van Belgisch en buitenlands akkerland en graasland): als we alle veevoeders in België zouden telen, dan zou de huidige omvang van Belgische veeteelt leiden tot een verhoging van 25% tot 75% van de totale Belgische landbouwoppervlakte.”

        Daarmee heb je toch helemaal niets gezegd, en dan ook niets? Een groot deel van onze veeteelt is voor de export, die veeteelt is niet grondgebonden. En 25% tot 75% met de foutenmarge in jouw berekening is… een random getal tussen 0 en 100. Wat me zeer stoort aan jouw (in wezen goed bedoeld) betoog, is dat je, vanuit je gemaakte analyse, iedere bemerking of tegenkanting IDEOLOGISCH uit de weg probeert te ruimen. Af en toe een ‘je hebt gelijk en ik zat op dat punt mis’ maakt de kern van jouw verhaal niet zwakker, tenzij je schrik hebt dat jouw standpunt nét vanuit de kern, vanuit de randvoorwaarden / aannames, niet helemaal deugt. Ik heb een donkerblauw vermoeden dat je schrik hebt dan jouw eigen verhaal rammelt aan bepaalde kanten, en dat daarmee heel jouw verhaal dreigt te rammelen. En terecht…Ik schrijf met plezier en gemak een column die nét het tegenovergestelde punt staaft met een rits publicaties (en uiteraard laat ik er diegene uit die mijn verhaal niét ondersteunen, om je helemaal te kopiëren in je methodiek). Maar daar draait het dus niet om: kijk eens diep in jezelf en wees eens oprecht kritisch voor jouw eigen verhaal. Tot die tijd kan je iedere reactie hier zin per zin ontleden met de ingesteldheid dat je overal wel een antwoord op weet te vinden opdat jouw verhaal blijft staan… Met verkrampte vingers van het typen en verkrampte hersenen van het de(str)ductief denken dat het wel goed zit met die GGO’s, bij gebrek (en niet gehinderd door) enige (of toch niet alle) kennis, synthese, analyse en inzicht…

      • stijnbruers zegt:

        Mijn excuses, ik had het niet goed uitgedrukt. Mijn stelling is: als alle belgen evenveel dierlijke producten blijven eten maar we gaan de ganse veeteelt volledig in Belgie doen, inclusief productie van veevoeders, dan zou Belgische landbouwoppervlakte 25-75% stijgen. Ja, er zit onzekerheid op die data omdat het niet eenvoudig is om bv rekening te houden met alle afgeleide producten (dierlijke vetten, leder,…), en de import en exportcijfers, en de relatieve productiviteit van grasland en akkerland in Belgie en buitenland. Ik heb mijn best gedaan, maar ik zie geen manier om een stijging te vermijden, 25% stijging was zowat de ondergrens.
        Mijn ideologie, voor de duidelijkheid, is vrij ecocentrisch, in de zin dat ik behoorlijk wat intrinsieke waarde toeken aan biodiversiteit, maar ook aan sociale rechtvaardigheid. Je vind elders op mijn blog wel veel over hoe mijn ethiek in elkaar zit. Vertrekpunt is dit ethisch systeem: https://stijnbruers.wordpress.com/2013/01/06/de-morele-hand-een-volledige-en-samenhangende-ethiek-korte-versie/
        Mijn methodiek was net niet van kersenplukken en publicaties selecteren. Ik besloot gewoon meteen naar de grote meta-analyses te grijpen (die rekening houden met publication bias en financiering van studies enzo). En dan vond ik geen enkele meta-analyse waar ggo’s echt relevant slechter uitkwamen dan conventionele landbouw, maar wel waarin ze iets beter zouden zijn. En dan zijn er nog meta-analyses die aangeven dat het verschil tussen bio en conventionele landbouw in Europa op vlak van milieu-impact per kg product nu ook weer niet zo groot is.
        Het is wel gek om te zeggen om oprecht kritisch te zijn over bv ggo’s, wanneer ik vroeger geen mening had, dan lang anti ben geweest en nu pro ben. Toegegeven, ik merkte dat ik vaak heb moeten slikken en stoten incasseren als ik nieuwe studies las die mijn opvatting die ik had overgenomen van de milieubeweging tegenspraken. Tot ik een paar weken geleden in mezelf dacht: Stijn, het is genoeg geweest: ik ga eens alles opzij zetten wat ik geloof, geen schrik meer hebben dat ik fout zat, en eens meteen grijpen naar de wetenschappelijke studies, net zoals we dat bij bv het klimaatprobleem moeten doen. Ik heb toen vaak van verontwaardiging gejammerd, en moeten doorbijten. Ik vind het wel emotioneel speciaal, zo van mening veranderen over iets dat me nauw aan het hart ligt.

      • Beste Stijn,

        Het is niet omdat bij “multinational” negatieve gedachten opkomen dat Greenpeace geen multinationale onderneming is.
        Als je de term “zwaarbewapende mannen” pejoratief noemt, hoe noem je dan de 10.000 mannen van Blackwater, een gewapende organisatie van Monsanto.
        Als je zo reageert op de multinational Greenpeace en de zwaarbewapende mannen van Monsanto ben je dan een soort zachtgekookt ei?

        De ontbossing in Zuid-Amerika is in volle gang om daar oa ggo-gewassen op te zetten. Velden die vervolgens met vliegtuigen bespoten worden met Round-up, wat niet direct milieuvriendelijk is.
        Wat betreft de gouden rijst: zie onze visie op de gouden rijst, maar nogmaals in vele landen met mensen met vitamine A gebrek is rijst geen basisvoedsel. Moeten zij dan overschakelen op rijst? Als je een discussie over vitamine A gebrek en gouden rijst wenst te voeren, informeer je dan grondig.
        Stikstof fixerende planten: in die sector heeft Monsanto geen belangen. Wat er bedoeld wordt is dat de producenten van kunstmest niet er gelukkig zullen zijn met de ontwikkeling van stikstof fixerende planten.
        Hoe denk je over patentrechten en de machtspositie die hiermee over onze zaden en uiteindelijk ons voedsel wordt opgebouwd door o.a. Monsanto?
        De problematiek van ggo’s komt wel degelijk aan de orde bij de onderhandelingen over handelsakkoorden, het TTIP. Uiteraard gaat het ook over de landbouwproblematiek. GGO-landbouw bestaat niet, wel industriële en andere vormen van landbouw. Genetische manipulatie is één van de vele mogelijke veredelingstechnieken.
        Met vriendelijke groeten,
        marcel poppe
        Katrin Bilmeyer
        Hierbij het verslag van de discussie met Wim Grunewald:
        Bonjour,

        Pour se faire une opinion pro ou contra quelque chose, il faut s’informer.
        Chaque demande de changement d’habitudes, chaque évolution, rencontre de la résistance. Dû à la peur de l’inconnu?

        Ce dimanche, il y avait un débat à Ucimont, à propos de la sortie d’un livre concernant la révolution des OGM. Le co-auteur Wim Grunewald était présent pour discuter et répondre à toutes questions. Lui est convaincu que la biotechnologie pourrait aider les agriculteurs à obtenir des meilleurs rendements avec moins de dégâts collatéraux, moins de dépenses.

        L’agriculture actuelle dans nos régions est le résultat de la recherche d’un meilleur rendement via des croisements, des manipulations, des modifications pendant des milliers d’années, grâce ou à cause du travail de l’être humain. La majorité des espèces cultivées pour nourrir l’humanité, ne sait plus se maintenir à l’état sauvage et n’aurait jamais existé sans les interventions de l’Homme.

        De ces jours, les technologies ont évolué d’une telle manière que nous pourrions créer plus rapidement des nouvelles espèces en modifiant directement les gènes au lieu d’attendre que la mutation idéale se manifeste de manière ‘naturelle’.
        On sait rendre des espèces plus résistantes aux maladies, aux parasites, aux changements climatiques, aux pollutions (p.ex. herbicides)… On sait améliorer la quantité et qualité des vitamines, des allergènes, des protéines, …

        L’Amérique du Nord & Sud utilisent déjà pleinement les avantages de ces technologies. La Chine, la Russie et bien d’autres sont prêt à le faire aussi. L’Europe hésite et risque de rater le train.

        Quelques questions

        Pourquoi les écologistes et autres sont si contre l’idée d’utiliser des OGM ?
        Si on essaie de discuter avec eux, en utilisant avec des arguments objectifs qui souvent contre disent leur craintes, il arrive souvent qu’ils arrêtent la discussion en disant ‘Je suis contre parce que je suis contre.’ Sans plus, sans arguments, sans raison.

        La technologie est-elle dangereuse ? La technologie en soi, non. Simplement dit, il s’agit de manipuler des cellules via de bactéries pour créer des organismes améliorés, lesquels sont utilisés pour se reproduire de manière ‘naturelle’, comme les espèces cultivés de ces jours.
        Le secteur est bien veiller avec des protocoles très stricts.

      • stijnbruers zegt:

        Dat van Blackwater wist ik niet. Ik kan me voorstellen dat monsanto bewakingsfirma’s en dergelijke inhuurt tegen milieu- en dierenrechtenorganisaties, ja. Maar 10.000 zwaarbewapende lijkt me nogal veel. Dat van Blackwater lijkt me erg controversieel te zijn: ik lees op internet veel tegenstrijdige berichten en niet meteen iets van een betrouwbare bron.
        Greenpeace is natuurlijk een multinational, want gevestigd in vele landen. En ze is een onderneming, want ze onderneemt vanalles voor een betere wereld. Maar meestal heeft een “multinationale onderneming” een veel engere betekenis.
        Die plantages in Zuid-Amerika zijn niet milieuvriendelijk, dat is waar. Vandaar het belang om onder andere minder of geen vlees meer te eten.
        De mensen die rijst niet als basisvoedsel hebben, mogen kiezen of ze gouden rijst willen eten. Ze moeten niets. Ik baseer me nog steeds op de studies die een inschatting maken van de hoeveelheid te redden DALY’s.
        Producenten van kunstmest zullen niet tevreden zijn met stikstoffixerende ggo’s, maar ze gaan daarom nog niet dat onderzoek tegenwerken. Electrabel zal ook niet tevreden zijn met al die nieuwe windmolens, maar ze gaan daarom nog niet windmolens saboteren.
        Dat ggo’s aan de orde komen in TTIP is nog geen reden om tegen ggo’s te zijn. We hebben wel een reden om tegen slechte elementen in de TTIP te zijn. Goede handelsakkoorden over ggo’s zij denkbaar.

      • Beste Stijn,

        Uit je reactie blijkt dat je het normaal zou vinden dat een dergelijke zwaarbewapende bewakingsfirma wordt ingehuurd tegen milieu- en dierenrechtenorganisatie. Dit lijkt ons wel zeer Amerikaans. Kan jij je dan ook voorstellen dat iedereen zich mag bewapenen?
        Wat de betreft de gouden rijst: Spijtig genoeg kunnen mensen die rijst niet als basisvoedsel hebben meestal niet voor rijst te kiezen. Er zijn vele landen waar geen rijst wordt geteeld en gegeten. Informeer je grondig. Een paar betrouwbare bronnen i.v.m. vitamine A tekorten zijn de FAO en de WHO.
        Electrabel verdient zeer goed aan windmolens en zonnepanelen via groene certificaten. Dan is het niet zo gek dat ze dat niet zouden tegenwerken.

        Je schrijft: ‘Dat ggo’s aan de orde komen in TTIP is nog geen reden om tegen ggo’s te zijn. We hebben wel een reden om tegen slechte elementen in de TTIP te zijn. Goede handelsakkoorden over ggo’s zij denkbaar.’ In de eerste plaats: we hebben nooit beweerd dat we tegen ggo’s zijn. Maar patentrechten op levend materiaal zijn erg problematisch. Multinationale bedrijven bouwen hiermee machtsposities op om ons voedsel te beheersen. Monsanto vraagt niet alleen patenten aan maar ze kopen wereldwijd meer en meer zaadveredelaars op. Via patentrechten kunnen zij verder onderzoek, wat hun niet welgevallig is, blokkeren (zei het in de tijd beperkt).
        Zwaartepunten moeten gelegd worden op TTIP. Importtarieven en quota’s zullen door TTIP vrijwel geheel verdwijnen. Dat betekent dat wij onze economieën niet meer kunnen beschermen tegen Amerikaanse producten die misschien wel voldoen aan dezelfde normen als de onze, maar onder slechtere milieu- arbeidsomstandigheden zijn geproduceerd. Zo kunnen ook de producten van de Amerikaanse bio-industrie ingevoerd worden waardoor Europese boeren minder goed kunnen concurreren wat weer als gevolg heeft dat er een race to the bottom in dierenwelzijn en voedselkwaliteit kan ontstaan. Voor een one world activist lijkt ons de handelsovereenkomst TTIP een heet hangijzer.
        We hebben je al eerder de vraag gesteld over hoe je over patentrechten denkt en daar nog geen reactie op gekregen.

        Met vriendelijke groeten,

        marcel poppe
        Katrin Bilmeyer

      • stijnbruers zegt:

        Vanuit Monsanto bekeken is het wel begrijpelijk dat ze bewakingsfirma’s inhuren en proberen de tegenpartij (milieuorganisaties) onschadelijk te maken. Maar dat mag natuurlijk niet.
        Het feit dat er in een aantal landen geen rijst wordt gegeten is nog geen reden om in de landen waar wel rijst wordt gegeten gouden rijst te verbieden. Er zijn landen waar gouden rijst een eenvoudige positieve bijdrage kan leveren aan het probleem van vitamine A gebrek.
        Zelfs als er geen groene stroomcertificaten waren gaat Electrabel nog niet windmolens saboteren. We kunnen nog vele andere voorbeelden bedenken. De brillenmakers gaan de contactlenzenfabrikanten niet saboteren, de autofabrikanten gaan de treinen niet saboteren,…
        Ik heb niet beweerd dat jullie beweerd hebben tegen ggo’s te zijn. 😉 Maar als jullie niet tegen ggo’s zijn, dan wordt deze discussie al wat eenvoudiger.
        Op zich zijn protectionistische maatregelen niet goed voor de economie (niet Pareto-efficient). Met vrije handel kan men win-winsituaties creëren. Maar ik ben wel voorstander van importverbod van immorele producten (bv. van slechte productieomstandigheden).
        Patentrechten kunnen wat mij betreft, zolang ze maar niet te lang duren. Stel dat als jij de uitvinding niet had gedaan, iemand anders na X aantal jaar de uitvinding wel zou hebben gedaan. Dan zou jouw patent niet langer dan X jaar mogen duren. Anders wordt het diefstal. In de praktijk ben ik voorstander van complementaire systemen, zoals het Health Impact Fund bij medicijnen. Misschien is een Agro Impact Fund denkbaar?

  5. rinke zegt:

    Het artikel van Seralini was een flutartikel (verkeerde opzet, veel te kleine N’s), en dat is jammer, want z’n uitgangspunten waren goed. Die uitgangspunten waren: de standaard tests over doen, want de tijdsspanne waarover die gedaan worden is zo kort dat het nietszeggend is. Die verplichte standaardstudies in Amerika stellen namelijk niet veel voor: ze beslaan een periode van 6 maanden, en op zo’n manier worden steevast de lange-termijneffecten die er eventueel zouden kunnen zijn bij het eten van gentech voedsel al bij voorbaat buitengesloten. De kritiek van Seralini op de standaardstudies blijft dus als een huis staan, al is het zo dat deze boodschap ondersneeuwt vanwege het feit dat Seralini zelf een flutstudie geleverd heeft.

    Ik heb dus niet zo veel vertrouwen in die standaardtesten; al is het wel zo dat je op basis van theorie vast kunt stellen dat het uiterst onwaarschijnlijk is (zoniet onmogelijk is) dat er enig gezondheidsaspect te verwachten valt bij zulk soort testen.

    • stijnbruers zegt:

      Een extra ethisch probleem is dat die experimenten gebruik maken van dieren, en dat dieren wat betreft menselijke aandoeningen vrij onbetrouwbare modellen zijn. Zeker op het vlak van voeding weten we dat dierproeven heel veel vals positieve en vals negatieve testresultaten genereren. Bv. chocolade die dodelijk is voor honden maar niet voor mensen, gras dat dodelijk is voor mensen maar niet voor koeien,… https://stijnbruers.wordpress.com/2013/02/12/de-ethiek-van-dierproeven-in-drie-stappen/
      Figure 1 in http://link.springer.com/article/10.1186%2F1747-5341-4-2 laat zien hoe weinig correlatie er is tussen mate van opname van stoffen bij mensen en bij knaagdieren, apen en honden. Dergelijk gebrek aan correlatie tussen knaagdieren en mensen zorgt ervoor dat het dierenleed en de rechtenschendingen van knaagdieren niet meer te rechtvaardigen is. Bij Seralini was het al helemaal onverantwoord, want hij gebruikte ratten die genetisch gehandicapt zijn en een hoog risico op tumoren hebben. Dat zorgde voor veel ruis op de data, waardoor de experimenten extra onbetrouwbaar werden. En het zorgde voor veel dierenleed.

      Als men het echt meent met mogelijke risico’s van voeding op lange termijn, dan zou men ook best gangbare producten eens mogen testen. Er is geen reden om aan te nemen dat gangbare producten (bv. ontstaan via klassieke veredeling) minder gezondheidsrisico’s op langere termijn hebben dan ggo’s. Er zijn wel redenen om aan te nemen dat bepaalde gangbare producten (bv. veel dierlijke producten) gezondheidsrisico’s op lange termijn genereren.
      In de VS eet men al 20 jaar ggo’s, en er is nog geen aanwijzing dat Amerikanen daardoor extra gezondheidsproblemen krijgen dan Europeanen. Eigenlijk vormen de VS en Europa een groot vergelijkend experiment dat al 20 jaar loopt.

  6. Wouter Vanhove zegt:

    Waarom de milieubeweging het ggo-dossier stevig in handen moet houden

    Bedankt beste Stijn voor dit stuk, het is goed geschreven en goed onderbouwd, wat van veel opinies in het kader van dit debat niet altijd kan gezegd worden. Toch zijn vind ik enkele belangrijke hiaten (en hier heel kort; ik werk aan een langer stuk mét referenties over dit onderwerp):

    – De ontwikkeling van 1 GGO-gewas kost miljoenen euro’s. Om de innovatie te beschermen en de kostprijs van de GGO-producten efficiënt terug te winnen heeft de biotechsector er de ‘dubbele bescherming’ doorgekregen, waarbij naast de klassieke Plant Variety Protection (PVP) (kwekersrecht dus) het proces van ‘genetisch wijzigen’ door octrooien wordt beschermd. Dat betekent dat telkens een GGO-kenmerk in een bestaande variëteit wordt gekruist, de oorspronkelijke teler weliswaar van zijn PVP blijft genieten, maar dat het verdere gebruik voor veredeling (klassiek of niet) vanaf dan ook door octrooien wordt beschermd. Die octrooien zijn in handen van een handvol agrochemische concerns. ‘Agrochemisch’ is interessant omdat er de laatste decennia een ware integratiegolf is geweest tussen de klassieke zaadbedrijven en de chemische en farmaceutische industrie. Toenemende consolidatie zorgt voor oligopolisering en dus voor machtsconcentratie over de zadenmarkt. Momenteel leven zo’n 3 miljard mensen wereldwijd rechtstreeks van kleinschalige landbouw die gebruik maakt van ‘farm-saved seed’ of m.a.w. vrij beschikbare variëteiten van aan het lokale milieu en traditionele landbouwpraktijken aangepaste gewassen. Een artikel (2007) uit GRAIN (internationale NGO rond kleinschalige landbouw, en voedselsoevereiniteit) schat de waarde van die gewassen voor de agrochemische zaadindustrie op zo’n 7 miljard US$ per jaar. GGO’s zijn dus inherent verbonden met een agro-industrieel landbouwmodel. De problemen met de duurzaamheid van mondiale landbouw zijn dan ook niet ‘biologisch’ van aard (waarvoor m.a.w. een aan de plantfysiologie verbonden oplossing zou voor bestaan); maar gelinkt aan het productiesysteem; het is in die brede agro-ecologie dat ook de oplossing schuilt;
    – je vergelijkt de effecten op ‘biodiversiteit’ met de ‘conventionele’ landbouw; wat een valse controle is; afzetten t.o.v. agro-ecologische landbouw leert dat monocultuur ggo-landbouw nauwelijks (geen!) planten bevat die polliniserende insecten aantrekt en dus geen oplossing biedt voor de biodiversiteitsafname in de conventionele, industriële landbouw;
    – je vermeldt geen enkele keer agro-biodiversiteit; ggo’s, en het bijhorende agro-industriële model, worden – waar toegelaten – op agressieve wijze opgedrongen aan regeringen en boeren van landen in het Zuiden; hun (op export gericht) succes doet de belangstelling en dus ook de instandhouding van traditionele gewassen en hun vaak duizendvoudige variëteiten tanen. Kleinschalige boeren maken vrij gebruik van wat ik ‘fytogenetisch erfgoed’ zou noemen; een ‘commons’ dus of een gewasdiversiteit die over duizenden generaties gemeengoed is geworden. Dit is in een agro-ecologische visie op landbouw zeer cruciaal. Dat betekent niet dat er bij kleinschalige telers geen innovatie of teeltverbetering mogelijk is; alleen ligt het leeuwendeel van de mogelijkheden voor die verbeteringen niet op het biologische niveau. Een voorbeeld: maïs, met een wereldwijd gemiddelde opbrengst van 2 à 3 ton per hectare, maar met een biologisch potentieel (bij de meest geteelde variëteiten) van 7 ton per hectare. Die opbrengst wordt niet bereikt door genetische wijziging van een specifiek kenmerk, maar door teeltomstandigheden waarbij de plant in een optimaal vruchtbare bodem gedijt in een voldoende warm klimaat en in evenwicht met andere organismen (gewassen, andere planten, bodemleven, insecten, etc.) zodat ziektes en plagen onderdrukt worden;
    – je vermeldt zelf dat de milieubeweging moet focussen op een vegetarische/veganistische levenswijze; waarom neem je dan de huidige veeteelt en dus de huidige aanvoer van veevoedergewassen als een vaststaand gegeven; ‘het is er nu eenmaal, dus laat ons kijken hoe we het wat kunnen verduurzamen’; dat is toch een heel kromme redenering? En haaks op je laatste paragraaf…
    – ‘no-till’ is inderdaad een praktijk die op zich in een meer agro-ecologische aanpak past; maar voor RR-soy is dat eigenlijk een drogreden; ik bedoel, de voordelen van het niet-ploegen wegen niet op tegen de ontbossing van het oorspronkelijke landschap, het bijhorende initiële biodiversiteitsverlies, de bestendigde biodiversiteitsarmoede door de monocultuur (van planten hé, niet van invertebraten!), etc.;
    – Gouden Rijst: waar te beginnen… rijst is behalve een staple crop, toch vooral een cash crop (wordt verkocht voor inkomen); de vele rijstfarms die er onder de Groene Revolutie zijn bijgekomen hebben, behalve voor een effectieve toename in calorie-inname, vooral gezorgd voor het verdwijnen van lokale groetengewassen en dus voor (micro-)nutriëntendefficienties; ik weet niet waar he het haalt dat dit soort gewassen ‘minder opbrengen (in vergelijking met wat?!) en of meer land innemen (?!)’; maar dat slaat werkelijk nergens op; wie rijstproducerende landen een beetje kent, weet dat lokale voedselsoevereiniteit (en dus groententeelt in eigen tuintjes) essentieel in voedselzekerheid, en dat verdere focus op gouden rijst, behalve Vit. A in de toekomst wel eens andere tekorten zou kunnen met zich meebrengen;
    – je vermeldt terecht de problemen ivm monopoliemacht, vervalsen van studies, etc.; maar je vindt daar dan geen argument tegen ggo’s in? Wetende dat 5 grote multinationals vrijwel alle commerciële zaaigoed wereldwijd in handen hebben? Monsanto-man Richard Goodman werd ná de Sérallini-affaire een tijdlang ‘Associate Editor’ van de Food and Chemistry Toxicology; dat toont toch aan hoe verweven de ggo-industrie met ggo-wetenschap is geworden? Voor mij alleszins aanleiding voor de nodige portie achterdocht; en als politicus een rechtvaardiging voor het voorzorgsprincipe…
    – aansluitend daarop: interpreteer jij glyphosaat als veilig? Zie wat Nature (toch niet meteen roddelpers) zegt: http://www.nature.com/news/widely-used-herbicide-linked-to-cancer-1.17181

    Vriendelijk groeten,

    Wouter Vanhove

    Onderzoeker Tropische en Subtropische Landbouw en Etnobotanie, Vakgroep Plantaardige Productie, Universiteit Gent

    Voorzitter Groen Gent

    Voorzitter Europawerkgroep Groen

    • stijnbruers zegt:

      Beste Wouter,
      mijn excuses, maar ik vermoed dat het veelal op een kwestie van begrijpend lezen gaat aankomen.
      -Over de octrooien: onderzoek naar medicijnen kost ook veel geld, op medicijnen en chemische stoffen worden ook patenten geheven, en medicijnen worden ook vooral ontwikkeld door grote industrie. Maar dat is geen reden om tegen medicijnen te zijn. Bij patenten op gewassen speelt er nog wel een extra risico van onbedoelde kruisbestuiving. Dus stel dat ik een conventioneel gewas teel en naast mij een gepatenteerd ggo-gewas wordt geteeld, en dat mijn gewas door kruising besmet wordt, dan zou het niet mogen dat ik een vergoeding moet betalen voor die gepatenteerde genen die onbedoeld in mijn gewassen terecht komen. Maar een dergelijk patentenmisbruik is ook mogelijk bij klassieke veredeling: stel dat naast mij een gepatenteerd klassiek veredelde gewas wordt geteeld…
      -Over de vergelijking met conventionele landbouw: het is irrationeel van de milieubeweging om sterk te protesteren tegen ggolandbouw en niet zo sterk tegen conventionele landbouw, als de ggolandbouw een tikkeltje beter zou zijn. De milieubeweging zou beter consistent voor een plantaardigere agro-ecologie kunnen strijden en niet meer zo’n onderscheid maken tussen ggolandbouw en conventionele landbouw.
      -Over agrodiversiteit: ook bij klassieke veredeling is het goed denkbaar dat er gewassen worden veredeld die zo voordelig zijn dat iedereen ze massaal gaat telen en er daardoor oudere variëteiten dreigen te verdwijnen. En ook zaadmultinationals kunnen boeren dwingen om gewassen te gebruiken die ze via klassieke veredeling hebben ontwikkeld. Dus ook dit probleem staat los van ggo’s. Ja, ggo’s zijn soms veel succesvoller dan gewassen van klassieke veredeling, en daardoor is er bij ggo’s een iets hoger risico dat iedereen dat ene gewas gaat gebruiken. Maar ik betwijfel of de milieubeweging, als klassieke veredeling succesvoller bleek te zijn, ook zo sterk tegen klassieke veredeling zou strijden.
      -Over het nemen van de huidige veeteelt als een vaststaand gegeven: hier is het zeker een kwestie van begrijpend lezen, want ik schreef: “Maar als we niets doen aan de productie- en consumptiehoeveelheden…” Mijn kritiek is wel dat sommige milieuorganisaties bij dergelijke campagnes te weinig actie gevoerd hebben tegen de veeteelt en tegen de vleesconsumptie. Cfr recente documentaire Cowspiracy.
      -Over je ‘no till’ opmerking: volledig mee eens.
      -Over gouden rijst: er zijn een aantal (economische, landbouwkundige,…) reden waarom rijst wel een staple crop (en cash crop) is en vele groenten en fruit dat niet zijn. Die redenen zijn denk ik de redenen waarom verrijkte rijst voordelen kan bieden. Men kan perfect tegelijk gouden rijst eten en groententeelt doen in eigen tuintjes. Met gouden rijst wordt het gewoon wat makkelijker om zeker voldoende vitamine A te hebben. Ik kan eigen groenten kweken en lokale groenten kopen, maar dat is ook geen reden om tegen volkorenbrood te zijn. Ja, het zou kunnen dat groenten plus wit brood voldoende gezond is voor mij en dat ik geen nood heb aan volkorenbrood. Maar ik vergelijk volkorenbrood met wit brood en gouden rijst met gewone rijst. Volkoren brood bestaat toch al, waarom zou ik dat dan niet mogen eten? Dan zou ik nog gezonder eten. Hetzelfde met gouden rijst. Langs de andere kant heeft rijst wel meer methaanuitstoot (hoewel men dat al sterk kan verminderen tegenwoordig), dus dan zou het misschien wel interessanter zijn om wat minder rijst te telen en wat meer groenten. (ik heb stukje herschreven in de tekst)
      -over problemen met monopoliemacht: ik vind geen reden om tegen medicijnen te zijn als farmabedrijven onderzoek vervalsen, en ook niet als 90% van alle medicijnen geproduceerd zouden worden door 5 multinationals, en ook niet als er een topman van een farmabedrijf even in de politiek stapt en dan terug of editor wordt van een medische journal. Hetzelfde geldt voor ggo’s. Net zoals we de medicijnen moeten redden van slechte praktijken (onderzoeksvervalsingen, belangenvermenging,…), zo moeten we de ggo’s redden. We mogen gerust een boek schrijven over bad agro, net zoals Ben Goldacre met zijn bad pharma.
      -over veiligheid van glyphosaat: ik heb nergens gezegd dat ik dat veilig vindt. Ik heb wel gezegd dat het veiliger is dan vele andere herbiciden die als alternatief of conventionele plantages gespoten worden. Glyphosaat had veiligheidsniveau 3 dacht ik, dus minder erg dan 1 en 2, maar erger dan 4 of niets. Ik vermoed dat dat wil zeggen dat er kankerverwekkendere pesticiden kunnen bestaan.

      mvg
      Stijn

  7. Wouter Vanhove zegt:

    Dag Stijn,
    Met alle respect, maar de opmerking over ‘begrijpend lezen’ vind ik nogal hooghartig, laat het ons bij de argumentatie houden:
    – planten zijn geen medicijnen; die vergelijking is helemaal mank; medicijnen worden ‘nieuw uitgevonden’; dat zijn innovaties die wel degelijk beschermd mogen worden; met ggo’s maakt met van planten en van agro-cultureel erfgoed de facto en in snel tempo ‘producten’; dat is bijzonder laakbaar;
    – dat geldt inderdaad ook voor hybrides in de conventionele veredeling; ik weet niet waarom je beweert dat we ons daar niet tegen verzetten; dat is wel degelijk zo…; mijn punt is gewoon dat inbouwen en patenteren van ggo-kenmerken de privatisering van zaaigoed versnelt en dat dat een bijzonder slechte evolutie is (zie de redenen die ik eerder aanhaalde);
    – ook heel belangrijk: je zegt: “waarom tegen ggo-landbouw zijn als die een tikkeltje beter is dan de conventionele”: wel, omdat die echt duurzame innovatie in de landbouw tegenhoudt! De valse oplossingen die de ggo’s ons voorspiegelen creëren een hersenschim waarachter iedereen aanloopt om economische redenen; ondertussen worden echte oplossingen weggemoffeld en gaat waardevolle tijd voor een echte agro-ecologische transitie verloren! Met ‘een tikkeltje’ gaan we er echt niet geraken…
    – ivm veeteelt; ggo-soja bestendigt de huidige onduurzame, niet-grondgebonden Vlaamse veeteelt; een technische innovatie in geïmporteerde soja is een hand op de buik van industriële veeteelt in Europa; dat is toch glashelder? Wat heb ik hier ‘niet-begrijpend’ gelezen?
    – je zegt het zelf: men moet meer groenten telen ipv rijst; waarom verdedig je dan nog Gouden Rijst? De introductie is omslachtig, niet door consumenten aanvaard, verdringt traditionele rijstvariëteiten, brengt gevaar op uitkruising met zich mee, etc…
    – er zijn meer dan genoeg redenen waarom we industriële inmenging in wetenschappelijk onderzoek moeten mijden als de pest (tabak, asbest, etc.. voorbeelden genoeg); veel succes met het ‘redden van ggo’s’ hiervan; ik zet toch liever in op voedseloplossingen die vrij zijn van industrieel winstbejag (ggo = big business);

    vriendelijke groeten,
    Wouter

    • stijnbruers zegt:

      Beste Wouter,
      uiteindelijk zijn we het over de meeste zaken eens, denk ik. Alvast over die industriële inmenging in de wetenschap.
      Planten zijn inderdaad geen medicijnen, maar ik zie de relevantie van dat verschil nog niet. Sommige medicijnen worden erg nieuw uitgevonden, anderen veel minder. Het hangt er natuurlijk vanaf wat je gaat patenteren. Je kunt bij medicijnen ook slechte patentsystemen creëren. Je kunt in ieder geval slechte patentsystemen toepassen bij klassieke veredeling en goede systemen bij ggo’s. Mijn standpunt ging over ggo’s, niet over patenten.
      Volgens mij kunnen ggo’s een neutrale tot positieve bijdrage leveren in een agro-ecologie. Ik zie in ieder geval geen reden om zoveel te focussen op ggo’s in plaats van op conventionele landbouw in het algemeen, als de ggo’s een tikkeltje beter zijn. Dat is dan toch vreemd? Natuurlijk kunnen ggo’s nog beter ingezet worden, namelijk in een agro-ecologie zodat die agro-ecologie nog beter wordt, maar zelf dan nog is dat geen reden om tegen ggo’s te zijn. Conventionele landbouw houdt ook de transitie naar agro-ecologie tegen.
      Ivm de veeteelt: je vroeg: “waarom neem je dan de huidige veeteelt en dus de huidige aanvoer van veevoedergewassen als een vaststaand gegeven?” Maar uit mijn tekst kun je toch niet afleiden dat ik dat deed? Ik had gewoon kritiek op campagnes die louter focussen op keuze van veevoeders, en niet op de veeteelt op zich. En dan je uitspraak “‘het is er nu eenmaal, dus laat ons kijken hoe we het wat kunnen verduurzamen’; dat is toch een heel kromme redenering?” Dat lijkt wel een stromanredenering. Of toch iets vreemds om te zeggen.
      Ik verdedig nog gouden rijst omdat ik nog steeds niet het probleem zie. Stel met veredeling heb ik een nieuwe appelras die meer voedingsstoffen bevat en daarom gezonder is. Ik heb dat rus nu. Ja, planten van nieuwe appelbomen is omslachtig, maar nu ook weer niet zo omslachtig om er tegen te zijn. Ja, die extra gezondere stoffen in de appel zitten ook in bv. wortelen, en het planten van wortelen is iets minder omslachtig dan het planten van bomen, maar dat is nog geen reden om tegen die appel te zijn. Ja, mijn gezondere appel kan kruisen met andere variëteiten, waardoor die andere variëteiten ook extra gezonde stoffen gaan hebben. Nog geen reden om er dan tegen te zijn, vind ik. Ja, mijn gezondere appel zou wel eens erg gegeerd kunnen zijn en daardoor andere traditionele appelvariëteiten kunnen verdringen. Maar dat is volgens mij nog geen reden om die gezondere appel te vermijden. Ja, het zou natuurlijk ook kunnen dat mijn gezondere appel niet aanvaard wordt door consumenten. Nu ja, dan zal er alvast weinig of geen teelt zijn van die appel en dus weinig of geen verdringing van andere variëteiten zijn. Maar dat is nog steeds geen reden om tegen die nieuwe appel te zijn. En je bezwaar van niet aanvaarding is in tegenspraak met je bezwaar dat klassieke variëteiten verloren dreigen te gaan.
      Mijn belangrijkste stelling is dat de milieubeweging beter kan focussen op dingen die een grote positieve impact hebben, zoals veganisme en agro-ecologie. Er wordt veel te weinig gefocust op veganisme, terwijl dat net één van de maatregelen is die de meeste winsten kan opleveren https://stijnbruers.wordpress.com/2014/08/22/de-belangrijkste-drie-win-win-win-maatregelen/
      En zo zijn er nog dingen waar te weinig op gefocust wordt, zoals de hoge consumptie van oliën (bv. in snoepgoed,…)

    • Pieter zegt:

      “– er zijn meer dan genoeg redenen waarom we industriële inmenging in wetenschappelijk onderzoek moeten mijden als de pest (tabak, asbest, etc.. voorbeelden genoeg); veel succes met het ‘redden van ggo’s’ hiervan; ik zet toch liever in op voedseloplossingen die vrij zijn van industrieel winstbejag (ggo = big business);”

      Ik ben het op verscheidene punten eens met u, en door verscheidene punten die u maakt leer ik wat bij. Dat geldt voor beide schrijvers in deze discussie. Maar hier maakt u een nogal hooghartige (zoals u het zou noemen) sociaal-politiek-filosofische (? dat is de naam die ik er aan geef) denkfout vind ik. Mijn repliek erop zou kunnen luiden als:

      – er zijn meer dan genoeg redenen waarom we POLITIEKE inmenging in wetenschappelijk onderzoek moeten mijden als de pest (tabak, asbest, etc.. voorbeelden genoeg); veel succes met het ‘AFVOEREN (illegaal maken) van ggo’s’ hiervan; ikzelf zet OOK GRAAG MEE in op voedseloplossingen die vrij zijn van industrieel en POLITIEK winstbejag (Politiek = big business).

      Het spijt me dat ik dit op een toch wel redelijk kinderlijke manier presenteer, maar vaak ligt de gemakkelijkste en open manier van praten met elkaar in het hart en mond van een kind. Ik wil maar duiden op het feit dat u (beide) zeer sterke dingen aanhaalt, die uw beiden argumenten sterker maken. Maar ik zou toch graag willen oproepen of aanmanen om als Politieker niet de redder in nood of Messias ‘uit te hangen’ want dat lijkt me vooral hier in Vlaanderen en België, een al veel gespeelde zéér oude vinyl plaat die wanneer ze happert gemakkelijk door de mensen weggegooid kan worden. onder het mom “ander en beter”. En alsjeblieft we hebben nu eigenlijk maar één ernstige Groene Partij.

  8. anonymous zegt:

    Welke nutriënten en chemicaliën worden er, door te ploegen, uitgeloogd in de biolandbouw, die niet werkt met kunstmest en chemicaliën…? Heb je rekening gehouden met de hoeveelheid (of beter, de afname) van organisch materiaal in conventioneel beheerde landbouwgronden t.o.v. biolandbouw (je spreekt van CO2 via grondbewerking, maar zwijgt zéér zedig over methaanemissies via intensieve veeteelt / slash mestverspreiding op de velden)? Je spreekt over het noodzakelijkerwijze aansnijden van natuurgebieden voor landbouwgrond, terwijl de landbouw zijn eigen bodems kapot maakt… En dat is hetzelfde voor GGO als voor conventioneel.
    Ik wil verder ten stelligste weerleggen dat de milieubeweging niét zou begaan zijn met actie tegen de conventionele landbouw; het is enkel zo dat in het zwaar vermeste Vlaanderen een paar boeren met een tractor nog altijd luider kunnen roepen dan enkele ‘groene terroristen’, cfr. de heisa rond de landbouwbedrijven in erosiegevoelige- en andere natuurgebieden.

    [Excuses voor de anonymous, ik had geen zin om in dit soort van reply systemen telkens mijn identiteit prijs te geven gezien mijn reacties altijd inhoudelijk zijn]

    • stijnbruers zegt:

      In biolandbouw mogen ook nog sommige pesticiden gebruikt worden, en die kunnen uitlogen. Maar het belangrijkste is waarschijnlijk het uitlogen van nutrienten zoals stikstof. De biolandbouw maakt veel gebruik van dierlijke mest, en de verhoudingen van stikstof, fosfor en kalium in dierlijke mest zijn niet altijd goed afgestemd op de lokale behoeften van gewassen en bodem. Wil men voldoende fosfor, dan is er weel te veel stikstof in die mest. Bij kunstmest kan men bv de hoeveelheid stikstof apart gemakkelijker regelen. Per hectare blijkt biolandbouw wel minder uitloging te hebben, maar omdat de opbrengsten (kg/hectare) lager liggen, is er bij bio vaak meer uitloging en dus meer eutrofiëring per kg product. Cfr Tuomisto, H.L. e.a. (2012). Does organic farming reduce environmental impacts? – A meta-analysis of European research. Journal of Environmental Management 112, pp.309-320. http://www.sciencedirect.com/science/article/pii/S0301479712004264
      Bij biologische veeteelt zijn er ook veel methaanemissies en veel mest. Misschien nog meer dan bij conventionele veeteelt. Vaak is de carbon footprint van biologische dierlijke producten hoger dan van conventionele.
      Bij bio mogen akkers ook geploegd worden en dat maakt ook vaak de bodems kapot. Daarom moeten we wat meer evolueren naar agro-ecologie, permacultuur,… En ggo’s kunnen daar een interessante aanwinst bij zijn (bv. stikstoffixerende gewassen).

  9. SoNatural zegt:

    Ik ben geen wetenschapper of hooggeschoolde maar laten we dat kleine beetje dat nog puur natuur is overhouden, dat beetje dat niet door de mens gemanipuleerd is ajb. Ik wil een keuze hebben of ik groenten wil eten met een spinnen-gen of niet. En trouwens, de GGO industrie heeft al lang een achterpoortje gevonden om binnen te geraken in Europa. Het ligt overal al vol met GGO-producten! Ik denk niet dat er nog 1 ei is in gelijk welke reguliere supermarkt dat geen GGO in zich heeft. Nergens vind ik nog dierenvoedingsproducten die vrij zijn van GGOs. Hiervoor moet ik naar Nederland rijden want bij alle tuin- en dierenwinkels is alles GGO en komt zowat alles uit de USA! En zo belanden deze granen in onze tuin en beginnen ze te kiemen omdat onze kippen deze granen links laten liggen en de jonge groene, normaal gezien voor een kip lekkere kiemen, ook links laten liggen. Of moeten ze er misschien nog iets meer aan manipuleren dat er een ‘verslavend’ smaakje aanzit voor de kippen. Zolang de cijfers, analyses en statistieken aangebracht worden door belangen vermengende bedrijven zal ik deze cijfers niet voor waarheid aannemen en mijn eigen testen uitvoeren. Dat is blijkbaar de enige methode. Iemand die zich laat ompraten door deze misleidende heeft zijn eigen huiswerk niet gedaan.

    • stijnbruers zegt:

      Ik vind dat idee van puur natuur erg vreemd. Ik heb daar veel over nagedacht, en ik zag zoveel filosofische problemen met dat idee, dat ik er niets helders en consistents van kon maken. Het is slecht gedefinieerd en vaak in tegenstrijd met wat we echt belangrijk vinden. Hoe weet je of iets door een mens gemanipuleerd is? Alle landbouw is toch door de mens gemanipuleerd? Ook biolandbouw maakt gebruik van gewasveredeling en machines enzo. En is het echt zo erg als iets door een mens gemanipuleerd werd?
      En wat maakt het uit dat er in een groente het gen ACCGAATCG is ingebracht, als dat gen ook in een spin zit en als dat in die groente een neutrale of positieve werking heeft?
      De cijfers, analyses en statistieken waar ik naar verwijs zijn zeker niet alleen aangebracht door belangenvermengende bedrijven. Met eigen testen moet je wel oppassen, want er schuilen veel valstrikken in zomaar eigen onderzoek doen. Je moet behoorlijk wat kennen van statistiek en psychologie, want het is oppassen met cognitieve biasen, base rate fallacies en dergelijke. In de wetenschap hebben ze dat met vallen en opstaan geleerd, en zo zijn ze nu bezig met bv peer review van gerandomiseerde dubbelblinde proeven en een hele reeks statistische analyse met standaardafwijkingen, p-waarden, kansen op type I fouten, F-toetsen enzovoort.

  10. • hmm, met alle respect maar Stijn vergist zich hier ditmaal: hij trapt met open ogen in de val van de maatschappijbestendigers (perception management van de realiteit).

    • Ten eerste: wetenschappers (ik ben er ook één en dan nog gedoctoreerd aan de VUB, het walhalla van vrij onderzoek !) die zich aansluiten bij de SKEPTICI maken dezelfde fout als de dogmatici onder de gelovigen: ze bewijzen datgene wat ze willen bewijzen met hetgene ze willen bewijzen! In de LOGIKA is deze denkfout gekend als ‘petitio principii’, een regel die blijkbaar niet geldt voor .. sceptici! Een analoog probleem doet zich overigens voor bij heel wat ‘toonaangevend wetenschappelijk onderzoek’ rond maatschappelijk heikele thema’s (terrorisme/staatsveiligheid; criminaliteit, drugbeleid, gezondheid; voeding …): het wemelt vaak van de methodologische fouten, maar blijkbaar gelden voor ‘gevstigde onerzoekers’ de basisbeginselen van methodologie niet meer… Wat telt, is het maatschappijbevestigend besluit van dergelijk onderzoek! Een gevaarlijke evolutie…

    • Ten tweede, wetenschappers die NIET tot het wetenschappelijk forum behoren (lees: degene die omwille van allerlei politieke achterhoedegevechten aan de universiteiten, of omwille van hun maatschappijkritiek een andere job moeten uitvoeren dan ‘docent’ of ‘researcher’) kunnen nooit publiceren in ‘peer reviewed tijdschriften’ en raken daardoor ‘vergeten’ of ‘gemarginaliseerd’. Nochtans heb ik doorgaans meer vertrouwen in de laatste groep. Ook al omdat de peer reviewed magazines louter gebaseerd zijn op ‘ons kent ons’ (en voordat iemand dit afdoet als onwaar: ik ben zelf beroepshalve n de jaren negentig en begin van deze eeuw betrokken geweest, als beleidsmedewerker op het ministerie van Onderwijs, bij de ontwikkeling van de wetgeving (decreten) m.b.t. de Bolognahervorming en de nieuwe financiering: er was een minderheid (mezelf inbegrepen) die op basis van de situatie ervoor en de wetenschappelijke kennis terzake op dat moment TEGEN de ‘peer reviewed citations’ was als een factor voor de financiering van het hoger onderwijs! Juist omdat het gaat om een zelfbevestigend systeem dat maatschappijkritiek fnuikt en gevaarlijk is voor een echte democratie! Uiteraard heeft het minderheidstandpunt het niet gehaald, want de citation-ideoloie is economisch rendabel; maatschappijkritiek niet).

    • Ten derde, wetenschappers moeten niet hautain doen en gewoon toegeven dat er heel wat domeinen zijn die NIET wetenschappelijk onderbouwd moeten zijn. Het is geen kwestie van ‘geloof’ (het willekeurig gelijkstellen van ‘religie’ met ‘individuele overtuiging’ en ‘buikgevoel’ is ook weer zo’n ergerlijk eigenschap van ‘skeptici’) maar van zekerheid bij de betrokken mensen.
    Wie ooit naar de film ‘CONTACT’ (met Jodie Foster en de piepjonge Matthew Mc Conaughey) heeft gekeken, zal begrijpen wat ik bedoel: Jodie Foster speelt een skeptische wetenschapper die beweert dat alles bewijsbaar moet zijn om als ‘waar’ te beschouwen! Waarop haar tegenspeler vraagt: “Do you love your father?’ zij zegt ‘Of course’, en hij antwoordt dan : ‘Prove it’! einde discussie! Ik heb die redenering en de afkeer van ‘buikgevoel’ al verschillende keren gehoord en ik vind het storend en elitair. Heel wat mensen gaan in op hun ‘buikgevoel’ en komen dan tot prachtige acties en verwezenlijkingen (dat heet ‘creativiteit’). En als er iets is met een dier, ga ik ook op mijn buikgevoel beslissingen nemen. Wetenschapper moeten nu eenmaal ophouden om overal en altijd wetenschapper te spelen! Dat werkt verstarrend en uiteindelijk levert dat een grimmige samenleving op! Grote sociale revoluties zijn uiteindelijk altijd het gevolg geweest van ‘buikgevoel’ en soms loopt het mis, soms niet! Integendeel, de zogenaamde ‘wetenschappelijke maatschappijexperimenten leverden ons.. Stalinisme, Maoisme en Pinohet op! Niet echt voorbeelden van een leuke maatschappij!!! Kortom, als ik de GMO-literatuur doorlees en dan nog eens vergelijk met aanverwante thema’s waar ik weet (via eigen research) dat manipulatie van het onderzoek èn van de lezers en van de beleidsactoren’ makkelijk is, dan zegt mijn buikgevoel dat het eter is om dergelijke experimenten NIET te doen, temeer het GMO thema enkel relevant is in een kapitalistische productiewijze (lees: waar winstmaximalisatie het enig doel is en niet de volksgezondheid). Als veganist zou Stijn dit moeten weten: zowat HEEL de literatuur rond voeding (vlees, zuivel en tutti quanti) is één GROVE LEUGEN! En dan zouden wij moeten ‘geloven’ dat de literatuur en de pleidooien pro-GMO’s WEL waar zijn ? Lijkt me een sterk staaltje van verkeerd … buikgevoel!
    Overigens is er m.i. niets mis mee om vanuit je buikgevoel veganist te zijn… of gmo-tegenstander! En even tussendoor: homeopathie helpt bij honden en katten (al verschillende feiten gezien) : raar want hoe kunnen die nu een placebo-effect genieten? Feit is dat niet alles wetenschappelijk te bewijzen is, en het ook niet hoeft te zijn… voor veel mesnen kan ‘geloof inderdaad bergen verzetten’, en wat is er daar mis mee (kijk naar de prachtigste gebouwen van e wereld: allemaal religieus geïnspireerd.. ik wacht nog steeds op het eerste mooie gebouw dat .. wetenschappelijk of vrijzinnig geïnspireerd is.. Wacht, de Eiffeltoren en het Atomium.. maar die waren dan weer politiek gïnspireerd… 
    Ten vierde, het argument dat we iedereen moeten voeden in de toekomst, is een drogreden: als je de hele wereld GMO-vrij vegan voedt is het probleem al opgelost! Bovendien is Italië bijvoorbeeld nog altijd GMO-vrij en ook daar is er voldoende eten voor iedereen! De verdeling van rijkdom en voeding is een kapitalistisch (dus politiek) probleem, geen GMO probleem, geen wetenschappelijk probleem!
    Ten vijfde: wetenschappers zijn vaak te naiëf en hebben echt niet door dat ze gemanipuleerd worden door de economische en politieke machthebbers! Nochtans waren mensen als Einstein en Schweitzer al op de hoogte van deze manipulatie waarvoor ze vaak waarschuwden!
    Ten zesde, als een bedrijf als MONSANTO ongegeneerd GMO propageert, dan zou dat toch een belletje moeten doen rinkelen! Zeker bij vegans. Ik vind het doodjammer dat er een zee rkritische wetenschapper als Stijn zich laat recupereren door de GMO-lobbies! Dat lost niets op, integendeel zelfs!
    Maar goed, verandering werkt in beide richtingen , dus misschien komt het nog allemaal goed; iedereen kan wel eens afdwalen!

    • stijnbruers zegt:

      Jean, dat ik bewijs wat ik wil bewijzen met hetgeen ik wil bewijzen moet je me toch eens uitleggen. Ik wou eigenlijk bewijzen dat ggo’s slechter zijn dan gangbare landbouw, maar dat is me niet gelukt.
      Als je methodische fouten kunt aanwijzen die overtuigend zijn voor wetenschappers, graag…
      Ik zie geen beter alternatief voor peer review. Mocht jij iets beter weten, graag.
      Op het vlak van feitenkennis zoals bij ggo’s vind ik het wel belangrijk dat er wetenschappelijke onderbouwing is.
      Dat je van je vader houdt is simpel wetenschappelijk te bewijzen. Denk 10 keer aan je vader en noteer hoe vaak je positieve gevoelens ervaart. (Je kunt zelfs liefdesgevoelens bij anderen bewijzen, door hersenscans enzo)
      Buikgevoel kan wel degelijk in overeenstemming zijn met rationaliteit. Maar soms ook niet.
      Die wetenschappelijke maatschappijexperimenten waren duidelijk geen goeie vorm van wetenschap. Toch zeker niet die zotte landbouwideeën van mao, met serieuze hongersnoden als gevolg. Ik wil nu geen True Scotsman drogreden geven, maar volgens mij was dat toch geen echte wetenschap hoor.
      Ggo’s zijn niet enkel relevant in een kapitalistische productiewijzen. Je kunt in een socialistische economie ook genetisch manipuleren en in een kapitalistische ggo’s verbieden.
      Over die homeopathie bij dieren: je mag altijd een meta-analyse geven in een medisch topvakblad, dat aangeeft dat het wel werkt. Anekdotes tellen niet zwaar genoeg. De bewijslast voor homeopathie moet erg zwaar zijn, want homeopathie gaat heel heel sterk in tegen wat we nu denken te weten over chemie. Uitzonderlijke beweringen vereisen uitzonderlijk sterk bewijs.
      Je kunt de wereld ggovrij vegan voeden, ja. Maar ggo’s kunnen het wel nog gemakkelijker maken. Stel je voor: granen met veel omega-3 in, groenten met vitamine D, droogteresistente gezonde gewassen zodat ze in de Sahel geen veeteelt meer nodig hebben. Veel voordelen voor vegans. Zie vegangmo.com.
      Er zijn biobedrijven die ongegeneerd hun bioproducten aanprijzen.

    • Beste Jean,

      Bedoel je dat het ‘ons kent ons’ systeem te maken heeft met de H-index? Wat dan weer gevolgen heeft voor de positie, vooruitzichten en financiering van onderzoeken van wetenschappers.
      GMO’s zijn het resultaat van een nieuwe manier van veredeling. Ons lijkt het patent-thema relevant in een kapitalistische productiewijze, niet het GMO-thema.
      Thomas Van Pelt schrijft: ‘Punt 6: een vrijgeleide voor ggo’s betekent een onomkeerbare vrijheid voor een eeuwige monocultuur. Dit kan voor een biodiversiteit enkel fataal zijn…’
      Bij GGO’s gaat het zeker niet over monocultuur. De eigenschap die verkregen is wordt in verschillende variëteiten, die genetisch niet identiek zijn, ingebouwd. De biodiversiteit zou hier zelfs baat bij kunnen hebben.
      ‘En heeft men al eens gekeken wat de effecten op lange termijn zijn? Zijn er wetenschappelijke proeven geweest die bijvoorbeeld testen over een periode van 10 jaar???’
      Vind je dat dan ook moet gebeuren bij traditionele veredelingstechnieken zoals mutagenese (radioactieve straling en ethyl-methaansulfonaat) dat reeds 80 jaar wordt toegepast?
      Met vriendelijke groeten,

      marcel poppe
      Katrin Bilmeyer

      • Sorry, met monoculturen bedoelde ik iets anders: landbouw op grote schaal met één gewas. Dát komt die biodiversiteit niet ten goede… En ggo’s zijn enkel ontwikkeld om financieel MEER opbrengst te hebben. (Zoals een boer vandaag 100 koeien moet hebben of er best mee kan stoppen) Wat daarvan in Afrika bij de hongerigen aankomt is maar de vraag. (sociale rechtvaardigheid…)
        Lange termijn: wij mensen met een doorsnee leeftijd van 80 jaren weten niet echt wat ‘lange termijn’ betekent. De natuur deed er miljoenen jaren over een systeem te ontwikkelen dat uniek is en zichzelf eeuwig verder muteert. Denken we maar aan de al 100 milioen jaar bestaande symbiose tussen bestuivers en bloemen….. Wat gaan wij mensen daaraan manipuleren? Efkes testen of iets eventueel niet schadelijk is? Tot iemand wetenschappelijk de moeite neemt en kan bewijzen dat het schadelijk is?

        De enige drijfveer die ik bij Bruers zie is die van het kapitalisme. Dankzij Naomi Klein weten we al waarheen die voert…
        http://www.naomiklein.org/main

        De maat wat we met de natuur en haar begrensde grondstoffen doen ligt niet in de waarde van geld maar in wat we voor onze kinderen en achterkleinkinderen achterlaten. Ja, simplistisch maar spijtig genoeg de eenvoudige waarheid.

  11. Beste Stijn Bruers,
    ik probeer het kort te houden. Toch eerst – voor alle duidelijkheid – respect voor uw analyse. Het is tijd dat we over de taboes heen komen.

    Desondanks, ik ben geen wetenschapper – ik ben creatief en imker – maar kan aan de hand van eenvoudige argumenten uw betoog onderuit halen. Zie het aub niet als respectloze kritiek, maar als een poging kritisch te blijven. Want dat is, een ondertoon die hier ontbreekt!

    Punt 1: Als we nu ggo’s een vrijgeleide geven, betekent dat we in de toekomst zeker naar een ‘processed food culture’ gaan. Hamburgers uit de 3D printer allez.

    Punt 2: De Wetenschappelijke Consensus
    1 „er zijn geen aanwijzingen“ – Die kunnen dus nog komen in dus doen we in afwachting gewoon verder? Of misschien zijn deze helemaal niet gewensd? Nog beter, wat is de gemeenschappelijke drijfeer van al deze Instituten? Jawel, economie, the big money, en dus zeker niet de planeet.
    2 „er zijn geen aanwijzingen“ – goed. En heeft men al eens gekeken wat de effecten op lange termijn zijn? Zijn er wetenschappelijke proeven geweest die bijvoorbeeld testen over een periode van 10 jaar???
    3 „Wie gelooft dat…“ – geeft u de strijd op omdat u alleen staat tegenover zeer machtige, rijke instellingen die vrij spel hebben?

    Punt 3: Geen hoger Pesticidegebruik:
    Dus die bedrijven die die pesticiden verkopen maken verlies? En, waar komen die cijfers vandaan? Wie controleert in landen waar er zelfs nog geen sociale controle bestaat? Het is zeker dat DDT in bepaalde Afrikaanse landen nog steeds verkocht wordt…

    Punt 4: Geen hogere Impact op de biodiversiteit:
    Leest zoals een stationsromannetje: het is kiezen tussen de pest en cholera. Geen van beiden overtuigen me. „We kunnen van geluk spreken dat de veeteelt ggo’s gebruikt.“
    22% hogere gewasopbrengst van ggos en daardoor lager landgebruik: fantastisch, maar zal de bodem niet sneller uitgeput zijn en dus op lange termijn juist meer landgebruik nodig zijn??? Hier bestaan zeker weer geen wetenschappelijke data…

    Punt 5: Stel je voor alle natuur-activisten leggen er nu het bijltje bij neer want alle bovengenoemde instituten hebben gelijk. Uw titel luidt zelfs: „waarom de milieubewegingen het ggo-dossier mogen loslaten“. We hoeven dus nooit of te nimmer kritisch te zijn. Gaat het hier over politiek of over één kleine, zeer waardevolle planeet? Alsjeblieft!!!

    Punt 6: een vrijgeleide voor ggo’s betekent een onomkeerbare vrijheid voor een eeuwige monocultuur. Dit kan voor een biodiversiteit enkel fataal zijn…

    Ondanks oneinigheid ben ik dankbaar dat je met jouw stellingname de discussie aandrijft.

    Met beste groeten,
    Thomas Van Pelt

    • stijnbruers zegt:

      Beste Thomas, dank voor uw reactie
      Punt 1: ik heb geen probleem met 3D geprinte hamburgers, zolang het maar goed is voor publieke gezondheid, sociale rechtvaardigheid en biodiversiteit. Daar hecht ik waarde aan. Zoiets als natuurlijkheid is bij mij geen waarde (behalve natuurlijk als het verband houdt met bv biodiversiteit).
      Punt 2.1: aanwijzingen kunnen er nog altijd komen, maar dat geldt evenzeer voor alle gewassen, inclusief die van klassieke veredeling.
      Punt 2.2: er zijn nog geen lange termijn epidemiologische studies. Er is wel een consensus dat de uitgevoerde tests voldoende zicht bieden op lange termijn effecten, zodat het risico op lange termijneffecten niet groter is dan bij conventionele gewassen. Er is al wel een 20-jarig groot experiment tussen de VS en Europa aan de gang: in de VS eten ze wel rechtstreeks ggo’s (in Europa enkel onrechtstreeks via dierlijke producten). Er zijn nog geen aanwijzingen dat de Amerikanen daardoor ongezonder zouden zijn.
      Punt 2.3: ik stel voor om de strijd te voeren op thema’s die belangrijker zijn.

      Punt 3: die bedrijven maken geen verlies, want ze verkopen ook nog zaden en hun huidige verkoop van pesticiden zal nog wel winstgevend zijn. Die cijfers komen van bevragingen en veldstudies bij de boeren zelf. Het is waarschijnlijk zoals bij de meeste vormen van handel een win-win voor beide partijen, bedrijven en boeren.

      Punt 4: ja het is kiezen tussen de pest en de cholera. Maar als de cholera ietsje minder erg zou zijn als de pest, lijkt het me irrationeel om zo sterk tegen de cholera te zijn en minder tegen de pest.

      Punt 5: ik kan uit wat ik schreef onmogelijk afleiden dat we nooit meer kritisch mogen zijn. Integendeel misschien, we moeten zeer kritisch zijn op alles, zonder willekeurige uitzonderingen. Dus ook zelfkritisch. Het bijltje erbij neerleggen zou immoreel zijn, want er zijn nog veel belangrijke problemen die onze aandacht vragen.

      Punt 6: ggo’s kunnen ook toegepast worden in agro-ecologie en staan los van monoculturen. Je kunt monoculturen zonder ggo’s hebben en polyculturen met ggo’s. Een schimmelresistente ggo in een polycultuur heeft een dubbele bescherming tegen schimmels. Dat is zoals het dragen van beschermende kleding plus het hebben van een immuunsysteem.

      • Je kan blijkbaar alles goed weerleggen : ) je moet me ook niet tevreden stellen. Maar ik vind jouw standpunt niet duidelijk, zie vooral niet meer waar je naartoe wilt.
        waar is UW langetermijnvisie? Wat moet deze wereld dan doen? Zich bezig houden met belangrijkere problemen? Aha.

        Ik wil geen cholera én geen pest. Ik wil gezond eten.

        Niet onkritisch? Waarom de milieubeweging het ggo-dossier mag loslaten – daarmee zeg je dus dat je dus tegenover ggo’s niet kritisch meer moet zijn.

        Zaadmonopolies: dat maakt alle kleine bedrijven kapot. En is dus ook niet duurzaam.

        Het is niet omdat er wetenschappelijke studies bestaan en lobbygroepen dat ze ook gelijk hebben. Kapitale fout!

        Als natuurlijkheid niet belangrijk is, dan zeg je indirekt dat het goed is dat we steeds meer grondstoffen van deze planeet zullen nodig hebben. Is met bijna 8 miljard mensen quasi onmogelijk.

        Ik wil nog iets kwijt: is het dan niet belangrijk dat we onze kinderen een waardering aanleren voor de natuur, het natuurlijke? Of moeten we in de toekomst ervan uitgaan dat alles sowieso door mensen, chemie en machines gemanipuleerd is? Hoe gaan de volgende generaties er dan voor zorgen dat er respect is voor een zeer waardevolle planeet? Is er nog niet genoeg bullshit?
        Of nog anders gezegd: moeten we dan facelifts, borstvergroting en lipstick ook allemaal toepassen, zo dat we zeker in de visuele maatschappelijke verwachtingen passen voorgegeven door shows met Heidi Klum???
        Nee. Deze soort van levensstijl voert enkel tot meer ontevredenheid, en kan dus zeker niet sociaal verantwoord zijn… hoe groter de verwachtingen aan voedsel hoe meer er zal worden weggesmeten! GGo’s hebben daar dus een desastreus effect…

        Bedankt,
        Thomas Van Pelt

      • stijnbruers zegt:

        Over de belangrijkere problemen: op het vlak van voeding staat er een grafiek op het einde van mijn artikel. daar zien we wat belangrijker is. Mijn top drie van allerbelangrijkste maatregelen: https://stijnbruers.wordpress.com/2014/08/22/de-belangrijkste-drie-win-win-win-maatregelen/
        We moeten tegen ggo’s niet kritischer zijn dan tegen conventionele landbouw. We mogen zeker nog wel kritisch zijn over bv monopolies, patenten en pesticiden, maar dat staat allemaal los van ggo’s. En we moeten zeker nog strijden tegen invloed van bedrijven op academische wetenschap.
        Meer grondstoffen gebruiken is waarschijnlijk schadelijk voor biodiversiteit en toekomstige generaties. Maar dat staat los van natuurlijkheid. Ik weet eigenlijk niet wat natuurlijkheid wil zeggen, maar het speelt als buikgevoel blijkbaar erg veel mee bij ecologisten.
        Kinderen waardering aanleren voor de natuur is goed. Maar we moeten de natuur nu ook weer niet ophemelen. De natuur is heel slecht bezig als het gaat om rechtvaardigheid en welzijn. Al dat dierenleed in het wild is niet te onderschatten. Het is ook wel belangrijk om kinderen kritisch/filosofisch te laten nadenken. Wat betekent natuurlijk? Is tandpasta natuurlijk? Zijn genen natuurlijk? Ik heb geen probleem met manipulatie door mensen, zolang dat maar past bij mijn ethiek dat gericht is op welzijn, biodiversiteit en basisrechten zoals het recht op lichamelijke zelfbeschikking (zie bv. https://stijnbruers.wordpress.com/2013/01/06/de-morele-hand-een-volledige-en-samenhangende-ethiek-korte-versie/)
        Over de facelifts en dergelijke: ja, we moeten kritisch zijn op de reclame, en we moeten jongeren kritisch leren denken. Maar daarnaast moeten we ook lichamelijke zelfbeschikking respecteren. Wat we wel kunnen proberen is een maatschappelijke context creëren waarin vrouwen niet zo sterk de behoefte hebben om borstvergrotingen toe te passen. Maar nu dwalen we ver af…

  12. Mon zegt:

    Stijn,
    Goed artikel, maar toch een reeks opmerkingen.
    -Goed mogelijk dat er parallellen te trekken zijn tussen de GGO discussie en de klimaatdiscussie. Maar tegelijkertijd geeft deze vergelijking ook een wrang gevoel. In de klimaatdiscussie staat grosso modo de onafhankelijke wetenschap tegenover bepaalde bedrijfsbelangen. Dit is ruim bekend en gedocumenteerd. In de GGO discussie staat onafhankelijke wetenschap naast afhankelijke wetenschap die dus door bedrijfsbelangen wordt gestuurd. Dit is ook gekend en gedocumenteerd. Beiden zeggen niet hetzelfde en conclusies uit metastudies landen ergens in het midden. Een vergelijking met het klimaatdebat zou er als volgt uit zien. U legt 5 studies van de steenkoolindustrie in de VS naast 5 onafhankelijke studies en analyseert die. U zoekt een evenwicht en komt wellicht tot een conclusie in het midden die ver ligt van wat de huidige consensus rond dit thema.
    -Het hele artikel gaat uit van de vergelijking binnen een industrieel grootschalig monocultuur landbouwsysteem. Binnen dit systeem wordt gekeken wat het verschil met of zonder GGO’s is. Nu is dat grootschalig industrieel systeem in zijn totaliteit niet duurzaam, nefast voor de biodiversiteit, bodem, watergebruik, … Het is alsof je een diesel auto uit 1980 gaat vergelijken met één uit 1984 en dan stelt dat die van 1984 veel beter is en dus volop gepromoot moet worden. Het probleem is net het landbouwsysteem waarvoor GMO’s ontworpen zijn. Als GMO’s daar bepaalde beperkte verbeteringen kunnen in aanbrengen, maken die het systeem nog niet duurzaam. Het GMO debat vandaag gaat helemaal niet over hoe de realiteit in de VS of Brazilië (of 3 andere landen die 90% van de gewassen telen) er zou uitzien zonder GMO’s. Het debat gaat eigenlijk over hoe men in de rest van de wereld gaat investeren in landbouw. De uitgangssituatie waarmee vergeleken moet worden is zeker niet overal een industrieel monocultuur systeem met massa’s pesticiden. De vraag is dan hoe je productiviteit sterk kan opkrikken met aandacht voor ecologie, rurale ontwikkeling, lokale economie, cultuur. Het debat herleiden tot een macro-economisch productieverhaal zal voedselzekerheid niet ten goede komen.
    -Als element voor de milieubeweging om op te focussen schuift u veganisme naar voor. De enorm negatieve ecologische impact van industriële dierlijke productie is gekend. Een productie en consumptie die de laatste decennia een hoge vlucht heeft genomen. Men kan zich afvragen wat de rol van GMO’s en de geglobaliseerde industriële vleesproductie is in de sterke stijging van de vraag naar die producten. Vandaag wordt (GGO) mais in de VS (belangrijkste gewas) vooral gebruikt om er ethanol en veevoeder mee te maken. U stelt de vraag op welke manier die mais voor ethanol en veevoeder het best geteeld wordt. Ik stel de vraag of een systeem dat vruchtbare landbouwgrond massaal inzet om er veevoeder en autobrandstof van te maken niet gewoon een slecht systeem is dat moet vermeden worden en dat best niet wordt gekopieerd naar plaatsen waar het nog niet op die manier bestaat. Het vooruitzicht dat het evenaarswoud in Congo (op z’n Braziliaans) ten prooi valt aan de agro-industrie is horror. Dat ze daar dan misschien GGO gewassen zullen planten zal het niet minder erg maken.
    -U verwijst positief naar IAASTD maar verzwijgt wijselijk wat de 900 experten over GGO’s te zeggen hebben in dit rapport.

    Mvg,
    Mon

    • stijnbruers zegt:

      Op het punt van mogelijke belangenvermenging met de industrie gaat de vergelijking tussen ggo’s en klimaat inderdaad niet op. Maar toch stel ik voor om te luisteren naar de wetenschap, die blijft nog steeds het beste geplaatst voor uitspraken over gezondheid, biologie en klimaat. Goede meta-analyses (zoals de meta-analyse waar ik naar verwees: http://journals.plos.org/plosone/article?id=10.1371/journal.pone.0111629) houden rekening met bv industriefondsen: “Another concern often voiced in the public debate is that studies funded by industry money might report inflated benefits. Our results show that the source of funding does not significantly influence the impact estimates.”
      Interessant is dat er wel een vertekening van de resultaten kan zijn door het opnemen van NGO-studies (die vaak lagere opbrengsten en dergelijke rapporteren): “Studies that were neither published in a journal nor presented at an academic conference encompass a diverse set of papers, including reports by NGOs and outspoken biotechnology critics. These reports show lower GM yield effects on average, but not all meet common scientific standards. Hence, rather than indicating publication bias, the positive and significant journal coefficient may be the result of a negative NGO bias in some of the grey literature.” “Recent impact studies used better data and methods than earlier studies, but these improvements in study design did not reduce the estimates of GM crop advantages. Rather, NGO reports and other publications without scientific peer review seem to bias the impact estimates downward. But even with such biased estimates included, mean effects remain sizeable.”
      Je zou hier dus uit kunnen afleiden dat de NGO-studies het onbetrouwbaarste (met de meeste bias) zijn. Maar zelfs met die studies erbij zijn de resultaten nog significant.
      Over de dieselwagenvergelijking: het lijkt me irrationeel om zo sterk specifiek actie te voeren tegen de wagen van 1984 en niet zoveel tegen die van 1980, die slechter is. Akkoord dat die van ’84 ook niet best is, maar er is geen reden om aan te nemen dat er geen betere nieuwe wagens dan die van ’84 kunnen zijn.
      Het landbouwsysteem is niet ontworpen voor ggo’s, eerder omgekeerd: ggo’s hebben zich ingepast in een landbouwsysteem met monoculturen en chemicaliën die er al waren voor 1995. Niets belet dat we ggo’s kunnen inpassen in nieuwe landbouwsystemen zoals agro-ecologie. Ggo’s hebben met agro-ecologie gemeen dat het kennisintensief is: de juiste genen en juiste planten op de juiste plaats weten te krijgen en rekening houden met hun onderlinge relaties, voor optimale voordelen.
      Er is geen reden waarom klassieke veredeling wel en genetische manipulatie niet zou kunnen rekening houden met rurale ontwikkeling en cultuur. Er is ook geen reden waarom we het ggoverhaal zouden moeten herleiden tot een productieverhaal (howel ik dat één van de belangrijkste verhalen vindt).
      Ja, efficiëntieverbeteringen zoals die bij ggo’s voor veevoeders hebben waarschijnlijk kunnen bijdragen aan een verhoging van de veeteelt. Maar ik zou nu niet het kind met het badwater willen weggooien. het lijkt me geen goede strategie om tegen efficiëntere technieken te zijn omwille van het feit dat de veeteelt dan ook meer gebruik kan maken van die efficiëntere technieken.
      Strijden tegen ggo’s zal niet noodzakelijk Congo beschermen tegen de agro-industrie. Strijden tegen veeteelt en agrobrandstoffen zijn veel doeltreffender daarvoor.
      Volgens mijn interpretatie van het IAASTD zijn die experten niet echt tegen ggo’s. Ik lees nergens harde waarschuwingen. Een aantal stellingen in dat rapport van 2008 lijken me ondertussen achterhaald en een aantal onzekerheden en vragen beantwoord als we kijken naar die recente meta-analyses.

  13. Nele zegt:

    Eindelijk eens een rationele stem in het ggo-debat vanuit de milieu-hoek (Waarin ik mij ook bevind, hoor). Het probleem in de discussie over ggo’s, is dat het vaak niet ging over ggo’s maar over de maatschappij. En als het écht over ggo’s ging, dan waren de argumenten vooral zeer emotionele gesteund of foute dogma’s en simpelweg ‘angst voor het onbekende/nieuwe/…’.
    Het feit dat de EU geen ggo’s wil, is vooral wegens protectionisme van de eigen markt, niet wegens intrinsieke gevaren die ggo’s met zich zouden meebrengen. Bovendien kunnen wij als maatschappij nog steeds voorkeur en steun geven aan ‘nuttige’ en duurzame ggo’s (multi-resistentie, persoonlijke mening) en nonsens-ggo’s (round-upresistentie, pers. mening) links laten liggen. Maar de vereiste is dan wel dat iedereen tenminste goed ingelicht is -en ik ben blij dat de rationaliteit over dit onderwerp zich niet beperkt tot de mensen die daadwerkelijk hierover hebben doorgestudeerd, en gestudeerden dit tot nu toe als enige groep bleken te begrijpen. Oef. Zo moeilijk blijkt het dus toch niet te zijn voor leken. Zullen we dan nu overgaan op de belangrijkste discussies, namelijk hoe ervoor zorgen dan we de nuttige en duurzame ggo’s kunnen ontwikkelen en toegankelijk zijn voor iedereen?

  14. Mark zegt:

    Je neemt de woorden uit mijn mond,Nele. De anti-ggo mensen die weten waar het over gaat hebben zonder twijfel een verborgen agenda, zoals vb protectionisme of macht. Als lokale militant voor Groen probeer ik mijn omgeving te informeren over ggo’s en wat het eigenlijk is. Want je moet, zoals je zegt geïnformeerd zijn om er over mee te kunnen praten, maar je moet er vooral willen over geïnformeerd worden. En dat is een begrijpelijke moeilijkheid, waarvan Stijn terecht en heel plastisch heeft getuigd. Nochtans, en nu spreek ik even electoraal, moet Groen zijn 20ste eeuwse ggo-standpunt dringend actualiseren als het nog au sérieux wil worden genomen. 70% van de Europeanen zouden tegen ggo zijn. Op welke basis ? Dank je wel Stijn.

  15. Elmar zegt:

    Een boeiende discussie, waarbij ik heen en weer slinger tussen hoop en vrees, ratio en emotie, onbegrip en verrijkend inzicht. Bij elkaar geeft het een genuanceerd beeld van wat ggo’s (kunnen) zijn en betekenen, maar het originele artikel wasemt vooral de sfeer van een anti-anti-ggo-bewegeing, een merkwaardig fenomeen van afvallige groene jongens die zouden zijn bekeerd door het heldere licht van de onfeilbare wetenschap. Mark Lynas is het bekendste geval, niet toevallig handig gebruikt door de bedrijfslobby’s uit de hoek van de agro-biotechindustrie. Soortgelijke gevallen zijn er van milieuactivisten die in het debat rond groene energie, opeens volop de kaart trekken van kernenergie. Van mening veranderen kan natuurlijk, maar de slinger lijkt volledig door te slaan naar de andere kant. Vreemd.
    Het debat over ggo’s gaat allang niet meer over “veilig of niet”, wel over wie waarover welke uitspraken mag doen en met welke autoriteit. Is objectieve of wetenschappelijke consensus in zoveel domeinen al een illusie, bij ggo’s is dat des te heviger. De obligate verwijzingen naar wetenschappelijke “feiten” bij ggo’s zijn zeer aangebrand en vol van contradicties. De aanhangers van “sound science” insinueren continu dat tegenstanders van ggo’s blind de irrationele roep van Moeder Natuur volgen, en en passant de wereld laten verhongeren, maar dat is bespottelijk en wel een erg gemakkelijke manier om mensen weg te zetten. Natuurlijk zijn er overdreven en emotionele reacties op ggo’s die het debat niet vooruit helpen. Vernielingen zijn bijv. onnodig en onverstandig. Anderzijds laten deze aanhangers een geestdriftig en heilig geloof in ggo’s als oplossing voor een (duurzaam?) landbouwsysteem zien, en bedienen ze zich van eenzelfde soort fanatisme als warse tegenstanders, met een zeer eenzijdige kijk op de wereld, bepaald door reductionistisch-mechanistische opvattingen over voedsel en samenleving. De wetenschap is zelf speelbal van belangen en machtspelletjes, een “gemanipuleerd” debat, zowel vanuit de kant van voor- als tegenstanders (en ja, inclusief onzinnige of pseudo-wetenschappelijke claims, maar ook zeer dubieuze ontwikkelingen en dwarsverbanden tussen industrie-wetenschap-overheid). Kortom, het is gekaapt en misbruikt om politieke en lucratieve doeleinden te dienen. Het feit dat bij al die wetenschappelijke “consensus”, waarnaar Stijn en Bart verwijzen, weinig ruimte lijkt voor twijfels, kritisch voortschrijdend inzicht en meerlagig onderzoek (op niveau van planten én landbouwsystemen én voedselketens én risicobeleid én sociale en ecologische effecten), amputeert het debat van diepgang. Dit debat zou moeten gaan over epistemologie en integriteit van onderzoek en wetenschap.
    Misschien is dat wel het grootste resultaat van de pro-biotechlobby sinds 1996. Naast de miljoenen hectares monoculturen, de concentratie van zaad- en veredelingsbedrijven, miljarden liters extra bestrijdingsmiddelen etc, slagen ze erin om een eenzijdig wetenschappelijke interpretatie op te leggen en dit te infecteren in media, politiek en burger.
    Dat Bart en Stijn alle mogelijke bezwaren weerleggen en alle tegenstand gevaarlijk vinden, gaat er bij mij echt niet in. Een van de beste opmerkingen hierboven is dat een technologie op zich niet veilig of onveilig is. Anders suggereren en daarbij alle ggo’s over een kam scheren, met weinig referentie aan de systeemkenmerken van de grootschalige introductie van de eerste generatie gengewassen, is laakbaar.

    • stijnbruers zegt:

      ik weet niet welk aspect je bedoelt.
      Ik heb net dat rapport gelezen. Wat ik vreemd vind, is dat het rapport ten onrechte laat uitschijnen dat het een of-of verhaal is: ofwel ggo’s die het ganse voedselprobleem moeten oplossen, ofwel andere manieren die het klaar moeten spelen. In het rapport lees ik nergens dat ggo’s echt relevant slechter zijn dan conventionele landbouw. Dat op sommige plaatsen de opbrengsten van ggo’s even hoog zijn als van conventionele landbouw, en op andere plaatsen de opbrengsten van ggo’s hoger zijn maar lager dan wat men had gehoopt of verwacht of wat nodig zou zijn om het ganse voedselprobleem op te lossen, is nog geen reden om tegen ggo’s te zijn. Als klassieke veredeling veel kostenefficienter was om goede, productieve gewassen te bekomen, dan zouden bedrijven daar meer onderzoek naar doen.
      Het rapport geeft aan dat er andere manieren zijn om voedselprobleem op te lossen, zoals minder voedselverspilling en minder vleesconsumptie. Daar ben ik het volledig mee eens. En de potentiële efficiëntieverbetering (in termen van voeding per hectare) door een verschuiving naar een plantaardiger dieet (dus minder dierlijke producten) is waarschijnlijk groter dan de efficiëntieverbetering die huidige ggo’s tot nu toe hebben gerealiseerd. Maar dat wil niet zeggen dat ggo’s geen positieve aanwinst kunnen zijn en dat toekomstige ggo’s geen verdere efficiëntieverbetering kennen. Aangezien de uitdaging van een rechtvaardige duurzame landbouw zo groot is, lijkt het me beter om er een en-en verhaal van te maken. We kunnen tegelijk minder voedsel verspillen, minder vlees eten en onderzoek blijven doen naar milieuvriendelijkere ggo’s. Drie efficiëntieverbeteringen zijn beter dan twee.

  16. Steven zegt:

    Hoi Stijn, mag ik een aantal opmerkingen met je delen?

    Voor mij is dit artikel een beetje eenzijdig en zelfs wat manipulatief.

    “Volgens die consensus zijn er geen aanwijzingen dat een landbouw die gebruik maakt van de huidige commerciële ggo-gewassen (en van potentiële gewassen in ontwikkeling, mits goed getest) schadelijker zou zijn dan een conventionele landbouw zonder ggo’s en dat een landbouw met ggo’s misschien wel voordelen kan bieden ten opzichte van conventionele landbouw.”

    -> mee eens -> conventionele landbouw is waarschijnlijk de grootste crime against nature, of ecocide die wij momenteel plegen,…

    maar het blijft industriele landbouw, het blijft voedsel beperken tot een ding en niet respecteren als een levend onderdeel van een tot nu toe door wetenschap niet volledig begrepen netwerk van onze levende biosfeer.

    “Wie gelooft dat ggo’s onveilig zijn, moet dus ten strijde gaan tegen onder andere de American Association for the Advancement of Science, de American Medical Association, de United States National Academy of Sciences, de American Phytopathological Society, de American Society for Cell Biology, de American Society for Microbiology, de American Society of Plant Biologists, de Council for Agricultural Science and Technology, de French Academy of Science, de Union of German Academies of Sciences and Humanities, de Royal Society of London for the Improvement of Natural Knowledge, de International Council for Science en de World Health Organization.[3] Tegen een dergelijke wetenschappelijke massa ingaan is te vergelijken met de klimaatontkenners die tegen het IPCC en vele andere wetenschappelijke instanties ingaan”

    -> een fotootje
    https://fbcdn-sphotos-a-a.akamaihd.net/hphotos-ak-xpa1/v/t1.0-9/s480x480/11102777_10153168854803908_8548463474355994062_n.png?oh=1eba32aafcdd5f8f03b2ccde94ebb427&oe=55BD370E&__gda__=1437072369_d4cf9c3804b59b4ae800330203b78401

    allemaal grote namen, denk ik, … naast de gebruikelijke argwaan die ruikt naar complottheorie, nl. waar komt hun geld vandaan? wil ik je er op wijzen dat al die wetenschappers meedraaien in dezelfde molen die sommige bankiers er toe aanzet hun eigen financiele markt op te blazen, lobbyisten vindt om vergif goed te praten, politiekers prikkelt om pro dubieuze voorstellen te stemmen,… en wat met auteurs?
    Daarnaast, is de wetenschapsgeest er niet op gebrand zijn gelijk te halen, iets te bewijzen, zichzelf te bewijzen, de stoffelijke dimensie kapot te analyseren en al het niet waarneembare te verloochenen. Is de wetenschap(per) niet het totaalbeeld kwijt? Gaat de wetenschap ons uit de nesten helpen, of ons gezond verstand?

    “Sommige overzichtsstudies vergelijken de impact op biodiversiteit (op het niveau van het gewas, de boerderij en het landschap) tussen ggo-landbouw en conventionele landbouw en komen tot de conclusie dat ggo’s waarschijnlijk een lagere impact hebben op de biodiversiteit.”

    -> opnieuw een vergelijking met conventionele landbouw, durft men ook het vergelijk aan met bijvoorbeeld permacultuur, lokale productie in en rond steden?

    “want vaak zijn de opbrengsten van een insecticidenvrije landbouw lager, waardoor er meer oppervlakte nodig is voor dezelfde hoeveelheid voeding en er dus meer natuurgebieden opgeofferd moeten worden voor landbouw. ”

    -> zwak argument, er wordt op wereldschaal een overschot aan voedsel geproduceerd en er wordt geen rekening gehouden met hoeveel natuurgebieden opgeofferd worden aan indutriele installaties voor o.a gen.modificatie. Hoe ziet een vergelijk met lokale produktie uit polycultuur, permacultuur er uit, wanneer er geen transportapparaat nodig is, geen verpakkingsmateriaal nodig is?

    “En de biodiversiteit van akkerlandbouw is veel lager dan van natuurgebieden.”

    -> mee eens, maar opnieuw, de biodiversiteit in een goed beheerd stuk permacultuur ligt doorgaans hoger dan in een natuurgebied

    “Trouwens, de biologische landbouw is niet insecticidenvrij: in de biolandbouw mag er ook gesproeid worden met Bt-insectengif. Daardoor kan biolandbouw zelfs schadelijker zijn dan ggo-landbouw op het vlak van diversiteit van ongewervelde diersoorten.”

    -> mee eens, bio is verre van de heilige graal, blijft over de grote lijn hetzelfde als conventionele landbouw
    Bovendien zijn er een aantal Europesche regelingen die ervoor zorgen dat bio een grotere impact kan hebben op het milieu dan conventioneel. Alle bio versproducten moeten bijvoorbeeld per x aantal in verpakking zitten versus conventioneel kan in bulk. verpakking, niet ok, want zo komen we uit bij, dus hoe kan je een fatsoenlijk vergelijk maken?

    “De milieu-impact van ggo-landbouw is lager dan van conventionele landbouw. ” -> zie je het patroon?

    “De drie redenen waarom de huidige ggo-landbouw beter is voor de biodiversiteit dan conventionele landbouw die ook gebruik maakt van monoculturen en pesticiden – en soms beter is dan biolandbouw – zijn: 1) het lagere pesticidengebruik en de lagere toxiciteit van de gebruikte pesticiden, 2) de hogere opbrengsten per hectare waardoor er minder natuurgebieden moeten sneuvelen voor landbouw, en 3) de lagere mate van grondbewerking (ploegen).

    -> waar blijft eindelijk die vergelijking met lokaal voedsel uit een permacultuur tuin?
    1) GEEN pesticidengebruik, GEEN toxiciteit
    2) hogere opbrengsten per hectare en en je tuin IS een natuurgebied
    3) GEEN ploegen
    4) GEEN gebruik van brandstoffen, GEEN productiekost van landbouwvoertuigen, GEEN transportkosten, GEEN verpakkingen

    “We kunnen eigenlijk van geluk spreken dat onze veeteelt gebruik maakt van ggo’s, want stel dat we evenveel veeteelt zouden hebben en evenveel veevoeders zouden invoeren van Zuid-Amerika, maar dat het conventionele gewassen zijn. Dan zijn de opbrengsten van die gewassen lager waardoor er nog meer wouden zouden sneuvelen voor veevoederplantages. ”

    -> neen, we hebben een te grote veestapel omdat we te veel vlees eten, wat een hoop andere kosten op milieu levert in de vorm van welvaartsziekten, gebruik van antibiotica, verzuring van grondwater, uitstoot van methaan, … je kan daar wel een GGO pleister op kleven maar daardoor gaat de wonde niet dicht.

    “Door ggo’s zouden de winsten van boeren met 68% gestegen zijn”

    -> daar gaat het uiteindelijk om natuurlijk

    en dan ga ik stoppen het artikel te lezen want de zon schijnt en de tuin roept. Nog even snel dit:

    Van mij mag iedereen die dat wil zich volstoppen met GGO’s en dan kunnen we na verloop van een generatie of zo kijken wat het gevolg is, prima. Ik schrijf wel in voor de controlegroep die GGO vrij eet. Kijk ik ben geen wetenschapper en er is van beide kanten/kampen een boel informatie op het net te vinden dus ik wil mij niet uitlaten over of GGO’s wel of niet ongezond zijn. Ik laat mij wel uit over de kortzichtigheid en pretentie als wapen van de wetenschap. Wat tegen het establishment ingaat wordt al snel onbetrouwbaar en pseudo-wetenschappelijk genoemd.

    Wat ik vreemd vind is dat iemand met zo’n enorme geschiedenis aan Milieu- activisme zo kort door de bocht gaat door pro GGO te wapperen enkel in vergelijking met de desastreuze conventionele landbouw en te vergeten dat er misschien een heleboel gezondere alternatieven zijn.

    http://www.scientificamerican.com/article/dr-no-money/

    http://www.ucsusa.org/our-work/center-science-and-democracy/promoting-scientific-integrity/how-corporations-corrupt-science.html#.VSGByPl_sQ5

    http://permaculturenews.org/2014/09/26/un-small-farmers-agroecology-can-feed-world/

    http://permaculturenews.org/2014/12/06/united-nations-calls-for-an-end-to-industrialized-farming/

    http://www.i-sis.org.uk/Paradigm_Shift_Urgently_Needed_in_Agriculture.php

    • stijnbruers zegt:

      Hallo Steven,
      verderop in mijn artikel had je kunnen lezen dat ik agro-ecologie (en dus praktijken zoals permacultuur) niet afkeur en heel doeltreffend vind in termen van rechtvaardige en duurzame landbouw. Zowel ggo-landbouw en agro-ecologie zijn beter dan conventionele landbouw. Mij lijkt een agro-ecologie+ggo’s het beste. Dan maken we maximaal gebruik van goede kennis van onderlinge relaties, van genetisch tot ecosysteemniveau. Aangezien de uitdaging zo groot is zou ik voorstellen om alles uit de kast te halen en een en-en verhaal te vertellen.
      Ik zou niet meteen durven zeggen dat biodiversiteit op permacultuurakker hoger is dan in natuurgebied (ik heb geen weet van wetenschappelijke studies die dat aantonen), maar zou wel leuk zijn.
      Je visie over wetenschap en wetenschappers (cfr je cartoon van the evolution of science) deel ik niet.

    • Matthias zegt:

      “de biodiversiteit in een goed beheerd stuk permacultuur ligt doorgaans hoger dan in een natuurgebied” => Dit lijkt me onwaarschijnlijk. Ik zou daar graag studies of cijfers rond zien. Wat vergelijk je met wat?

      • Steven zegt:

        Wat is een natuurgebied? De stukken wildernis die onze soort nog niet verneukt heeft buiten beschouwing gelaten geloof ik er sterk in dat alle land, ook zogenaamde natuurgebieden onder beheer van bv Natuurpunt alleen maar beter kan worden van een permacultuur aanpak. Ik vergelijk een permacultuurgemeenschap in een beheerd natuurgebied met datzelfde natuurgebied zonder permacultuurgemeenschap. En ik heb eigenlijk geen tijd en zin om daar veel over uit te wijden Matthias, hopelijk neem je mij dat niet kwalijk.

  17. Rub Good zegt:

    Wat met het argument dat we voor de eerste keer in de geschiedenis van de aarde zichzelf voortplantbare planten die genetisch heel plots en manueel zijn aangepast, creëren en loslaten op de natuur? Dat is iets dat wetenschappelijk maar iets op een baan van honderd(en) jaren kan uitgepluisd worden. Gewoon wetenschappelijk onderzoek doen en zeggen dat men geen gevaren vindt, is, naar mijn mening, mens-narcistisch en wetenschappelijk te zelfzeker en eigenlijk ook geen echte empirische wetenschap. OK, iets wat niet bestaat, kan men wetenschappelijk niet bewijzen, maar wel een zekere wetenschappelijk vaststaand percentage van betrouwbaarheid op plakken, maar dat kan hier NIET. Men heeft immers geen referentiekader. Hoe gaat men interpoleren, zoals men doet met andere test-objecten, waar men WEL een geschiedenis en statistische data van heeft?
    Ik ben er nog altijd tegen. Ttz. ik ben er altijd VOOR geweest op lange duur na bv. honderd jaar testen of nu, maar dan met wegname van vruchtbaarheid (hoewel dat dan de zaadfirma’s te veel macht geeft en ik zelf niet goed weet waar ik sta), maar TEGEN in de huidige status met nauwelijks en onmogelijke empirische klaarheid.

    • stein1332 zegt:

      An sich is er geen verschil in werking te verwachten: genetisch worden de planten aangetast, maar genetisch past elke plant zich vol-continu aan. Dat is evolutie, Darwin enzo. En de ggo’s zijn net zo goed evolutie, alleen dan vele malen sneller en gecontroleerder. Puur zo redenerend is er dus eigenlijk feitelijk geen verschil te verwachten.
      Desondanks: er zijn reeksen lab-testen geweest die geen enkel verschil aantoonden tussen normale en ggo-producten qua gezondheid en werking van het lichaam. Ook als je monsanto-studies (die uitblinken in, vroeger, wetenschappelijk ‘onvermogen’, tegenwoordig, niets-zeggendheid) negeert blijft er geen enkele aanwijzing over dat er ook maar enig gevaar is. Iets veelzeggends is dat elke studie die wel een significant verschil aantoonde (m.n Seralini) bij nalezen door elke leek verworpen moeten worden: juist de kwaliteit van dat soort studies is ondermaats. Nog veelzeggender is het feit dat in de VS, land met vele miljoenen mensen, en waar ggo’s vrijelijk verkrijgbaar zijn, geen directe problemen te melden zijn.
      Maar, je hebt gelijk: geen aanwijzing van gevaar is geen bewijs van afwezigheid van gevaar. Dat is een raar argument waarop elke anti-ggo-activist uiteindelijk terugvalt bij gebrek aan betere argumenten. Maar ik kan net zo boude beweren dat er geen sluitend bewijs is dat permacultuur veilig is, of dat biologische landbouw in orde is.
      En dat erkent u wel, min of meer… maar ik begrijp dan niet waarop uw ‘na honderden jaren zou ik het wel vertrouwen’-statement gebaseerd is: waarop is die tijdspanne gebaseerd? Hoeveel wetenschappers uit hoeveel groepen moeten hoeveel papers gedurende die tijd publiceren om te overtuigen?

  18. Pingback: Waarom de milieubeweging het ggo-dossier mag loslaten (1)

  19. Siger zegt:

    Beste Stijn,

    Ik vrees dat je hier een beetje opportunistisch bent. Je verwacht dat GGO’s het veganisme ten goede zullen komen, en lijkt voor die deskundigen te kiezen die daar het best in passen.

    Helaas zijn de deskundigen die ggo’s met vuur verdedigen zelden onafhankelijke deskundigen. Als ik diep door alle suggestieve en zelfs ronduit agressieve publicaties graaf, kom ik tot het besluit dat er wel degelijk onbekende risico’s zijn, en dat de kern van het debat is of nieuwe genetische modificaties daarvoor getest moeten worden (liever niet, zegt de industrie) en of daarover gecommuniceerd moet worden naar de consument (ook maar niet). Zeggen dat er risico’s zijn wil natuurlijk niet meer zeggen dan dat. Ik denk, zoals heel wat deskundigen die al dan niet onafhankelijk zijn, dat er per nieuwe genmanipulatie van voedselgewassen grondige geruststellende testen (helaas, op dieren) moeten gebeuren. Bovendien moeten ook de gevolgen van industriële productie ernstig onderzocht en gerapporteerd worden – zeggen heel wat ernstige deskundigen.

    Ik vraag ma al een tijdje af wie GGO’s uberhaupt nodig heeft. Er is immers geen voedseltekort, er is slechts een armoedeprobleem, waardoor het voedsel niet terechtkomt/ Tot vandaag zag ik enkel commeriële belangen. Mag ik er nu veganisme bij rekenen?

    Zie voor details
    http://www.sigervanbrabant.be/blog/20150125_Praten_over_GGO.htm
    http://www.sigervanbrabant.be/blog/20141219_Gouden_rijst.htm
    http://www.sigervanbrabant.be/blog/20140423_Een_potje_van_genen.htm

    Vriendelijke groet,

    Siger Van Brabant

    • stijnbruers zegt:

      Hallo Siger,
      Ik verwacht inderdaad dat ggo’s kunnen bijdragen in een nog gezondere en milieuvriendelijkere veganistische voeding, maar ik weet niet waarom je dat opportunistisch vindt. Het ggoverhaal staat los van veganisme. Ik verwees naar veganisme omdat een antiveeteelt houding veel duidelijker milieu- en gezondheidsvoordelen kan bieden dan een antiggo houding.
      Als je bijvoorbeeld schrik hebt van besmettingen en oncontroleerbare verspreiding van iets schadelijks, dan lijkt het me beter te focussen op de veeteelt, want die verhoogt het risico op bv pandemieën met zoönotische ziektes. Dat is een veel reëler gevaar dan ggo’s die via kruisbestuiving andere gewassen besmetten en dan uitgroeien tot een oncontroleerbaar gevaar.
      Of als je bijvoorbeeld een afkeer hebt voor monoculturen en pesticiden, dan zien we dat de veeteelt door de teelt van veevoedergewassen een zeer grote factor is in het gebruik van monoculturen en pesticiden.
      De wetenschappers zijn zich bewust van onvoorziene gevaren, bij elke vorm van gewasveredeling. Ze weten welke vormen van veredeling hogere onvoorziene risico’s inhouden en welke dus meer getest moeten worden vooraleer ze op de markt mogen komen. We weten ook welke studies gefinancierd zijn door belanghebbende industrie en welke geen conflict of interests hebben, en dan kunnen we die studies naast elkaar leggen en kijken wat de invloed van conflict of interests is. Dat is onderzocht en wordt verder onderzocht. De meta-analyses waar ik naar verwees onderzochten de invloed van industriefinanciering. Zelfs als je daar rekening mee houdt (bv. door enkel te kijken naar de onafhankelijke peer reviewed studies), is er nog voldoende reden om de huidige consensus omtrent de veiligheid en voordelen van ggo’s te ondersteunen.
      Of de tests in de nabije toekomst op dieren moeten blijven gebeuren is te betwijfelen. Meer en meer systematische overzichtsstudies tonen aan dat dierproeven niet zo betrouwbaar zijn (veel vals positieve en vals negatieve testresultaten hebben) voor de studie van menselijke gezondheid, en zeker als het gaat om bv voeding (bv allergeniciteit). Nieuwe ontwikkelingen in alternatieven voor dierproeven (bv human on a chip) zijn veelbelovender. Dat is dan gewoon een kwestie van dat onderzoek naar alternatieven sterker te financieren. Het beloofde Centrum voor alternatieven voor dierproeven is nooit van de grond gekomen.
      Over de labeling van ggo’s: ik ben op zich niet tegen labeling, maar ik wil dat het dan wel goed gebeurt, dat dan alles gelabeld wordt en niet zomaar alleen ggo’s. Enkel ggo’s labelen is niet zo informatief voor de consument, want zegt niet veel over de gezondheids- en milieurisico’s. Dus elk product kan gelabeld worden met informatie hoe het veredeld werd: selectie, kruising, cisgenese, transgenese, chemische mutagenese, somaklonale variatie,… Dat wordt dan misschien wat omslachtig om bij elk ingredient op de verpakking te zetten, en ik betwijfel of consumenten er veel van begrijpen om er goedgeïnformeerde keuzes mee te kunnen maken. Dan is misschien een app interessant: de barcode scannen en je krijgt info over de veredelingswijze. Ik denk dat labels die iets zeggen over bv. allergeniciteit en milieu-impact veel informatiever kunnen zijn voor op de verpakking.
      De vraag wie ggo’s nodig heeft: er is een consensus dat ggo’s niet nodig zijn om de wereldbevolking te kunnen voeden. Maar dat is geen reden om tegen ggo’s te zijn. Er is ook een consensus dat bv permacultuur niet nodig is, maar dat is geen reden om tegen permacultuur te zijn. Maar volgens mijn ethiek zijn ggo’s wel nodig. Ik waardeer namelijk maximale biodiversiteit, maximale gezondheid en maximaal welzijn. Volgens mijn ethiek moeten we dus alles uit de kast halen wat we eruit kunnen halen. Zonder ggo’s kunnen we de wereldbevolking voeden, maar de landbouw heeft dan nog steeds een hoge milieu-impact waardoor het probleem van massa-extinctie van planten- en diersoorten nog niet is opgelost. We mogen niet tevreden zijn met een ggovrije agro-ecologie die de wereldbevolking kan voeden als we met een biotechnologische agro-ecologie ook iedereen kunnen voeden maar dan op een manier die nog milieuvriendelijker is, nog gezondere gewassen voortbrengt (met minder schadelijke en meer gezonde stoffen in) en nog betere opbrengsten heeft dan een ggovrije agro-ecologie. Met andere woorden: het gaat over de vraag met wat je tevreden zou zijn. Ben je tevreden met een landbouw die de wereldbevolking wel kan voeden maar dan op een manier waarop er toch nog veel milieu-impact is?
      Het voorbeeld van de gouden rijst is daarbij interessant. Ben je voor een landbouw waarbij arme regio’s gedwongen worden om bv zelf groenten te kweken voor vitamine A? Of zorg je ervoor dat je die regio’s een extra keuze biedt door de gouden rijst? Het voordeel van die gouden rijst is dat het levens kan redden zonder gedragsverandering. Ik ben niet tevreden met enkel witte en gouden rijst zonder groenten, en ik ben niet tevreden met enkel groenten en witte rijst zonder gouden rijst. Als het gaat om gezondheid, mensenlevens en biodiversiteit, ben ik gewoon niet snel tevreden. En het lijkt me een beetje immoreel om te snel tevreden te zijn.

      • Siger zegt:

        Beste Stijn,

        Je zegt eerst dat veganisme los staat van ggo’s, maar verwacht dat ze zullen bijdragen in een veganistische voeding. Het verband is er dus toch wel.

        De reden waarom ik je positie opportunistisch vind, is niet dat je in ggo’s voordelen ziet voor veganisme – dat is je goed recht – maar dat je geen argumenten voor aanvoert of weerlegt. We hebben bijvoorbeeld niets aan de wetenschap dat Linas en Nye plots een hete liefde voor Monsanto hebben opgevat, als we niet weten waarop ze zich baseren. Voor Linas waren dat “bewijzen” die hij gelezen had. Mogen we daar meer over weten, of volstaat zijn woord? En waarom las hij datzelfde niet al eerder? Voor Nye was het een heerlijke tijd bij die lieve mensen van Monsanto, maar hij blijft er allemaal raadselachtig over. Goeie marketing – geen argument.

        Wat ook geen argument is, is dat er erger bestaat. Het is dus geen argument dat er ook zaken misgaan in de veeteelt. Dat er jaarlijks honderden mensen een been breken is geen reden om zelf een been te breken, bijvoorbeeld. Geen van ons beiden weet trouwens of de risico’s bij veeteelt groter zijn dan die bij ggo’s. Jij zegt dat wel te weten, wat bij gebrek aan onderbouwing wijst op een irrationele bias. Ik denk dat we geen ongecontroleerde risico’s van ggo’s moeten aanvaarden. Ook niet als de risico’s van de huidige veeteelt groter zouden zijn, want dan moeten we die ook maar onder controle brengen.

        Ik ben inderdaad tegen monoculturen en pesticiden, ook voor het kweken van veevoedergewassen, biodiesel etc… in de eerste plaats omdat ze door om. landroof tot armoede (en dus honger) leiden in derdewereldlanden. En ggo’s zijn bedoeld om dit proces verder te voeren. Industriële productievelden van roundup-bestendig veevoeder worden door vliegtuigen besproeid met Roundup, met alle schade aan gezondheid en moestuintjes in de laatste resten van de dorpjes ertussen. Inderdaad, de teelt van voedergewassen is een zeer grote factor in het gebruik van monoculturen en pesticiden, en er is geen reden aan te nemen dat ggo’s dat zullen terugdringen.

        Je schrijft: “de wetenschappers zijn zich bewust van onvoorziene gevaren, bij elke vorm van gewasveredeling. Ze weten welke vormen van veredeling hogere onvoorziene risico’s inhouden en welke dus meer getest moeten worden vooraleer ze op de markt mogen komen.” Is dat niet in tegenspraak met de titel van je blog? Zijn er nu gevaren of niet?

        Het leeuwenaandeel van de lobbying door de bioindustrie bestaat erin testen (en de verspreiding van de resultaten) zo veel mogelijk tegen te gaan. Zoals ik eerder schreef, voedsel moet getest en gelabeld worden. Er is niemand voor zover ik weet die beweert dat alléén ggo’s gelabeld moeten worden. Er bestaat geen consensus van *onafhankelijke* wetenschappers, en er is nooit een degelijk onderzoek gedaan naar financiering door de industrie die de industrie zuiverde van alle blaam. Het tegendeel is waar.

        Bovendien moeten niet alleen de gezondheidsrisico’s, maar ook de gevaren voor lokale economieën onderzocht worden.

        Dat niemand behalve de industrie ggo-voedsel nodig heeft, haal ik niet aan als bezwaar tegen ggo’s. Het is wel een correctie van de propaganda die zegt dat zonder ggo’s miljoenen de hongerdood zouden sterven. Zoals jij misschien, als je schrijft: “het voorbeeld van de gouden rijst is daarbij interessant. Ben je voor een landbouw waarbij arme regio’s gedwongen worden om bv zelf groenten te kweken voor vitamine A? Of zorg je ervoor dat je die regio’s een extra keuze biedt door de gouden rijst? Het voordeel van die gouden rijst is dat het levens kan redden zonder gedragsverandering.”

        Dit is een kromme redenering. Arme regio’s worden niet “gedwongen” om zelf groenten te kweken. Een moestuintje bewerken is wat lokale bevolkingen deden voor de bioindustrie hun land afnam. Eens hun land geroofd is, hebben ze ook geen keuze meer. Rijst (gouden rijst is rijst+betacaroteen) is een noodvoedsel voor de getroffenen, en is veel ongezonder dan een moestuin, waar veel meer dan betacaroteen uitkomt – men weet niet eens of er wel een tekort is aan betacaroteen, want er zijn talrijke andere bronnen voor vitamine A.

        Groeten,

        Siger.

      • stijnbruers zegt:

        Ja, Siger, veganisme en ggo’s gaan beiden over voeding, dus er is wel een verband. Maar je kunt veeteelt met ggo’s hebben en veganisme zonder ggo’s. Ggo’s zijn niet nodig in een veganistische voeding in de zin dat we met een ggovrije veganistische landbouw iedereen van gezond voedsel kunnen voorzien. Maar ggo’s kunnen wel een extra positieve bijdrage leveren in een nog gezondere en milieuvriendelijkere veganistische voeding.
        Over de bewijzen en argumenten die Lynas overtuigden: die vind je wel terug op zijn website marklynas.org. Waarom hij die dingen niet eerder las moet je maar aan hem vragen. Als je zoiets aan mij zou vragen, zou ik er geen antwoord op kunnen geven. Dat van Bill Nye was eerder toevallig: ik wist dat hij vroeger tegen ggo’s was, en vond dat als extra aanwijzing dat skeptische wetenschappers ook tegen ggo’s kunnen zijn. Maar dan kwam ik al die studies tegen waardoor ik mijn mening herzag, en een paar dagen erna las ik dat Bill Nye ook zijn mening herzag.
        Over de risico’s van veeteelt en ggo’s: het verschil is dat bij de veeteelt we al wel gevallen van risico’s hebben meegemaakt (de Spaanse griep, vogelgriep, Mexicaanse varkensgriep), terwijl er bij ggo’s nog geen geval van grote onvoorziene sterfte is geweest.
        Ik vind het vreemd om specifiek tegen ggo’s te zijn omdat er een populaire ggo is die herbicidetolerant is terwijl er in de gangbare landbouw ook gebruik gemaakt wordt van herbicidetolerante gewassen door klassieke veredeling. We kunnen actie voeren tegen herbicidetolerante gewassen, maar dat is geen reden om tegen ggo’s of tegen het gebruik van veredelde gewassen te zijn.
        Over de gevaren van ggo’s: goed geteste ggo’s zijn waarschijnlijk minder gevaarlijk dan slecht geteste nieuwe gewassen die bekomen werden met andere, klassieke veredelingstechnieken. In het verleden heeft men al eens giftige aardappelen- en peterselievariëteiten (geen ggo’s) op de markt gebracht. Alles mag getest worden, gewassen van meer risicovolle veredelingstechnieken mogen zwaarder getest worden, en sommige vormen van genetische manipulatie zijn minder risicovol dan sommige vormen van klassieke veredeling. Cisgenese is veiliger dan kruisbestuiving, transgenese is veiliger dan mutagenese.
        Er zijn aanwijzingen dat peer reviewed studies gefinancierd door de industrie iets meer vatbaar zijn voor bias dan onafhankelijke peer reviewed studies, en dat niet-peer reviewed studies van ngo’s nog meer bias vertonen. Dat bleek bv in die meta-analyse in PLoS One.
        De gevaren voor lokale economieën mogen zeker ook onderzocht worden. Op dat vlak zien we dat de huidige ggo’s iets beter scoren dan de huidige conventionele landbouw. Vooral de armste boeren in het zuiden zagen hun inkomsten het sterkst stijgen toen ze van conventionele naar ggolandbouw overschakelden. In die zin zijn ggo’s net zoals veel vormen van vrije handel een win-win, waarbij in dit geval de winst voor Monsanto misschien groter is dan de winst voor de armste boeren. De ongelijkheid kan dus toenemen, zelfs al gaan de armsten er ook op vooruit.
        Over het sterven van de hongersnood: er zijn studies van hoeveel levens er gered hadden kunnen worden als Zambia ggomaïs had toegelaten en sommige Aziatische landen gouden rijst hadden toegelaten.
        Over die landroof en moestuintjes: dat is een heel complex verhaal. De belangrijkste lijnen zijn wel de volgende. Vroeger hadden ze in Azië niet veel eten: in het bijzonder niet veel calorieën en niet veel nutriënten. Dan kwam de groene revolutie met nieuwe hoogproductieve rijstvariëteiten. Daardoor werden al veel levens gered, in de zin dat de beschikbare hoeveelheid calorieën sterk toenam. En de export van rijst zorgde ook voor een economische groei in die landen. Er waren misschien andere ontwikkelingspaden mogelijk die een nog hogere economische groei hadden kunnen realiseren, maar in ieder geval was er door die rijstproductie een verhoogde economische groei. Doordat de ondervoeding en de sterftecijfers sterk daalden, steeg de bevolking. Maar rijst levert vooral calorieën en slechts weinig nutriënten zoals vitamine A. Dus zijn er nu mensen die sterven door nutriëntengebrek, en vitamine A is daarbij één van de belangrijkste deficiënties. Maar dan komt er een rijstvariëteit die tegelijk veel calorieën en nutriënten levert. Maar die variëteit mag niet geteeld worden? Ze moeten het maar oplossen met groenten en moestuintjes? Ze mogen gerust meer groenten telen en eten, en ze maken daar werk van. Maar waarom hen maar één optie gunnen? Laat ze toch zelf kiezen hoe ze het liefst aan voldoende nutriënten komen. Waarom hen per se keuzes willen ontzeggen? Waarom er geen en-en verhaal van maken? De goudenrijstproducenten zijn niet van plan om landroof te plegen, moestuintjes te vernielen en groentenconsumptie te verbieden. Als wij dan wel goudenrijstconsumptie gaan verbieden en goudenrijstplantages gaan vernielen, dan moeten we daar wel een goede reden voor hebben, maar die zie ik nog steeds niet. Dat gouden rijst ongezonder is dan groenten is nog geen reden om tegen gouden rijst te zijn, want gouden rijst is wel gezonder dan witte rijst en kan wel degelijk duizenden levens redden. Het is niet de bedoeling om groenten te vervangen door gouden rijst, want er zijn nu al te weinig groenten, dus veel groenten zal men niet kunnen vervangen. Het is wel de bedoeling om witte rijst te vervangen door gouden rijst, en dat is een verbetering. Als groenten plus gouden rijst zou leiden tot een gevaarlijke overdosis vitamine A, dan zou je bezorgdheid wel terecht zijn. Maar nu kan het een en-en verhaal zijn.

      • Beste Stijn,

        We hebben een aantal vragen bij het gouden rijst verhaal.

        “De goudenrijstproducenten zijn niet van plan om landroof te plegen, moestuintjes te vernielen en groentenconsumptie te verbieden.”

        Wie zijn de goudenrijstproducenten?

        “Als wij dan wel goudenrijstconsumptie gaan verbieden en goudenrijstplantages gaan vernielen, dan moeten we daar wel een goede reden voor hebben, maar die zie ik nog steeds niet.”

        Waar is gouden rijst te verkrijgen? Wie is “we”? Wie heeft er al of wil er goudenrijstplantages vernield? Wie kan of wil er goudenrijstconsumptie verbieden?

        “Dat gouden rijst ongezonder is dan groenten is nog geen reden om tegen gouden rijst te zijn, want gouden rijst is wel gezonder dan witte rijst en kan wel degelijk duizenden levens redden.”

        Rijst is een graansoort. Er is een verschil in voedingswaarde tussen graansoorten en groenten. Hierbij speelt gezonder of ongezonder niet direct een rol. Het zijn verschillende voedingsstoffen met verschillende kwaliteiten.
        Witte rijst bestaat niet, dat is geslepen rijst. Het vlies van volle rijst (bruine rijst) is weggeslepen en daardoor heeft geslepen rijst minder voedingswaarde.

        “Het is niet de bedoeling om groenten te vervangen door gouden rijst, want er zijn nu al te weinig groenten, dus veel groenten zal men niet kunnen vervangen.”

        Dit is voor ons totaal onbegrijpelijk. Wat bedoel je met “te weinig groenten”? Waar zijn er te weinig groenten?

        Hoe deskundig ben jij op het gebied van voedsel, voedselproductie en gezondheidsnormen?
        Zoals jij op reacties ingaat wordt het een oppervlakkig toogverhaal, aaneenhangend van algemeenheden en ver weg van concrete situaties.
        Wat wil je met je project bereiken?

        Vriendelijke groeten,

        marcel poppe
        Katrin Bilmeyer

      • stijnbruers zegt:

        Ik weet niet waarom jullie de vraag stellen wie de gouden rijstproducenten zijn. Ik dacht aan het International Rice Research Institute, enkele universiteiten die bij het project betrokken zijn en natuurlijk de boeren zelf.
        De gouden rijst is te verkrijgen bij onder andere IRRI en Syngenta.
        Activisten van de KMP (een Filipijnse boerenbeweging) hebben al velden met gouden rijst vernield. Als gouden rijst verboden is en als een boer illegaal gouden rijst gaat telen, dan zal de overheid waarschijnlijk die plantage vernielen, net zoals ze doet bij bv drugsplantages.
        Sommige milieuactivisten willen gouden rijst verbieden.
        Met witte rijst bedoelde ik voor de eenvoud de niet-gouden rijst.
        In Aziatische landen met veel vitamine A deficiëntie zijn er te weinig groenten. Te weinig in de zin dat de bevolking te weinig groenten eet om aan de dagelijkse benodigde hoeveelheid caroteen te komen.
        Met mijn project wil ik vooral levens redden.

      • Beste Stijn,
        Zoals je zelf aangeeft is het aanvullen van vitamine A-tekort een dieetkwestie, men eet te weinig groenten. Voor mensen met een vitamine A-tekort die geen rijst eten is het eveneens een dieetkwestie. Kooklessen en lessen in gezonde voeding kunnen hier een oplossing zijn. Veel zal ook afhangen van de politieke situatie in een land.

        “Met mijn project wil ik vooral levens redden”

        Wij zijn in ons leven – marcel en Katrin – al heel wat levensredders tegengekomen. Zowel politieke als religieuze. Tot welke groep moeten we jouw rekenen? Hoe denk je met dit project “one world activist” levens te redden?

        Vriendelijke groeten,

        marcel poppe
        Katrin Bilmeyer

      • stijnbruers zegt:

        De mensen die nu al rijst eten en voor wie het moeilijker is om groenten te telen en eten zijn alvast wel gebaat met gouden rijst. Kooklessen zijn welkom, maar zijn geen reden om gouden rijst te verbieden. We kunnen met gouden rijst die mensen gewoon een extra keuze geven. Eten ze graag nog verder rijst, waarom dan niet hen de mogelijkheid bieden om gezondere rijst te eten? Een voordeel van rijst is dat het langer bewaart dan vele groenten.
        Mij kun je eerder rekenen bij de groep van levensredders die betrokken zijn in de nieuwe beweging voor effectief altruisme: op een rationele en wetenschappelijke manier zo effectief mogelijk de doelen van een consistente ethiek nastreven. Eén van die doelen is leed verminderen en dus levens redden. Er zijn wetenschappelijke studies die aangeven dat je met gouden rijst veel levens kunt redden en dat het kostenefficiënter is dan vitamine A supplementen. En gouden rijst staat het telen en eten van groenten en het volgen van kooklessen en voedingslessen niet in de weg.

  20. stein1332 zegt:

    Ik kan niet direct reageren op de reacties van Marcel en Katrin (wss software-dingetje van WordPress), maar wil dan toch zo reageren.
    Het is nogal aanmatigend iemand aan te vallen op ‘gebrek aan deskundigheid’ of lachen met diens ‘filosofie van de levensredder’, te meer omdat er inhoudelijk weinig wordt toegevoegd, en de deskundigheid op geen meer onderbouwde manier in twijfel wordt getrokken. Ik neem aan dat jullie ook deelnemen aan Vita Vitalis vanuit een soort ideologie, een soort wens naar een betere wereld, al is het maar ten faveure van de objectieve geest – althans dat hoop ik, want ‘onafhankelijke’ bewegingen die hun activiteiten bouwen op geld van pressiegroepen zijn er al genoeg.
    Over het ‘lekenschap’: wat is een leek, en wat zou het probleem zijn? Ikzelf ben fysisch-chemicus, lees me graag in in wetenschappelijke artikelen rond maatschappelijke thema’s, m.n. klimaat en veganisme, maar ik heb me bvb ook verdiept in GGO’s, ik vermoed op dezelfde wijze als Stijn dat hier deed. Vanuit mijn opleiding weet ik relatief weinig van genetische manipulatie (dat is te zeggen: ik heb daar in een stage weleens mee gewerkt, en heb lessen gevolgd daarrond, maar om te zeggen dat ik er veel van weet is erg veel gezegd en ik beschouw mezelf als een leek) maar kan wel een wetenschappelijk artikel op waarde schatten. Op zich kan iedereen dat die een wetenschappelijke richting heeft gedaan en voeling heeft voor statistiek en details – zolang je tijd neemt om de artikelen goed te lezen.
    Het is vaak echt eenvoudiger dan je zou denken: lees de onderzoeksmethode en reflecteer daar kritisch op, lees de resultaten en reflecteer, bekijk de conclusies en hun onderbouwing (en vooral: statistiek!) en reflecteer. Een degelijk diepte-onderzoek rond GGO’s is voor mij moeilijk te onderscheiden van een gewoon goed onderzoek, maar een slecht onderzoek herken ik al een stuk sneller. De anti-GGO-onderzoeken staan bol van slecht werk – iets wat Stijn in zijn artikel ook aanhaalt – met name omdat de onderzoekers geen enkele voeling met statistiek lijken te hebben, of deze voeling terzijde schuiven. Rapporten van de anti-GGO-beweging, net zoals anti-GGO-onderzoek, zijn vaak al te eenvoudig te weerleggen – en daarvoor is vaak niet eens zoveel achtergrondkennis nodig, maar gewoon de tijd en de wil een artikel goed te doorgronden.
    En daarom ben ik het absoluut niet mee eens dat een ‘leek’ geen mening mag hebben – eerder dan gebrek aan opleiding daarrond als een gemis te zien, maakt dat voor mij het standpunt van de milieubeweging rond GGO’s des te pijnlijker.

    • Beste Stein,

      We beamen dat een ‘leek’ een stem kan hebben en zich een mening kan vormen en deze ook mag uiten. Wij onder meer zijn die leken. In een eerste fase van Vita Vitalis hebben we ons grondig geïnformeerd bij specialisten ter zake oa bij het VIB, Marc Van Montagu, Dirk Inzé, Guido Boeken, Plant Genetic Systems, … Aan vele discussies deelgenomen (zie hieronder ons curriculum vitae).
      Wij denken dat een blog als deze van Stijn op geen enkele wijze mensen kan redden. Ze kan mensen wel aanzetten om grondig na te denken over GGO’s. We vinden het dan ook spijtig dat Stijn in zijn reacties soms te algemeen is. We appreciëren wel de openheid van zijn blog.
      Vriendelijke groeten,

      marcel poppe
      Katrin Bilmeyer
      CURRICULUM VITAE

      1. VOORSTELLING

      De vzw Vita Vitalis richt zich op de nieuwe technologieën en in het bijzonder op de biotechnologie en haar toepassingsgebieden.
      De huidige technologische evolutie kan de kwaliteit van het leven aanmerkelijk verbeteren. De ontwikkeling van de biotechnologie zal hierbij in de komende decennia een indringende en grensverleggende rol vervullen. Door de toe¬passingsgebieden van biotechnologie (land- en tuinbouw, veeteelt, gezond¬heidszorg, voeding, mijn¬bouw, oliewinning, energie, milieu, elektronica, informatica) kan verwacht worden dat biotechnologie een steeds grotere invloed gaat uitoefenen op alle facetten van de economie en de samenleving.
      Ondanks die verwachting blijkt de kennis over biotechnologie nog steeds gering te zijn bij het publiek.

      Het hoofddoel van de organisatie is het bij elkaar brengen van de verschillen¬de betrokken partijen (politici, industrie, wetenschappers en sociale organi¬saties) voor een sturende dialoog over biotechnologie en haar mogelijke ecologische en sociaal-economische gevolgen.

      Vita Vitalis werd opgericht in 1986.

      2. WERKING

      2.1. Lezingen op aanvraag voor verschillende organisaties zoals:

      studenten (RUG) – werklozen (Leuven) – boerenorganisaties (Boerenbond) – vormingsinstellingen (Elcker-ik) – milieuverenigingen (Bond Beter Leefmi¬lieu) – ontwikkelingssamenwerkingorganisaties (Oxfam)

      2.2. Activiteiten

      – Uiteenzetting visie op ‘Hearing en lanceringsdagen’ Vlaams Actieprogramma Biotechnologie begeleidend onderzoek, georganiseerd door STV (Stichting Techno¬logie Vlaanderen), 28-29/06/’90, Brussel, België

      – Second European Network Meeting on Genetic Resources and Biotechnolo¬gy, georganiseerd door GRAIN (Genetic Resources Action International), 06/’91, Barcelona, Spanje

      – Studiedag ‘Biotechnologie: schaap met vijf poten of zevenkoppige draak? Aanzet tot maatschappelijke discussie’, georganiseerd door VHS Elcker-Ik Leuven i.s.m. Vita Vitalis vzw, 04/’93, Leuven, België

      – Seminarie ‘Public information and participation in the context of European Directi¬ves 90/219/EEC and 90/220/EEC’, georganiseerd door het Ministe¬rie van Visserij, Ruimtelijke Ordening en Milieu Nederland, 07/’94, Heem¬skerk, Nederland

      – Workshop ‘Crop plants in the public eye’, georganiseerd door Max-Plank-Institut für Züchtungsforschung, 25-27/11/’94, Monheim en Keulen, Duitsland

      – 1996 EASST/4S Meeting ‘Signature of Knowledge Societies’, spreker en discu¬tant in de sessies ‘European Biotechnology Regulation : Harmonization Difficulties of EC Deliberate Release Directive 90/220’, 10-12/10/’96, Bielefeld, Duitsland

      – Spreker op ‘Debatavond over genetisch gemanipuleerde soja’, georgani¬seerd door VIB (Vlaams Interuniversitair Instituut voor Biotechnologie), 12/’96, Gent, België

      – Panellid ‘Bio-seminarie: genetische transformatie van planten: een zegen?’, georganiseerd door prof. Van Onckelen, UIA, departement biologie, 04/’97, Antwer¬pen, België

      – Spreker op ‘Mag alles wat kan?’, discussie avond georganiseerd door Humanistisch Vrijzinnig Vormingswerk Oost-Vlaanderen, 10/11/’97, Wetteren, België

      – Inleiding ‘Ethische aspecten bij toepassing van genetische modificatie’ op studiedag ‘Biotechnologie in de plantenproductie: wetenschappelijke, maatschappelijke en ethische aspecten’, georganiseerd door het Technolo¬gisch Instituut-K VIV, 27/11/’97, Antwerpen.

      – Spreker op ‘Naar een kunstmatige natuur, grenzen aan de biotechnologie’ in de seminaries Leo Apostel 1998, georganiseerd door het Humanistisch Verbond, 22/01/’98, Hasselt.

      – Inleiding biotechnologie voor Vereniging ter verdediging van de klassieke homeopathie, 09/03/’99, Kessel-lo

      – Workshop on Transgenic Crops and the European Market, aanwezig als auteur van het Belgisch rapport, georganiseerd door the Open University England, 16/03/’99, Brussel.

      – Onmoeting met Indische landbouwers (KISAN), georganiseerd door EuropaBio, 10-11/05/’99, Brussel.

      – Inleiding biotechnologie voor Elcker-ik, Turnhout, 31/05/’99

      – Lid werkgroep GGO van de Koninklijke Vlaamse Academie van België voor Wetenschappen en Kunsten, sinds 09/1999

      – Co-promotor van projectwerk ‘Genetisch gemodificeerde gewassen, de formule 1 onder de voedselgewassen?’ door studenten Aanvullende Studie in de Milieuwetenschap, Universitaire Instelling Antwerpen, Instituut voor Milieukunde, academiejaar 1999-2000

      – Inleiding voor het Themacollege: Genetische Modificatie, risico voor milieu en gezondheid? , in het Postacademisch Vormingsprogramma Milieukunde, Universiteit Antwerpen, Instituut voor Milieukunde, 09/02/00, Antwerpen, België

      – Inleiding ‘Biotechnologie: schaap met vijf poten of zevenkoppige draak?’ voor Genetisch Gewijzigde Organismen nader bekeken, laatste sessie in de Derde Lentecyclus ‘Troeven en risico’s van de wetenschap’, georganiseerd door de Koninklijke Vlaamse Academie van België voor Wetenschappen en Kunsten, 07/06/00, Brussel, België

      Spreker op workshop ‘Food, agriculture and biotechnology: recent controversies, STS research and the policy process’, georganiseerd door EASST en The National Council for the Environment and Sustainable Development Portugal, 08/02 en 09/02/2001, Lissabon, Portugal.

      2.3. Deelnemen aan conferenties en symposia, o.a.

      – Lezing ‘Biotechnologie: een uitdaging met haken en ogen’ georganiseerd door de Anne Vondelingstichting, 11/’87, Amsterdam, Nederland

      – Information Seminar for NGO’s ‘Regulation of Genetically modified organisms in the European Community’, georganiseerd door DG XI van de EU, 01/’90, Brussel, België

      – Workshop ‘Cassava and Biotechnology’, georganiseerd door Ministerie Buiten¬landse Zaken,
      03/’90, Amsterdam, Nederland

      – Openbaar debat ‘Biotechnologie en boerenrecht’ georganiseerd door Novib/Gast aan tafel en Afdeling Biologie & Samenleving Vrije Universiteit Amsterdam, 05/’91, Amsterdam, Nederland

      – Symposium ‘Ecological Aspects of GMO’s’, 09/’91, Amsterdam, Nederland

      – Workshop ‘Publieksvoorlichting over biotechnologie’, georganiseerd door het VLAB (Vlaams Aktieprogramma Biotechnologie), 12/’91, Jezus-Eik, België

      – Symposium ‘Transgenic Animals & Plants’, UIA, 02/’92, Antwerpen, België

      – Studiedag ‘Biotechnologie & Konsument’, georganiseerd door Kontaktgroep
      Biotechnologie en Samenleving, 03/’92, Utrecht, Nederland

      – Symposium on the Belgian Implementation of the European Biosafety Regula¬tions of Biotechnology, georganiseerd door de Belgische bevoegde overheid, 05/’92, Brussel, België

      – Information Seminar ‘Implementation of EC Directives 90/219/EEC and 90/220/EEC on the contained use and deliberate release of genetically modified organisms’, georganiseerd door DG XI, 05/’92, Brussel, België

      – Contactdag ‘Publieksvoorlichting biotechnologie’, georganiseerd door PWT, 11/’92, Utrecht, Nederland

      – Congres ‘Zit er toekomst in ons DNA?’, georganiseerd door Werkgroep Genenma¬nipulatie en oordeelsvorming, 03/’93, Amsterdam, Nederland

      – Publiek debat ‘Genetische modificatie van dieren, mag dat?’, georganiseerd door NOTA
      en PWT, 05/’93, Den Haag, Nederland

      – Conferentie ‘Biotechnologie, Derde Wereld en duurzame ontwikkeling’, georgani¬seerd door de LU Wageningen, Studium Generale, 09/’93, Wage¬ningen, Nederland.

      – Wetenschapsfestival ‘Aan de grenzen van de kennis’, 10/’94, Rotterdam, Neder¬land

      – European Workshop on the Regulation of Release of Genetically Modified Orga¬nisms, georganiseerd door Friends of the Earth Europe, 02/’95, Brussel, België

      – 1995 Conference of the International Society for the History, Philosophy, and Social Studies of Biology, 07/’95, Leuven, België

      – Driedaagse internationale workshop ‘Biotechnology, patents and morality: towards a consensus’, georganiseerd door de Universiteit van Gent, Depar¬tement Wijsbe¬geerte & Moraalwetenschap, Wetenschapscentrum voor Milieufilosofie en bio-ethiek, 01/’96, Gent, België

      – Studiedag ‘Milieugebruiksruimte als concept voor duurzame ontwikkeling’, georga¬niseerd door Zomeruniversiteit Zeeland, 08/’96, Vlissingen, Neder¬land

      – Voordracht door Prof. Dr. Jozef Schell ‘De toekomst van plantenbiotechnolo¬gie’, georganiseerd door Volkshogeschool Oostende, 12/’96, Oostende, België

      – Studiedag ‘Gentechnologie, een hapklare brok op ons bord’, georganiseerd door WERVEL, 12/’96, Brussel, België

      – Conferentie ‘Les défis de la biotechnologie moderne’, la science au service de la société’, georganiseerd door de voorzitter Luxemburg van de Raad van de Europese Unie, de Europese Commissie (DG XII), 10/10/’97, Luxemburg

      – Educatief symposium ‘Erfelijkheid en Moleculaire Biologie’, georganiseerd door Janssen Pharmaceutica, 12/11/’97, Beerse, België

      – Colloquium ‘Transgénique: le temps des manipulations’, georganiseerd door de Groenen in het Europees Parlement, 05-06/03/1998, Brussel, België

      – Nationaal Kennisfestival ‘Voedsel & groene ruimte’, georganiseerd door Wageningse Kennisdagen, 16-17-18/04/’98, Wageningen, Nederland

      – Symposium ‘Tussen publiek en techniek – over brandende kwesties in de publieksvoorlichting over biotechnologie’, georganiseerd door Stichting WeTeN, 24/04/’98, Ede, Nederland

      – Lezing ‘DNA, een molecule waarmee je kunt doen wat je wilt.’, georganiseerd door Studium Generale Eindhoven, 20/05/’98, Eindhoven, Nederland

      – Conferentie ‘Omstreden biotechnologische innovatie. Van publiek domein naar lange termijn planning.’, georganiseerd door de Nederlandse Vereniging voor Bioethiek, 05/06/’98, Tilburg, Nederland

      – Lunch discussion on the topic of Genetically Modified Organisms (GMOs)., georganiseerd door USIS (The United States Information Service), 16/06/’98, Brussel, België

      – Symposium in honor of Jeff Schell ‘Plant Molecular Biology and the Start of the New Millennium, georganiseerd door het Max Planck Instituut Keulen, 14/07/’00, Keulen, Duitsland

      – Studiedag en‘Traceerbaarheid: een kwaliteitsvereiste in de land- en tuinbouwproductie’, georganiseerd door het Technologisch Instituut, 19/10/’00, Meise, België

      – Symposium ‘Patenting genes’, georganiseerd door o.a. de Koninklijke Vlaamse Academie van België voor Wetenschappen en Kunsten, 23/10/’00, Brussel, België

      – Symposium in honour of Prof. Jeff Schell ‘Crosstalk between plants and bacteria’, georganiseerd door het Nationaal Comité voor Microbiologie en de Belgische vereniging voor Biotechnologie, 27/10/’00, Brussel, België

      – Symposium ‘Aansprakelijkheid voor Landbouwproducten in de voedselketen’, georganiseerd door het Ministerie van Middenstand en Landbouw, 07/11/’00, Brussel, België

      – Congres ‘Mag het een paar genen meer zijn?’, georganiseerd door KVCV, sectie biotechnologie, 15/11/’00, Antwerpen, België

      – Lezing ‘Globalization and its Effect on Democracy’, door Dr. William J. Antholis, georganiseerd door de Amerikaanse Ambassade, 22/11/’00, Brussel, België

      – Studiedag ‘Biotechnologie. Een sector op weg naar een duurzame toekomst?’, georganiseerd door het Centrum voor Milieueconomie en Milieumanagment Universiteit Gent, 13/12/’00, Gent, België

      – Openingsavond tentoonstelling ‘Eet es genetisch’, georganiseerd door het Vlaams Interuniversitair Instituut Biotechnologie (VIB), februari 2001, Gent, België

      – Seminarie ‘Sustainable Agriculture in the Third Word: Defining a Role for Transgenic Crops and Research’, georganiseerd door de Federale Raad Duurzame Ontwikkeling i.s.m. Vlaamse Interuniversitaire Raad, Conseil Interuniveritaire de la Communauté française de Belgique en de Koninklijke Academie voor Overzeese Wetenschappen, 26-27maart 2001, Brussel, België

      – Debatreeks ‘Biotechnologie in landbouw en voeding’ georganiseerd door het VIB, 17 april – 15 mei 2001, Gent, België

      – Bijeenkomst ‘Uw genenpaspoort als menukaart? Ons voedsel in 2015’, georganiseerd door Consument & Biotechnologie, 8 mei 2001, Delft, Nederland

      – Informatie- en discussieavond in het kader van ‘Eten en genen’, georganiseerd door CVN, 13 november 2001, Breda, Nederland

      – Studiedag Genetische manipulatie en de integriteit van plant of dier georganiseerd door de Werkgroep Genenmanipulatie en Oordeelsvorming in het kader van Eten en genen, 22 november 2001, Driebergen, Nederland

      – Eerstesteenlegging RUG/VIB-onderzoeksgebouw, 28 maart 2002, Zwijnaarde, België

      – Toneelvoorstelling GEN (What dare I think?) van het Zuidelijk Toneel Hollandia, 3 april 2002, Eindhoven, Nederland

      – Symposium Duurzame productie en consumptie: een gemeenschappelijke verantwoordelijkheid, georganiseerd door de Federale Raad Duurzame Ontwikkeling, 24 april 2002, Brussel

      – Conferentie The role of biotechnology in industrial sustainability, georganiseerd door het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, Administratie Wetenschap en innovatie,16-17 mei 2002, Antwerpen

      – Workshop Biotechnologie en het debat anno 2002, een vooruitblik…, georganiseerd door onderzoeksgroep STEM, Ufsia, 26 september 2002, Antwerpen

      2.4. Samenwerking met radioprogramma’s + het schrijven artikels

      – ‘Biotechnologie: Schaap met 5 poten of zevenkoppige draak?’, artikel in Socialis¬tische Standpunten 1987, nr. 4
      – ‘Al ooit een gaap gezien? , interview in Vandaag 1988, nr. 5
      – ‘Zijn er grenzen aan de grenzen?’, artikel in Milieurama 1990, nr. 7-8
      – ‘Zich van het leven bedienen’, interview in Kering 1990 nr. 1
      – ‘Biotechnologie en haar invloed op de derde wereld’, artikel in De Koevoet 1990 nr. 61
      – Medewerking aan dossier biotechnologie voor de Artsenkrant 1991 nr. 550
      – ‘Biotechnologie: macht en onmacht in een suikerklontje’, artikel in ’t Seizoen¬tje 1991
      – ‘Een bananenrepubliek met een koning?’, artikel in Biotekst (een uitgave van Kontaktgroep Biotechnologie en Samenleving) 1992, nr. 12
      – ‘Belgium: federalising biotechnology regulation’, artikel in Science and Public Policy, journal of the international Science Policy Foundation, Volume 23 Number 3 June 1996
      – ‘Biotechnologie, vooruitgang of niet?’, rubriek pro & contra in Milieurama 1996, nr. 12
      – ‘Machiavelli in zaken’, artikel in rubriek ‘Standpunt’ in Leefmilieu ’97-1
      – Ingezonden brief voor rubriek ‘Lezers in de pen’ in Milieurama 03/1997
      – ‘Biotechnologie: tomaten in de puree?’, interview in de Koevoet 03/1997
      – ‘Frankensteinvoedsel?’, artikel in Milieurama 1999, nr. 9

      – Radioprogramma ‘Voor de dag’ over patentering, Radio 1 (10/05/’91)
      – Radioprogramma ‘Aards Paradijs’ over veldproeven, Radio 1 (29/06/’91)

      2.5. Beleidsbeïnvloedende activiteiten in België

      2.5.1. MiNa-raad

      Vita Vitalis is lid van de ad hoc werkgroep Genetisch Gemodificeerde Organismen van de Milieu- en natuurraad Vlaanderen. De werkzaamheden van de werkgroep resulteerden in het Advies van 7 juli 1994 inzake maat¬schappelijke- en milieu-aspecten verbonden aan activiteiten met genetisch gemodificeerde organismen en micro-organismen, aan het Vlaamse beleid. Eenzelfde functie werd vervuld voor het advies van 31 maart 2000.

      2.5.2. Federale Raad Duurzame Ontwikkeling

      Vita Vitalis zetelde ruim acht jaar in deze Raad als vertegenwoordiger van de Bond Beter Leefmilieu.
      We waren eveneens lid van de Nationale adviesraad voor de Rio Conferentie over milieu en ontwikkeling ’92 en co-auteur van het advies over biodiversiteit.

      2.5.3. Nationaal Ministerie van Economische Zaken

      Op uitnodiging van de Dienst Industriële Eigendom deelgenomen aan de Commissie ad hoc biotechnologie. De bedoeling van deze werkgroep was om een inzicht te krijgen in de verschillende standpunten van sociale organisa¬ties, industrie en wetenschap omtrent de Europese Richtlijn over
      het patente¬ren van biotechnologische vindingen. Vergaderingen plaatsgevonden op 14/10, 10/12/’96 en 01/10/’97.

      2.5.4. Nationaal Ministerie van Buitenlandse Zaken

      Op uitnodiging van de Staatssecretaris Buitenlandse Handel deelgenomen aan informele gedachtenwisselingen over de WTO (World Trade Organisation):
      – 19/11/1999: voorbereiding derde ministriële conferentie van de WTO in Seatlle
      – 19/07/2000: bespreking Handel, milieu en voedselveiligheid.

      Deelgenomen aan Ronde Tafelgesprek – overleg millennium handelsronde – op 06/10/1999, georganiseerd door de Minister van Buitenlandse Zaken en de Staatssecretaris van Buitenlandse Handel in het Egmontpaleis.

      2.5.5. Bioveiligheidsraad

      De bioveiligheidsraad heeft als functie de overheid te adviseren over alle aanvragen voor ingeperkt gebruik, het vrijzetten en het op de markt brengen van genetisch gemodificeerde organismen. Volgens de wetgeving moeten de aanvragers de informatie voor het publiek verzorgen. Om de aanvragers hierin te ondersteunen worden er door het secretariaat bioveiligheid en biotechnologie (SBB) richtlijnen uitgewerkt voor het opstellen van een publiek dossier. Om dit werk te kunnen uitvoeren is er in de schoot van de bioveiligheidsraad een werkgroep ‘publieke informatie’ opgericht. Vita Vitalis is lid van deze werkgroep.

      2.6. Onderzoeksactiviteiten

      Landrapport België voor Öko-Institut Darmstadt
      Project : Evaluation of the National Genetic Engineering Law in the Other States of Europe. Afgewerkt 07/’92

      Onderzoek naar publieksvoorlichting, in samenwerking met de Katholieke Universiteit Leuven, Departement Communicatiewetenschappen
      Project : Vita Vitalis. Een onderzoek naar de effectiviteit van een voorlich¬tingscam¬pagne over biotechnologie. Afgewerkt 04/’92

      ‘Belgium: Federalizing the Directive’, landrapport België in het onderzoeks¬project ‘GMO Releases: Managing Uncertainty about Biosafety’, A study of the implementa¬tion of EC Directive 90/220. In opdracht van The Open University England, onder contract nr BIO2-CT93-0609, 1994-95 (DGXI¬I/E-1). Afgewerkt 11/’95,

      MIRA themarapport 1998, hoofdstuk ‘Genetisch gemodificeerde organismen’, in opdracht van de Vlaamse Milieumaatschappij.

      ‘Belgium: Precaution through a co-ordinated adminstrative system’, nationaal rapport België ‘Safety Regulation of Transgenic Crops: completing the Internal Market?’, in opdracht van the Open University England, onder contract nr BIO4-CT97-2215 (DGXII RTD (ELSA)), afgewerkt 12/99.

      MIRA themarapport 1999, co-auteur hoofdstuk ‘Genetisch gemodificeerde organismen’, in opdracht van de Vlaamse Milieumaatschappij

      MIRA scenariorapport 2000, co-auteur hoofdstuk ‘Genetisch gemodificeerde organismen’, in opdracht van de Vlaamse Milieumaatschappij

      2.7. Publicaties

      ‘Biotechnologie: Schaap met vijf poten of zevenkoppige draak?’, aanbod van een serie inleidingen over biotechnologie als aanzet tot een maatschappelijke discussie, pp 30, november 1988.

      M. Poppe, De ultieme menselijke controle over de natuur, bijdrage aan Studiedag Biotechnologie in de plantproductie: Wetenschappelijke, maatschappelijke en ethische aspecten, Antwerpen, Technologisch Instituut – K VIV, 1997

      M. Poppe, Naar een kunstmatige natuur, grenzen aan de biotechnologie, bijdrage aan ‘De toekomst van het heden, Zijn we op weg naar een menselijker samenleving?’, Antwerpen, uitgave Humanistisch Vrijzinnige Dienst, 1999

  21. Elmar zegt:

    Hmm, zoals ik al dacht in een eerdere reactie, verschuift de discussie naar wie waarover wat mag zeggen met welke wetenschappelijke basis of andersoortige credentials. Wereldbeelden komen bovendrijven, ontologieën en daarvan afgeleide epistemologieën. Door de bocht genomen vertaalt het overheersende wereldbeeld en de dominante kennisstrategie zich ook in een beleid / politiek, met een potentieel zelf-versterkend effect omdat belangen zich over en weer aan elkaar knopen. De befaamde Monsanto draaideurconstructies zijn daarvan voorbeelden. (In Europa is zoiets minder sterk aanwezig, een reden voor een vertraagde goedkeuring van de zo bejubelde eerste generatie gg-landbouwgewassen?). De maatschappelijk-economische neoliberale orde heeft een goede verstandhouding met een reductionistisch-mechanistisch en deels geprivatiseerde wijze van kennisproductie, met een systeem van patenten, octrooien, een socialisering van de risico’s van onderzoek en een privatisering van de winsten

    Opvallend hoe iedereen zich vastklampt aan de “wetenschap”, waarmee ieders gelijk kan worden aangetoond. Ik wil het niet dood relativeren, maar het feit dat er een wantrouwen is gegroeid tegenover het Wetenschappelijk Technologisch Kapitalistisch-bestel (zie Etienne Vermeersch), mag toch echt niet vreemd overkomen bij Stijn en vrienden.

    De blog & reacties vormen zo een onuitputtelijke bron voor kennissociologen, een insteek van essentiële waarde voor dit debat en talloze andere maatschappelijke uitdagingen (van economie, klimaat, de oplossing van het fileprobleem, etc..). Persoonlijk voel ik een gemis aan (eco)systeemdenken in combinatie (kennissociologie) en een kritische bestuurskundig en economische analyse.

    Tot slot, de kortzichtige opvatting van Stijn “ik wil levens redden met ggo’s” Bruers is maar een stapje verwijderd van de extreme opvatting die een paar jaar geleden door fervente politieke figuren (en niet eens door Monsanto en co!) naar voren werd geschoven: “iedereen die tegen ggo’s is, heeft mensenlevens op zijn naam”, een absurde en trieste verdraaiing die het debat polariseert en vooral een foutieve interpretatie is van wat de wereldvoedselproblematiek veroorzaakt en wat haar oplossingen kunnen zijn. Sorry, Stijn, op een boot in de Stille Oceaan kwam je echt veel overtuigender over.

    Ik denk dat een positieve benadering met een ferme wetenschappelijke basis (zo je wil), aangereikt wordt door Olivier De Schutter, die zich wijselijk afhield van de vraag of ggo’s nu goed zijn of niet. Olivier situeert zich ergens in een soort van midden uit de debatten met en van de Wageningse grootheden Louise Fresco, Aat Dijkhuizen (vóór industriële landbouw incl ggo’s) en Jan Douwe van der Ploeg en Pablo Tittonell (agro-ecologie / landbouw-maatschappij systeem). “Het zijn dus factoren als gewas, regio, institutionele omgeving en tijdsgeest die bepalen of een teelt, ggo of niet-ggo, past in een beleid dat streeft naar verdere verduurzaming van de landbouw”, aldus een LEI-rapport van de Universiteit Wageningen/

    Aan jullie om onderstaand citaat zelf te gebruiken of misbruiken als het je uitkomt, toe te passen om je kritiek op ggo’s of op die van de tegenstanders te onderbouwen, van Van der Ploeg,foodlog.nl :
    “Om te beginnen zien we te weinig dat mensen over hun eigen preferente invalshoeken heen stappen en eerst een alomvattend kader proberen te schetsen dat duidelijk maakt wat de problemen zijn waar we een antwoord op moeten vinden. Om vervolgens de vraag te stellen: wat betekent dat dan? Daarnaast praat men vaak op een manier die is losgezongen van de werkelijkheid. Men kent de empirie niet en is daar ook niet altijd in geïnteresseerd. Men is
    bezig met een virtuele werkelijkheid, c.q. met hoe het zou moeten zijn plaats van hoe het is. Tenslotte, leidt het debat onder een enorm sterke framing. Deze frames leiden in praktijk tot een vorm van bijziendheid, waardoor ontwikkelingen in de periferie buiten beeld blijven.”

    • Beste Elmar,

      Deze analyse lijkt ons correct en nuttig. Een goede basis om op die manier de discussie proberen te voeren?

      Met vriendelijke groeten,

      marcel poppe
      Katrin Bilmeyer

    • stijnbruers zegt:

      Hallo Elmar,
      veel van de dingen die je schrijft begrijp ik niet; ik weet niet altijd wat je bedoelt. De dingen die je schrijft en die ik wel begrijp, lijken me vaak wel overeen te komen met mijn standpunten.
      Dingen die ik onder andere niet begrijp, zijn:
      -waarom je “feiten” tussen aanhalingstekens zet bij “de obligate verwijzingen naar wetenschappelijke “feiten” bij ggo’s zijn zeer aangebrand en vol van contradicties.” en wat je bedoelt met “aangebrand” en “contradicties”.
      -het bedienen van eenzelfde soort fanatisme als warse tegenstanders
      -waarom je zegt dat wetenschappelijke consensus bij ggo’s een illusie is
      -termen en uitspraken zoals “reductionisch-mechanistische kennisproductie” en “weinig referentie aan de systeemkenmerken”
      -wat je bedoelt met “Wereldbeelden komen bovendrijven, ontologieën en daarvan afgeleide epistemologieën.”
      -waarom je zegt dat ieders gelijk kan worden aangetoond met de “wetenschap” (tussen aanhalingstekens) en wat ik me moet voorstellen bij “wetenschap” tussen aanhalingstekens
      -een zin zoals “Persoonlijk voel ik een gemis aan (eco)systeemdenken in combinatie (kennissociologie) en een kritische bestuurskundig en economische analyse.” Hoe zie je bv. dat iemand (als ik?) een gemis heeft aan (eco)systeemdenken?
      -wat je wil zeggen met dat laatste citaat van Van der Ploeg

      Over dat levens redden met ggo’s hebben we alvast twee duidelijke voorbeelden: de Zambiaanse hongersnood en de gouden rijst. Daarnaast zijn er nog minder directe voorbeelden (bv minder schadelijkere pesticidengebruik waardoor er minder mensen sterven door gif, hogere opbrengsten waardoor er minder mensen sterven door armoede) en vele potentiële voorbeelden (potentiële voordelen van toekomstige ggo’s)

      • Beste Stijn,

        Uit je curriculum vitae blijkt dat je een soort duizendpoot bent. Je was o.a. ook lid van Greenpeace. We hebben al verschillende malen geprobeerd om bij Greenpeace te achterhalen waarom zij tegen GGO’s zijn. Naar aanleiding van een bijdrage van Maurice Losch in ‘Test Aankoop’ van maart 2012 stelden we een aantal gerichte vragen. Maar zoals steeds worden we doorverwezen naar hun website. Kan jij ons als voormalig lid van Greenpeace en toen ongetwijfeld tegenstander van GGO’s eens uitleggen waarop hun standpunt is gebaseerd?

        Vriendelijke groeten,

        marcel poppe
        Katrin Bilmeyer

      • stijnbruers zegt:

        Beste Marcel en Katrin,
        ik ben nog steeds activist, vrijwilliger en donateur van Greenpeace. Over het standpunt van Greenpeace over GGO’s kan ik helaas niet meer doen dan ook verwijzen naar de Greenpeace sites. Ik voel me niet geplaatst om daarop verder te antwoorden. Als je meer wil weten dan wat er op de sites staat, lijkt het me beter om aan een Greenpeace campaigner te vragen wat hun standpunt is.
        Mvg
        Stijn
        PS: louter uit nieuwsgierigheid: ik merk dat de naam marcel poppe altijd met kleine letters geschreven is. Is daar een reden voor?

      • Beste Stijn,

        Wat betreft de naam van marcel poppe: heb je al eens gehoord van onderkast en bovenkast?

        Reeds meerdere malen vragen gesteld zowel aan campaigners als aan de voorzitter (zie vorig bericht) en steeds algemene antwoorden en verwijzingen naar de sites gekregen. Blijkbaar wenst er bij Greenpeace niemand een gesprek ten gronde te voeren.

        Hoe wordt op jouw kijk op GGO’s in kringen van Greenpeace gereageerd?
        Jouw reactie, die niet persoonlijk is, doet ons denken aan een uitspraak van Marc Van Montagu in een interview waarin hij mensen van Greenpeace vergelijkt met Jehova-getuigen.

        Vriendelijke groeten,

        marcel poppe
        Katrin Bilmeyer

      • stijnbruers zegt:

        De mensen van Greenpeace met wie ik persoonlijk in contact kom reageren nog vrij open en tolerant op mijn nieuwe kijk. Ik heb alleszins nog geen conflicten gehad of gemerkt in de kringen waar ik in vertoef. Het verschil tussen Greenpeace en Jehovagetuigen is dat Greenpeace op zowat alle andere vlakken dan (een deel van) het ggothema nog wel heel goed bezig is terwijl ik bij Jehovagetuigen al stevig moet gaan nadenken wat voor goeds ze doen. Ik heb natuurlijk enkel maar het gangbare stereotiepe beeld van Jehovagetuigen, en afgaande op dat stereotiepe beeld zou ik zeggen dat Greenpeaceactivisten veel opener en zelfkritischer zijn dan Jehovagetuigen. Wat Greenpeaceactivisten en Jehovagetuigen alvast wel met elkaar gemeen hebben is dat ze vrij dapper en standvastig zijn, bv. om andere personen aan te spreken zelfs al worden ze geridiculiseerd. Dapperheid en doorzettingsvermogen zijn twee deugden die ze met elkaar gemeen hebben.

      • Beste Stijn,
        Inderdaad is er een overeenkomst tussen Greenpeacers en Jehova’s getuigen. Beiden draaien hun “mantra’s” af en komen nooit in een gesprek met argumenten en afwegingen. Beiden zijn, zo zou je het kunnen uitdrukken, even “gelovig”. Gelovigen geloven altijd dat het gelijk aan hun kant staat. Redeneren, afwegen en overwegen ligt niet direct in de lijn van gelovigen . Hoe moedig jij die mensen ook vindt in hun volharding ons lijkt het meer een vorm van koppigheid om niet te zeggen een vorm van domheid.

        Door op onze vraag in de vorige bijdrage te verwijzen naar de website van Greenpeace, komen we weer bij de “mantra’s” van Greenpeace.

        Vriendelijke groeten,
        marcel poppe
        Katrin Bilmeyer

      • Elmar Willems zegt:

        Stijn, en mededebaters,
        De vraag van marcel en Katrin herinnerde me eraan dat ik ook nog wilde reageren. Ten eerste, ik vind het ook vreemd dat Greenpeace pertinent “tegen” is, sinds de eerste boot met RR soya de Rotterdamse haven binnenkwam varen in 1996… Het heeft het voordeel van de duidelijkheid, maar het is zo ongeloofwaardig om tegen een technologie als geheel te zijn, evenals genetisch gewijzigde organismen af te wijzen, die al in duizenden vormen en maten en in meer of mindere omstandigheden bestaan, voordelen hebben en kansen bieden. Of soms ook niet, daar moeten we realistisch in zijn.

        Dat realisme ontbreekt volgens mij ook bij veel voorstanders van ggo’s, die de technologie op zich ophemelen en alle vormen van protest wegzetten als hippieachtige pseudowetenschap. De uitingsvormen zijn even drastisch ( van voor en tegenstanders) als uitgesproken aanhangers van deze of gene religieuze stroming. Een goede antropoloog zou ons veel kunnen leren hierrond.

        Ik ga hieronder toch vooral in op het kamp van de voorstanders en jouw paradoxale nadruk op de voordelen van ggo’s enerzijds en de promotie van alternatieve landbouwsystemen anderzijds.

        Je kunt je boos maken om naïeve berichtgeving van tegenstanders, maar de groteske en kwaadaardige beschuldigingen van voorstanders doet vermoeden dat er meer op het spel staat dan een wetenschappelijke studie meer of minder. Bij het verdedigen van bedrijfs- en handelsbelangen gooit men alles in de strijd, en dat – moet je toegeven – is toch zeker iets dat ervoor zorgt dat de hele gengewas-adepten de schijn tegen hebben. Over agribusiness in deze context moet je niet naïef doen en ik denk dat dit vanaf de start van de ontwikkeling van ggo’s een probleem is geweest. De geheimhouding rond testresultaten, patentering, de toenemende concentratie van zaadbedrijven door overnames, de combinatie met herbicidenproductie en nauwe relaties met regulerende instellingen hebben dit debat vanaf de start al bezig gehouden. Niet ten onrechte denk ik. Je bent je er bewust van, maar moeten we dit dan niet preciezer in beeld krijgen?

        En met aangebrande feiten of contradicties doel ik toch op tegenstrijdigheden in de berichten over vermeende positieve effecten. Aangebrand omdat ze al vaak erg lang meegaan ( ze braden al iets te lang in de pan van argumenten ), maar voortschrijdend inzicht lijkt ze niet te raken. De opkomst van superonkruid ondermijnt bijvoorbeeld de in eerste instantie gunstige effecten mbt sproeiregimes en opbrengsten bij gengewassen in vergelijking met conventionele gewassen. Ook zijn er prachtige cijfers in de PloS meta-analyse van Klumper, over een reductie van 37% pesticidegebruik, bij de metastudie over 1996-2011 spreekt men over 11% en in de Benbrook-reports komt men op een significante stijging. De recente toename van het gebruik van neonicotinoïden in combinatie met gengewassen neem je nergens mee, evenals de op stapel staande en zeer grootschalige toepassing van Dicamba 2,4 DT. Een venijniger en potentieel toxischer herbicide dan glyfosaat. Het lijkt me heel gezond om daar vragen bij te stellen. De kous is niet af voor de generatie RR en Bt-gengewassen die vanaf ongeveer 1996 de markt opkwamen. Wetenwetenschappelijk onderbouwde naunces of twijfels blijven gerechtvaardigd, ook vertrekkende vanuit de vraag of er uberhaupt voldoende aandacht en ruimte is om kritisch onafhankelijk onderzoek te doen?

        Onjuist vind ik je stellingname rond honger en gentechnologie. Het zijn niet enkel geitewollensokken die vragen stellen bij Gouden Rijst, de ontwikkelaars zelf temperen de verwachtingen ook. Een visie op rivierblindheid door de gemodificeerde rijstkorrels te promoten is een teken van selectieve blindheid omtrent de voedselproblematiek. Ook ben ik niet overtuigd van je voorbeeld Zambia: we zouden moeten onderzoeken in hoeverre het hier draait om een politiek-economische strategie om ggo’s zoveel en zo snel mogelijk vanuit de US in Afrika te krijgen, met de reflex om iedereen die dat zou verhinderen, zwart te maken door de meest abberante beschuldingen (“milieu-activisten stalen het voedsel voor de ogen van de kinderen weg”, die trant), of om een politiek legitieme en onderbouwde keuze van de toenmalige regering. Greenpeace stelde zich in een brief duidelijk op door de afwijzing van de regering niet aan te moedigen in het geval van een hongersnood. Zijn er geschiedkundige verslagen van de gang van zaken in 2002? Linken en oorzaken over de aard en ernst van de hongersnood, de oplossingen of foute keuzes?

        Het debat over honger mag niet gaan over hoeveel ggo’s er moeten worden geteeld, en zeker niet met referentie naar de eerste generatie RR en Bt-gewassen, die in grote mate voor veevoeders (!) of voor nonfeed en nonfood doeleinden worden geteeld ( mais voor bioethanol, katoen voor textiel). Wel moet het draaien rond welke politieke, maatschappelijke en duurzame keuzes we maken, afhankelijk van land tot land en met respect voor lokale en regionale ecosystemen en mogelijkheden. Wederom verwijs ik naar de redenering en rapporten van Olivier De Schutter in dit verband. Welke keuzes dat zijn, laat ik in het midden, en dat gentechnologie een rol kan spelen, ontken ik niet, maar de onvoorwaardelijke steun mag het niet krijgen; het duwt alternatieven weg en het wordt te vaak geïsoleerd voorgesteld, los van economische, sociale, rurale en logistieke of zelfs geostrategische problemen. 

        De zwakte in de pleidooien van de voorstanders komt voor mij ten eerste neer op de intense verweving met (korte termijn) belangen van bedrijven in de hele keten, van de ontwikkeling, testing, toepassing, goedkeuring, verkoop, etc van gengewassen. Als je Mark lynas vraagt wat zijn eventuele ( en enige ) bedenking is mbt ggo’s, zie een interview op de Nederlandse televisie bij het programma Altijd wat, dan benoemt hij het gevaar van de de facto monopolies. De publieke zaak wordt daardoor vergeten. Jij haalt dit zelf ook aan. Ik sluit overigens uit dat je behoort tot een agrobiotechlobbygroep.

        Ten tweede, en meer fundamenteel vind ik de zwakte betrekking hebben op de verwarring over de vermeende verdiensten van een technologie met wetenschap en per ultimo wijsheid. Een veelbelovende technologie met leuke eigenschappen, waarvan je er opportunistisch wel een paar benoemt, maakt nog geen wetenschap, en een wetenschappelijk artikel (of meerdere ) kan niet opgevat worden als dé wijsheid die de richting wijst voor de manier waarop we moeten omgaan met landbouw, mens en milieu. En toch wordt het vaak zo voorgesteld, al was het impliciet. Alsof die inzichten democratisch debat onnodig zouden maken, labelling overbodig, verschillende opvattingen nietig.

        Ik besef dat mijn kritiek op ggo’s neerkomt op iets wat al vaker gezegd wordt in de reacties op jouw blog, dat de ontdekking van ggo’s en de ontwikkeling van de eerste generatie gengewassen, voortkomt uit een (fascinerende) zoektocht naar betere gewassen, maar in een wetenschappelijke traditie die al heel veel andere opties uitsluit/uitsloot en daarmee een eenzijdig landbouwsysteem versterkt, of verergert, of verbeterd, zo je wil. De opkomst van de moderne, intensieve landbouwwetenschap en de agrotechnologie was al een feit, waarin de uitdagingen van de landbouw werden gereduceerd tot high-input monoculturen en een toenemend belang bij steeds minder bedrijven, met steeds grotere belangen, meer patenten… Was de Groene Revolutie nog deels overheidsgedreven, met gengewassen is dit minder het geval geweest. De gentechnologie reduceerde de uitdagingen van de landbouw-voedselsystemen tot een plantengen, of beter: een recombinatie van plantengenen en andere genen. Voor sommigen trekt dit nog verder scheef wat al scheef was (dit is een quote waarvan ik de bron nog s kan opzoeken), omdat het als vervolg werd gezien op de high-input landbouwevolutie waar ook veel op aan te merken valt. Dat in jouw conclusie de ggo landbouw er iets beter uitkomt dan conventionele monoculturen, is daarom voor velen een perverse conclusie. Dat je dat alles ook verenigbaar vindt ( in theorie vind ik dat ook trouwens) met permaculturen, agroecologie en biolandbouw is in de werkelijkheid toch moeilijk te zien. Het zorgt voor een ongemakkelijke split in jouw betoog en verklaart waarom velen dit moeilijk kunnen plaatsen: ggo’s niet meer noemen, maar wel pesticidengebruik en monoculturen afwijzen? Veganisme promoten en anderzijds benadrukken dat er niet nog meer bos is gekapt voor onze hamburgers? Hoe verzoen je de rijkdom van ecosystemen, biodiversiteit, culturele tradities, menselijk vernuft en ongrijpbare economische belangen?
        Als je de landbouw reduceert tot het gedrag van planten en op dat niveau wil ingrijpen, reduceer je de werkelijkheid. Hij wordt makkelijker hanteerbaar. Je kan causale effecten simuleren en laten zien in tweejarige proefvelden en je veronderstelt dat in combinatie met rationeel menselijk gedrag ( het opvolgen van de voorschriften op etiketten van bestrijdingsmiddelen bijvoorbeeld) de juiste effecten in de landbouw gesorteerd worden. Als je het daarbij ook ok vindt dat enkele spelers alle macht naar zich toe trekken omdat een neoliberale marktwerking in het domein van kennis en voedsel moet kunnen, dan is het plaatje compleet. Maar hoe werkt deze technologie ( en niet enkel de gentechnologie) in een web van onderling verbonden subsystemen, grond, lucht, water, bomen, economie, binnen gemeenschappen, in lichamen en hun reproductiesystemen, in een context waarin onvolkomen menselijke gedragingen een rol spelen, en op een lange termijn? 
        Ik kan je niet beschuldigen van een gebrek aan ecosysteemdenken, maar ik hoop dat van jouw moedige bekering, zoals Joel de Ceulaer twitterde, vooral het pleidooi blijft hangen voor een proactieve promotie van een agroecologische evolutie, maar dat jouw pleidooi voor gentechnologie ( want dat is het natuurlijk ook) gepaard moet gaan met de uitleg onder welke voorwaarden en in welke situaties er een verschil gemaakt kan worden. Dat gebeurt nu te weinig.

      • stijnbruers zegt:

        Die Benbrookstudie over stijging van herbicidengebruik in de VS bevat een paar bizarre extrapolaties (bv voor sojabonen) die het minder geloofwaardig maken. http://weedcontrolfreaks.com/2012/10/do-genetically-engineered-crops-really-increase-herbicide-use/ Die studie werd ook gepubliceerd in Environmental Science Europe, een tijdschrift dat een beetje geloofwaardigheid verloor door de beruchte Seralini rattenstudie te publiceren. Mijn grootste kritiek op de Benbrookstudie is dat het kijkt naar herbicidengebruik per hectare en niet per ton opbrengst. Aangezien de opbrengsten (ton per hectare) van ggo’s hoger liggen, wordt dat toegenomen herbicidengebruik per hectare tenietgedaan. Ik baseer me nu liever op die meta-analyse in PLoS. Voor herbicidentolerante gewassen is er geen significante stijging of daling van herbicidengebruik in volume (maar misschien wel een daling als we rekening houden met toxiciteit van herbiciden).
        Het gebruik van neonicotinoiden staat los van ggo’s: die neonicotinoiden worden evengoed op conventionele gewassen toegepast.
        Over de verwachtingen van gouden rijst: niemand verwacht dat dat het probleem van rivierblindheid volledig oplost, maar er is wel de verwachting dat op z’n minst vele duizenden mensen er door geholpen kunnen worden en dat het kostenefficiënter is dan de huidige vitamine A supplementen.
        Met uitzondering van herbicidentolerante ggo’s kunnen alle ggo’s net zoals alle conventionele gewassen ook toegepast worden in permacultuur en agro-ecologie. Herbicidentolerante gewassen zijn niet compatibel met polycultuur (tenzij alle gewassen in die polycultuur herbicidentolerant zijn).
        Ik heb geen weet van een legitieme onderbouwing voor de keuze van de Zambiaanse regering mbt ggomaïs tijdens de hongersnood.
        Ik behoor inderdaad niet tot een agrobiotechlobbygroep en ik waarschuw wel voor monopolies van bv zaadmultinationals.
        Misschien was de ggorevolutie even overheidsgedreven geweest als de groene revolutie als er niet zo’n publieke weerstand tegen ggo’s was geweest.
        Dat van opportunistisch benoemen van leuke eigenschappen van ggo’s begrijp ik niet. Het spreekt vanzelf dat bedrijven en universiteiten meer investeren in technologieën die leuke eigenschappen hebben dan in technologieën die te veel ongewenste eigenschappen hebben. Men gaat niet snel ggovoedsel ontwikkelen dat ongezonder is. Alle huidige ggovoedsel is even gezond of gezonder dan de conventionele tegenhangers.
        Mijn stelling is dat ggo’s ietsje rechter trekken wat al scheef was, namelijk de conventionele landbouw. Dat wil niet zeggen dat een ggolandbouw recht is of dat er geen andere technologieën en methoden kunnen zijn die de toestand nog efficiënter kunnen rechttrekken.
        Die ongemakkelijke split in mijn betoog zie ik niet. Milieuorganisaties kunnen perfect in al hun toekomstige campagnes het woord ggo weglaten en nog wel de woorden “pesticiden” en “monoculturen” gebruiken. Men kan pesticidenvrije ggo’s inzetten in een agro-ecologische polycultuur, en men kan ggovrije monoculturen met veel pesticiden hebben. Men heeft zelfs ggovrije herbicidentolerante gewassen, het toonbeeld van monoculturen met pesticiden. En we kunnen perfect veganisme promoten en erkennen dat een huidige veeteeltproductie met ggovrije gewassen nog erger was geweest voor het milieu.
        Over het reduceren van de werkelijkheid: we moeten de landbouw reduceren tot alles wat we van belang vinden (dus wel bv gedrag van planten en effecten op biodiversiteit), alles waarvoor we een goede reden hebben dat het een rol speelt (dus niet bv. de origine van bepaalde genen in bepaalde planten) en alles wat nog net hanteerbaar is.

  22. Elmar zegt:

    Dag Stijn, we zouden dus enerzijds (eindeloos) door kunnen praten over wetenschappelijke referenties en anderzijds ingaan op gewenste landbouwmodellen- en systemen. Vooral in die tweede discussie vinden we elkaar en zijn er veel medestanders, ook in de groene beweging, ben het met je eens dat we daarop moeten focussen.
    We verschillen van mening over de mate waarin de eerste categorie van discussie momenteel is uitgeklaard en beslecht. Er zijn talloze items die aandacht vragen, zoals het (efficiënt, overmatig of stijgend?) gebruik van glyfosaat en neonico’s (http://pubs.acs.org/doi/abs/10.1021/es506141g ; http://water.usgs.gov/nawqa/pnsp/usage/maps/compound_listing.php ; http://civileats.com/2015/04/28/alternative-protein-could-make-up-one-third-of-the-market-by-2050/ ), het ontwikkelen van een reëel zicht op de ontwikkelingen op het terrein van Bt- en RR-gengewassen in USA en elders (de Klumper analyse heeft ook haar beperkingen, zie http://rightbiotech.tumblr.com/post/103665842150/correlation-is-not-causation net zoals de Benbrook reports misvattingen bevat, zie bijv http://www.bigpictureagriculture.com/about , maar daarin wordt wel de opkomst van superweeds benoemt, iets waar je niet op ingaat en dat nu evenwel zeer hoog op de prioriteitenlijst staat van boeren die er direct mee te maken hebben en de USDA, zie ook https://www.motherjones.com/files/maize_prod_nat-biotech_2013.pdf en http://www.iowafarmertoday.com/news/crop/farmer-interest-in-non-gmo-beans-corn-grows/article_3f9ceace-8090-11e4-be38-5747c072ef34.html ), de Seralini-publicatie (wel in herpublicatie in aangepaste vorm in Env Sciences Europe- inclusief ruwe data en commentaren), nut en twijfels over gouden rijst (“tough lessons form Golden Rice, Science, april 2008 en recnete en diverse meningen op http://irri.org/blogs/golden-rice-blog/ ), en als de metastudie van Klumper zo erg bevalt, zal de metastudie over glyfosaat van de WHO je ook bevallen, en de recente onderbouwde posities hierrond van de INCA (Brazilie) en FESPROSA (Argentinië).

    Jouw opportunisme spreekt voor mij uit het feit dat je droogteresistente, zoutresistente of andersoortige beloften voorstelt maar geen realistische check doet over wat wel of niet echt werkt en onder welke voorwaarden. Ik ben er ook niet op tegen, laten we het zeker proberen, maar het een overmatig technologisch optimisme maakt me achterdochtig. Ook de uitroeiing van de honger door gentechnologie is kort door de bocht en opportunistisch. ( http://bioscience.oxfordjournals.org/content/52/6/523.full ) Je gezondheidsclaims vertrekken van de vergelijking met conventionele gewassen, of vanuit de veronderstelling dat men toch niet iets zou ontwikkelen dat minder gezond zou zijn. Ik zou het hopen, ja, maar is gezondere of verbeterde eigenschappen voor een private financierder hetzelfde gedefinieerd als voor een publieke onderzoeksinstelling? Wie heeft daar mede-zeggenschap over? Dat het verzet tegen ggo’s het onderzoek in de private sfeer heeft gedrongen lijkt me nogal vergezocht, de opkomst van meer nauwe relaties tussen bedrijven en universiteiten is in elke discipline zichtbaar. Is dat wenselijk? Hoe nauw mogen de relaties zijn? Wat zijn de risico’s?

    Dat brengt ons op het tweede deel van de discussie, waar grond tot overeenkomst is. Welke landbouwmodellen- en systemen ondersteunen we en waar is nood aan. Als we landbouwontwikkelingen van jou mogen sturen door het te “reduceren tot alles wat we van belang vinden”, wie bepaalt dan wat we van belang vinden? Ben je dan ook van mening dat we een breed en veelzijdig debat nodig hebben? Is dat er voldoende? Vertaalt zich dat ook in onderzoeksmiddelen voor verschillende insteken? Ik ben het alvast met je eens dat de plant en het genetisch niveau een rol mogen spelen, maar ook zoveel meer. De verzoening van biotech en agroecologie onderstreep ik in theorie, maar ik ben sceptischer over de realiteit die zich aandient. Het hele systeem blijft gebaseerd op monoculturen en high inputs, steeds krachtiger herbiciden en de verkeerde monopolies en landbouw-industrierelaties. Ik verkies ggo’s boven conventionele gewassen als ze in de juiste context worden gebruikt en inderdaad betere resultaten laten zien. Maar we moeten vooral kiezen voor een landbouwsysteem dat de meeste kansen biedt voor veerkracht, innovatie, natuur, gezondheid en welzijn. Dat we blij zouden moeten zijn dat er minder bos gekapt is voor de vleesindustrie omdat er meeropbrengsten per ggo-hectare zouden zijn, vind ik wrang.

    • stijnbruers zegt:

      Over het zicht op de ontwikkeling op het terrein van gengewassen: eigenlijk moeten we voor alle gewassen dergelijk zicht hebben, ook voor bijvoorbeeld conventionele herbicideresistente gewassen (die vaak nog schadelijkere pesticiden gebruiken dan glyfosaat).
      Over de beperkingen van de Klumper meta-analyse: ik heb die kritiek gelezen maar ik zie nu nog niet meteen een aanleiding om te geloven dat de commerciële ggogewassen leiden tot hoger pesticidengebruik en landgebruik en lagere opbrengsten en inkomsten van boeren. Pas als er een nog betere meta-analyse verschijnt die zoiets aantoont lijkt het me interessant om zoiets te geloven en om in milieucampagnes extra actie te voeren tegen de commerciële ggo’s. Zolang er geen goede meta-analyse is die het tegendeel beweert van de klumper analyse, lijkt het me niet zo doeltreffend om in campagnes extra aandacht te schenken aan de commerciële ggolandbouw dan aan de conventionele ggovrije landbouw.
      Opkomst van superweeds is jammer, maar ik vond te weinig goede gegevens en studies om te beweren dat die opkomst door de ggo’s versterkt werd. Jammer dat Monsanto vroeger aan boeren een misleidende boodschap meegaf dat er geen probleem is met superweeds en dat integrated pest management niet hoeft bij hun ggo’s. Gelukkig zijn ze nu – helaas te laat – daarop teruggekomen en helpen ze wel meer de boeren om opkomst van superweeds te beperken.
      Die Seralinistudie mag dan wel in aangepaste vorm gepubliceerd worden door ESE, maar ESE publiceerde die zonder verdere peer review terwijl die studie serieus aangevallen werd door wetenschappers en de versie in ESE nog steeds dezelfde onbetrouwbare conclusies trekt op basis van dezelfde onbetrouwbare methoden. Eigenlijk maar gelukkig voor de ratten: om de studie betrouwbaar te maken, had Seralini veel meer ratten moeten gebruiken en zouden er dus veel meer individuen pijnlijke kankers gekregen hebben. Maar nu hebben de Seraliniratten eigenlijk helemaal voor niets kanker gekregen, behalve om wat onbetrouwbare resultaten te verspreiden en controverse te veroorzaken.
      De metastudie over glyfosaat van WHO: bedoel je recente opinie van IARC? Ja, zoiets is voor mij een goede reden om tegen glyfosaat te zijn (op voorwaarde natuurlijk dat de haalbare alternatieven gezonder en milieuvriendelijker zijn). Round-up en andere pesticiden verbieden voor bv particulieren en groendiensten lijkt me verantwoord. En werk maken van pesticidenvrije landbouw natuurlijk ook, maar dat gaat wat meer tijd en onderzoek vereisen.
      Over de realistische check bij mijn opportunisme: ik wil de wetenschappers de vrijheid geven: als zei geloven dat het zoeken naar droogteresistente ggo’s efficiënt is, wie ben ik om ze dan tegen te spreken? Die wetenschappers kunnen in ieder geval een geloofwaardig verhaal presenteren: het is helemaal niet vergezocht om optimistisch te zijn, want de wetenschappers kunnen reeds genetische manipulaties uitvoeren, ze hebben behoorlijk wat bewijzen dat droogteresistentie van planten veelal genetisch bepaald is en ze zijn er al in geslaagd om genen te vinden die specifieke planteneigenschappen veroorzaken.
      Gezondere en verbeterde eigenschappen zijn voor een private financierder hetzelfde gedefinieerd als voor een publieke onderzoeksinstelling. Waarom zou dat niet zijn? Beiden vinden bijvoorbeeld een lager risico op kanker een gezondere eigenschap. Een private financierder definieert gezondheid op basis van wat consumenten willen. Als consumenten minder risico op kanker willen, dan zijn private financierders het erover eens dat dat gezonder is.
      Over dat het verzet tegen ggo’s het onderzoek in de private sfeer zou hebben gedrongen: dat is inderdaad niet zo duidelijk en het zou onverantwoord zijn om milieuorganisaties de verantwoordelijk te stellen voor monopolievormingen bij ggobedrijven. De milieuorganisaties focusten vooral op de ggo’s van grote bedrijven (hoewel het Field Liberation Movement ook kleinere bedrijven en universiteiten aanpakte). Het is in ieder geval onverstandig om een wettelijk kader te eisen rond bv ggo’s dat grote bedrijven bevoordeeld omdat enkel grote bedrijven in staat zijn om eraan te voldoen. Dat is zoals bij biolandbouw: als het bekomen van een biolabel heel kostelijk zou zijn, dan zouden vele kleine boeren die wel milieuvriendelijke praktijken hebben maar niet de financiële middelen hebben om dat label aan te vragen, geen label krijgen. En dan ga je een monopolievorming zien in de biolandbouw waar enkel grote landbouwbedrijven het biolabel zouden krijgen.
      Over de relatie tussen bedrijven en universiteiten: daar zijn we het volledig over eens. Dat is waar ik ook in de media voor waarschuw.
      Over wie bepaalt wat van belang is in een landbouw: dat is democratisch te verkiezen. Brede debatten zijn dan welkom. Maar ik stel vast dat er reeds een grote consensus is over wat van belang is. Zelfs voorstanders van ggo’s erkennen dat dingen zoals boereninkomens, biodiversiteit en gezondheid (lagere risico op ziektes) belangrijk zijn. Maar wat we niet van belang kunnen vinden, zijn dingen zoals “natuurlijkheid”, “heiligheid” of “zuiverheid”. Personen die tegen genetische manipulatie zijn omdat dat onnatuurlijk is, slagen er niet in om dat idee van natuurlijkheid op een coherente manier te verduidelijken. Iedereen mag dus meebepalen wat we van belang vinden, maar enkel heldere en coherente opvattingen zijn toegelaten. Dat is hetzelfde zoals ik voorstel in mijn ethiek (cfr “Ethisch voorbeeld 8: democratie” in https://stijnbruers.wordpress.com/2014/03/16/het-antiwillekeurprincipe/)
      Dat het hele systeem gebaseerd is op monopolies en high inputs is nog geen reden om tegen bv. kruisveredeling te zijn. Dat we niet te optimistisch moeten zijn over de resultaten van kruisveredeling is ook geen reden om specifiek tegen kruisveredeling te zijn. Hetzelfde geldt voor bv. transgenese. Zowel kruisveredeling als transgenese zijn verzoenbaar met agro-ecologie.

  23. Elmar zegt:

    Ondertussen leest natuurlijk niemand meer deze discussie, maar hij wordt wel interessant. Ggo’s en alles wat er bij komt kijken, blijven de gemoederen bedaren, zie de recente poging tot overname van Syngenta door Monsanto. Ben ook benieuwd naar de nieuwe docu http://munchies.vice.com/articles/vice-takes-on-gmos-pesticides-and-the-megacorporations-behind-your-food
    Dat je superweeds ‘jammer’ vindt, vind ik jammer. En dat het niet door ggo’s an sich komt, is puur technisch correct, ook in andere gangbare systemen is resistentie een probleem, dus OK. De economische en ecologische consequenties zijn enorm, wetenschappelijk onderzoek moet hier nog zijn werk doen, er zijn al wel veel journalistieke en overheidsgerelateerde rapporten. laten we hopen dat er degelijk en onafhankelijk onderzoek mogelijk is, die ook alternatieven durft voor te stellen. Dicambaresistente gewassen zijn m.i. niet wenselijk en op termijn onderhevig aan dezelfde kwaal, waardoor nog sterkere cocktails moeten worden toegepast, en nog meer corporatedesigned gmo’s aan de boer worden gebracht. Grondwater, biodiversiteit en gezondheid en welzijn staan dan onder druk.
    Jouw optimisme over privaatgedreven onderzoek en de opportuniteiten van nieuwe gengewassen met ozo wenselijke eigenschappen, deel ik niet. De interesses van de monsanto’s zijn in theorie en in de marketingcampagnes dezelfde als bij het vorserswerk van Van Montagu, maar de realiteit met de focus op niet weinig lucratieve gengewassen, doet alle nuance die In publiek onderzoek nog wel speelt, teniet. Een gezonder dieet voor de mensheid is natuurlijk geen echte bekommernis va Monsanto. Zouden we allemaal veganisten zijn, dan was er een pak minder verdiend aan de grootschalige sojaveevoedersteelten.. Er zijn zeker tussenposities en in theorie ben ik het echt met je eens dat er veelbelovende mogelijkheden zijn, van bepaalde soorten en typen die we echt nodig kunnen hebben. Ik wil alleen veel alerter zijn en de condities bewaken waarinwe dit laten ontwikkelen en toepassen, en ook veel meer aandacht in geld en beleid voor agroecologisch onderzoek waarbij we alle opties open houden. Veel lokaalgebonden en traditionele kennisbronnen kunnen ook varietteiten aanreiken die droogte of andere soorten stress kunnen weerstaan. Een én én verhaal, daar ben jij ookk zeker voorstander van. Net zols we elkaar misschien ook wel zouden kunnen vinden in deelname in een demonstratie van Fuera Monsanto in Argentinie..
    Over de waarde van Klumper, hangt alles af van de basisgegevens. De grote zwakte zou volgens mij zijn dat er amper studies van een lopptijd van meer dan twee jaar aan bod kwamen. Verminderde meeropbrengsten en stijgend herbicidengebruik zette zich in na vier of vijf jaar. Maar goed, het heeft me wel aan het denken gezet en ben vooral benieuwd naar de ervaringen op de velden in brazilie en amerika op dit moment.

    • stijnbruers zegt:

      Er zijn behoorlijk wat academische wetenschappers die onderzoek (willen) doen naar ggo’s in agro-ecologische toepassingen. Je bezorgdheid over de bedrijven deel ik wel, maar dat gaat dan niet specifiek over ggo’s. Ik ben ook niet tegen medicijnen, zelfs niet als die ontwikkeld worden door grote farmabedrijven en zelfs niet als gezondheid geen bekommernis van die bedrijven is. Je zou kunnen zeggen dat bedrijven niet graag zouden hebben dat wij gezonder gaan eten en bewegen enzo, want dan gaan die bedrijven minder medicijnen verkopen. Je zou kunnen zeggen dat elektriciteitsbedrijven niet graag hebben dat huishoudens energiezuiniger worden. Maar in de praktijk zien we heel weinig voorbeelden van bedrijven die gezond eten, sporten en energiebesparingsgedrag actief tegenwerken, en zien we daarentegen wel dat die bedrijven zelf ook aandacht schenken aan die thema’s. In de boekjes van Electrabel staan bv tips rond energiebesparing, in de brochures van Monsanto staat hoe boeren efficiënter en zuiniger met chemicaliën kunnen werken. Met kwade wil kan men zoiets greenwashing noemen. Wat ik zou zeggen: bedrijven leven in een context waardoor duurzame winst in hun beslissingen hoog op de agenda staan, en bij de bazen en medewerkers van die bedrijven zie je wel heel vaak een bezorgdheid om gezondheid en dergelijke. Daardoor komt het voor de buitenwereld over alsof die bedrijven een gespleten persoonlijkheid hebben. Die bedrijven doen dan tegelijk goede dingen en slechte dingen. Linkse anticoporationmensen focussen dan vooral op die slechte dingen, rechtse vrijemarktoptimisten focussen vooral op de goede dingen. En daar kan veel bias insluipen, zoals uit psychologisch onderzoek blijkt. Bv zoals bij een sportwedstrijd met een scheidsrechter die soms partijdige oordelen maakt tegen beide ploegen: de partijdigheid ten nadele van de eigen ploeg wordt sterker waargenomen en bekritiseerd dan gelijkaardige partijdigheid ten nadele van de tegenpartij. Louter de associatie met een groep kan dergelijke bias genereren.
      Mijn voorstel is om specifiek acties te voeren tegen de slechte dingen die bedrijven doen, en om contexten te creëren waardoor bedrijven iets minder geneigd zijn om slechte dingen te doen. Maar dat staat allemaal los van ggo’s en agro-ecologie, net zoals het losstaat van medicijnen en gezondheidscampagnes voor sport en gezonde voeding. Eigenlijk is de analogie tussen ggo’s en medicijnen best wel sterk.

      • Wouter Vanhove zegt:

        Ik ben een van die mensen die de blog nog steeds volgt; maar laat het na steevast te reageren om mij niet te vermoeien met polemieken (al is er veel interessant debatmateriaal gepasseerd); maar over de rol van bedrijven toch dit: je weigert te erkennen dat ggo’s aan een bedrijfsmodel zijn gekoppeld en stelt zelfs dat er ‘behoorlijk wat academici zijn die onderzoek (willen) doen naar ggo’s in agro-ecologische toepassingen’. Geef eens een paar namen door; ik ben bijzonder benieuwd welk onderzoek dat wel mag zijn (of welk ze juist willen doen). Neen, in alle ernst; agroecologie maakt gebruik van aan heel diverse, lokale ecologie aangepaste gewassen zodat evenwicht en harmonie ontstaat met de omgeving, en als gevolg daarvan voldoende opbrengst, op natuurlijke wijze vrij van ziektes en plagen verzekert. Dat vergt een complexe aanpassing in heel het genoom, eerder dan specifieke wijzigingen van bepaalde kenmerken. Het is precies dat laatste wat ggo-technologie doet. Die kenmerken genereren in een bepaald monocultuursysteem economische voordelen t.o.v. conventionele landbouw. Dit, samen met (op maat van de industrie gemaakte) intellectuele eigendomsrechten die met ggo-technologie zijn verbonden, linken ggo’s dus met industriële bedrijfslandbouw. Die kan niet naast het andere (agroecologische) model bestaan omdat het eerste het laatste bedreigt. Er is niet echt een ‘level-playing-field’. Daar waar ggo-landbouw succes kent, breidt haar areaal uit, ten koste van het andere model en de (agro)biodiversiteit die er inherent mee is verbonden. De lobbying die vanuit die sector op regelgeving en handelsovereenkomsten wordt uitgeoefend, is gigantisch en draagt nog eens extra bij aan de verspreiding ggo-landbouw en het wegdrukken van andere landbouw- en voedselmodellen. Daar heb je meteen de ‘duurzame winst’ voor die bedrijven waar je naar verwijst. Die bedrijven maken een heel koele afweging tussen risico’s voor consumenten en gebruikers van hun technologie (al dan niet rechtstreeks of – moeilijker aantoonbare – secondaire en multiplicatoreffecten) en de winst aan het einde van de rit. De strijd voor duurzame landbouw is dan ook niet gebaat bij ‘specifieke acties tegen de slechte dingen die bedrijven doen’, maar wel bij het faciliteren van mogelijkheden voor landbouw die niet via grote agrochemische concerns moeten passeren. Bij opiniestukken zoals deze, lacht vooral de agroindustrie in haar vuistje. Wie begaan is met duurzame landbouw strijdt in de eerste plaats voor een kostenefficiënte, ecologische en sociale aanpassing van de huidige, conventionele landbouw, eerder dan een technologie te vergoeilijken die duur is, in agroecologische landbouw slechts marginale voordelen oplevert en de agrobiodiversiteit en de soevereiniteit van de boeren ernstig bedreigt.

      • stijnbruers zegt:

        Onlangs organiseerde de universiteit Gent een symposium Merging Ecology and Biotechnology for Sustainable Agriculture. Ik kon er omwille van treinstaking niet geraken, maar men heeft mij gezegd dat daar wel ggotoepassingen aan bod kwamen die kunnen passen in een agro-ecologie. Ik denk dat mensen van het VIB wel namen kunnen geven.
        Wat bedoel je met “op natuurlijke wijze vrij van plagen”. Is die genetisch gemanipuleerde schimmelresistente aardappel op onnatuurlijke wijze vrij van schimmel? Dat woord “natuurlijk” vind ik altijd zo vreemd.
        Je spreekt van complexe aanpassingen van heel het genoom. Moet het meteen groots en complex zijn? Is één doelgerichte aanpassing van één gen dan echt zo erg?
        Agro-ecologie kan gebruik maken van heel diverse lokaal aangepaste ggo’s.
        Enkel herbicidentolerante ggo’s vereisen monoculturen, de andere ggo’s zijn net zoals gewone gewassen ook toepasbaar in polyculturen.
        Niet alle ggo’s hebben intellectuele eigendomsrechten ten nadele van de meest kwetsbare boeren. Bv. de gouden rijst en vele ggo’s die ontwikkeld worden aan universiteiten die beloven de technologie goed toegankelijk te maken voor de armsten.
        Ja, de meeste ggo’s zijn nu gelinkt aan industrie, net zoals de meeste medicijnen gelinkt zijn aan industrie. Maar dat is geen reden om tegen ggo’s en medicijnen te zijn. Net zoals medicijnen niet een gezonde levensstijl hoeven te bedreigen, hoeven ggo’s niet een agro-ecologie te bedreigen. Er zijn natuurlijk gevallen dat ggo’s dat wel doen, net zoals gewone veredelde gewassen dat kunnen doen en net zoals sommige medicijnen wel onze gezondheid kunnen bedreigen, door bv. de overdadige verkoop van antibiotica. Maar dat is nog geen reden om alle medicijnen van bedrijven te verbieden.
        We kunnen en moeten zorgen voor een level-playing field, maar dat doen door alle ggo’s te bannen is zoals het kind met het badwater weggooien.
        Daar waar agro-ecologie en biolandbouw succes hebben, breidt dat areaal ook uit, maar dat is nog geen reden om tegen agro-ecologie te zijn. We kunnen toch moeilijk iets gaan verbieden omdat het zo succesvol is dat het zou uitbreiden?
        Actievoeren tegen bedrijfslobbying en onrechtvaardige handelsakkoorden ten voordele van de bedrijven blijft natuurlijk kunnen, en daar blijven we ons voor inzetten. Maar het is nog geen reden om tegen technologie te zijn.
        Dat faciliteren van mogelijkheden voor landbouw die niet via grote agrochemische concerns moeten passeren, is prima. Vandaar mijn steun voor de nieuwe Greenpeace campagne Food for Life (met uitzondering van de referentie naar ggo’s). Maar ik heb ook niets tegen een win-winsituatie waar een agrobedrijf een ggo ontwikkelt die kan toegepast worden in agro-ecologie en die ten voordele is van de armste boeren.
        Als ik een hebzuchtige Monsanto was, zou ik niet lachen met het voorstel om minder dierlijke producten te eten, want dat wil zeggen minder Monsantoveevoedergewassen…
        Of de ggotechnologie duur is: dat laat ik aan de wetenschappers over om te onderzoeken. Blijkbaar is het voor vele bedrijven en academische onderzoeksinstellingen niet te duur, want anders zouden ze er niet zo in investeren. En het is niet vergezocht om aan te nemen dat ggotechnologie doeltreffender (en dus goedkoper) is dan vele vormen van klassieke plantenveredeling waar je geen controle hebt op de uitwisseling van al die genen. Dus ik vind het nog niet zo slecht als fondsen voor plantenveredeling wat meer toegespitst worden op genetische manipulatie. Dat wil natuurlijk nog niet zeggen dat er binnen het gehele landbouwonderzoek er relatief meer onderzoek moet gaan naar plantenveredeling dan naar andere dingen. Ik weet niet hoe de onderzoeksbudgetten best te verdelen.

      • Wouter Vanhove zegt:

        – met ‘natuurlijk’ bedoel ik ‘zonder technische inbreng’; m.a.w. gratis (ecosystem service);
        – één doelgerichte aanpassing van het gen is erg omdat net die doelgerichte aanpassing aan patentering onderhevig is en dus bijdraagt aan de privatisering van zaaigoed (ik hoor je al komen; ja dat is ook zo voor conventionele hybrides, maar ggo-technologie draagt bij aan een versnelling en intensivering van dat proces en van een concentratie ervan bij beperkte oligopole spelers op de markt);
        – de gratis ‘Gouden Rijst’ is een PR-stunt voor ggo’s in het algemeen; het is een top-down aanpak die lokale rijstdiversiteit ernstig in gevaar dreigt te brengen (lees dit eens – het is oud maar nog steeds relevant – http://www.grain.org/article/entries/10-grains-of-delusion-golden-rice-seen-from-the-ground);
        – ik krijg je blijkbaar echt niet overtuigd van het feit dat ggo-landbouw de problemen met conventionele landbouw bestendigt en vergroot omdat commerciële successen haar areaal vergroot in vergelijking met echt duurzame landbouw; jammer, nochtans zijn er toch een aantal duidelijke alarmbellen (verhoogd globaal pesticidegebruik (ok vooral herbicides), schaarser wordende waterbronnen; eutrophiëring; N-huishouding volledig uit balans, en dramatische daling van agrobiodiversiteit); ik ben dus wel degelijk voorstander om ggo’s uit onze landbouw te bannen omdat ze kansen voor een echt duurzame transitie grondig in de weg staan; je schrijft dat “waar agro-ecologie en biolandbouw succes hebben het areaal ook uitbreidt”; maar dat is nogal zinledig als we er ondertussen alles aan doen om agro-ecologie en biolandbouw nauwelijks (politieke) ademruimte te geven; het is toch logisch als een Indische katoenboer met (waterverslindend!) Bt-katoen meer geld verdient dan met een extensief groententuintje, hij dat eerste verkiest, de lokale groenten lokaal verdwijnen en de mogelijkheden voor duurzame intensivering van zijn groententuin zijn verdwenen? Het ene model is dus niet compatibel met het andere; wie dat beweert bouwt luchtkastelen…
        – ik merk dat je blijft uitgaan van een landbouwmodel waarin het normaal is dat planten constant moeten veredeld worden en via marktgebonden mechanismen aan de boeren moeten aangeboden worden; de realiteit is dat meer dan 3 miljard mensen vandaag worden gevoed door kleinschalige landbouw waarin geen jota wordt betaald voor zaaigoed (en zo ging het er de voorbije 10.000 jaar aan toe); de doeltreffendheid van ggo’s als veredelingsstrategie waar je naar verwijst treffen dus vooral doel in de portefeuilles van wie er commercieel belang bij heeft (inderdaad, voor vele bedrijven is het niet te duur enkel omdat hun baten sterk opwegen tegen de kosten…);
        – ik ben niet tegen technologie (ik ben zelf ingenieur), maar wel voor regulering van haar toepassing en voor democratie en transparantie in de publieke middelen die gaan naar onderzoek en ontwikkeling van bepaalde technologieën; dat laat bij genetische modificatie fel te wensen over;

      • stijnbruers zegt:

        Als je natuurlijkheid zo definieert, dan zijn de meeste ggo’s natuurlijk. Gouden rijst produceert bv gratis (zonder verdere technische ingreep) beta-caroteen. En die Bt-katoen produceert gratis Bt.
        Ik zie niet in waarom het mixen met één gen inherent tot meer concentratie en oligopolie zou leiden dan het mixen met meerdere genen. Ik kan me wel voorstellen dat de controle op het naleven van de patentwet bij één gen gemakkelijker is. Zolang Monsanto niet klassieke veredelingsmethoden gaat bestrijden, zie ik geen reden om specifiek tegen de veredelingsmethoden van Monsanto te zijn. Het wordt eerder een discussie over kapitalisme en vrije markt dan. Stel dat U2 zo’n goeie muziek maakt dat bijna iedereen enkel nog maar U2 wil horen en hun muziek wil kopen, ondanks dure copyrights. Andere muzikanten krijgen bijna niets meer verkocht, zelfs niet zonder copyrights. Dan wordt U2-muziek een monocultuur en krijgt U2 een monopolie. Maar ik zou daar nu niet zo zwaar tegen zijn om dan alle U2-muziek te gaan verbieden. Ik zou wel andere muziek willen bewaren, voor het geval straks iedereen U2-muziek beu wordt.
        Dat gouden rijst een PR stunt is maakt mij niet uit. Een levensreddende PR-stunt is ethisch verantwoord. We gaan toch ook geen biovoeding verbieden omdat sommige bioboeren hun hoeveproducten eens in de kijker stellen en goedkoop aanbieden.
        In welke zin brengt de gouden rijst de rijstdiversiteit in gevaar? Niemand dwingt anderen om enkel nog maar gouden rijst te telen. En men is bezig met meerdere variëteiten gouden rijst te ontwikkelen, aangepast aan verschillende regio’s. Misschien kan men van elke bestaande rijstvariëteit een extra gouden rijst variant maken. Dan bekomen we wel dubbel zoveel rijstdiversiteit.
        Over pesticidengebruik: daar scoort herbicidentolerante ggo even slecht als herbicidentolerante gangbare gewassen. Er is dan geen reden om specifiek het woord ggo te vermelden en om dan extra tegen ggo’s in het algemeen te zijn.
        Over schaarser wordende waterbronnen: men hoopt met ggo’s gewassen te kunnen ontwikkelen die minder behoefte hebben aan water
        Over stikstofhuishouding: men hoopt met ggo’s gewassen te kunnen ontwikkelen die zelf zoals vlinderbloemigen stikstof kunnen fixeren.
        Maar ik ben blij dat je pesticidengebruik, watergebruik en stikstofhuishouding vermeldt, want dat zijn net redenen waarom we veeteelt moeten viseren. Voor 1 kg plantaardige eiwitten is er minder pesticiden, watervervuiling en eutrofiëring dan voor 1 kg dierlijke eiwitten. Kunnen we niet beter focussen op wat echt relevant is, zoals de vleesconsumptie?
        Over die Indische katoenboer: het lijkt me alsof je hier gewoon een voorbeeld van marktfalen aanhaalt. Dat kan best gecorrigeerd worden door bv internaliseren van externe kosten en dergelijke, niet door een verbod op het kweken van katoen. Als ik jouw voorbeeld begrijp, wil jij niet zomaar Bt-katoen, maar alle katoenteelt verbieden, want ook met gewone katoen verdient die Indische boer meer dan met een groententuintje. Je kunt in jouw zin het voorvoegsel “Bt” gewoon schrappen. Is katoen echt niet compatibel met agro-ecologie?
        Ik ben inderdaad voor een landbouwmodel waarin planten constant verder veredeld worden. Dat was grotendeels het succes van de groene revolutie die miljoenen levens redde van een hongerdood. Gezien de grote uitdagingen op het voeden van de wereldbevolking zonder de biodiversiteit in het gedrang te brengen, kunnen we maar beter alles uit de last halen, dus ook plantenveredeling. Dat dat via de markt of de overheid ofzo moet gebeuren is een gans ander verhaal.
        Vele boeren, vooral in Afrika, werken met eigen zaaigoed dat niet zo productief is. Het zou best kunnen dat ze met het aankopen van duurder maar beter zaaigoed beter af zijn dan met het verder blijven gebruiken van hun onproductieve gewassen. Dat die boeren al 10.000 jaar eigen zaaigoed gebruiken is geen reden om aan te nemen dat dat nu het beste zaaigoed is. Acupunctuur bestaat ook al duizenden jaren, maar dat is geen reden om te geloven dat dat beter werkt dan de huidige (duurdere maar doeltreffendere) medicijnen.
        We zien dat de huidige ggo’s een win-winsituatie creëren: winst voor de grote bedrijven en winst voor de armste boeren. Het zou wel kunnen dat de winst voor de bedrijven proportioneel veel groter is dan de winst voor de arme boeren en dat dat dus een onrechtvaardige verdeling van de winsten is. Maar dat is dan een reden om winsten beter te verdelen, niet om alle winsten gewoon volledig te annihileren.

      • Wouter Vanhove zegt:

        – het zaaigoed is niet gratis; daar ging het mij om;
        – er is een verschil tussen octrooirecht en kwekersrecht; dat eerst holt door ggo-technologie het laatste volledig uit (kijk maar naar de evoluties binnen de UPOV-regels);
        – je vergelijking met U2 is helemaal mank: iedereen kan zijn muziekkeuze min of meer vrij bepalen; bij landbouwgewassen is dat helemaal anders; boeren (en zeker die in het Zuiden) zijn helemaal geen ‘vrije ondernemers’ (opgedrongen rassenlijsten via handelsakkoorden, agressieve campagnes, intimidatie, etc.);
        – ‘misschien kunnen we van elke rijstvariëteit een gouden rijstvariëteit maken’ ?! Het aantal rijstvariëteiten is zodanig groot dat ze niet eens volledig gekend en beschreven is; laat staan dat men zal investeren in het inkruisen van 1 ggo kenmerk in al die duizenden variëteiten; dat is mijlenver van de realiteit op het terrein… opnieuw: je verengt landbouwgewassen tot producten en de oplossing voor landbouw-voedselproblemen tot productinnovatie;
        – RR-soja heeft gezorgd voor een uitbreiding van het soja-areaal in Brazilië en Argentinië en bestendigt zo de vleesconsumptie in Europa en de VS;
        – ik pleit niet voor het verbieden van katoenteelt, maar voor ruimte voor katoenboeren om ook voedsel te produceren (een verhoogd inkomen door hogere inkomsten uit katoen verhogen niet noodzakelijk de voedselzekerheid van die boeren en hun families);
        – ‘men hoopt ggo’s te ontwikkelen die minder behoefte hebben aan water’: die hoop (fabel) hangt al 10 jaar in de lucht; ik weet bv. genoeg over de fysiologie van de waterhuishouding van planten om te stellen dat pakweg het C4-project voor rijst (http://c4rice.irri.org/) aan danig veel randvoorwaarden is ontworpen dat het gedoemd is om te mislukken; en dat terwijl er zoveel droogtetolerante, zetmeel en eiwitrijke gewassen nu al vrij in de natuur (of semi-gecultiveerd) voorkomen…
        – 10,000 jaar plantenveredeling door geduldige selectie en kruising heeft een schat aan gewasdiversiteit opgeleverd die momenteel grotendeels onbenut blijft en wordt weggedrongen door eenzijdige veredeling van gangbare exportgewassen; elke euro die wordt gespendeerd aan technische genoominnovatie gaat verloren voor de zoveel relevantere valorisatie/domesticatie van ondergewaardeerde plantengewassen en hun enorme diversiteit.

      • Elmar zegt:

        Ik zie in jullie alvast medestanders om een opbouwende documentaire van Wervel mee te crowdfunden. Hun werk vind ik knap, relevant en het sluit aan bij veel van onze bezorgdheden omtrent landbouwmodellen, onduurzaamheid, etc. Natuurlijk hebben ze zich ook zeer kritisch uitgelaten over ggo’s, maar ze focussen vooral aan duurzame alternatieven voor boeren hier en in het zuiden, met zeer veel kennis over bijv de feitelijke situatie in Brazilië. Een documentaire gaat zeker geen anti-ggo film zijn, misschien dat ze het hele thema niet eens noemen, maar wel een ode aan duurzame landbouw-voedselsystemen in alle hoeken van de wereld. Zie http://wervel.be/filmbesprekingen/1526-25-jaar-wervel-crowdfund-jij-de-wervelende-film-mee
        Hoewel ik door de informatie en de blog optimistischer ben over een aantal aspecten van de ggo-toepassingen, blijft er in het denken van Stijn een spilt die ik niet kan volgen. Alle opmerkingen over de intrinsieke koppeling en vaak niet wenselijke verbondenheid tussen groot-industriële agrobiotech, ggo’s en een onduurzaam voedsel-landbouwsysteem, glijden als waterdruppels van een verenkleed. De verzoening van agroecologie met ggo’s is zeker mogelijk. Zie ook recent: http://news.nationalgeographic.com/2015/05/150502-nginnovators-rice-genetic-engineering-gm-organic-farming-pamela-ronald/ De machtsvorming en eenzijdige landbouwpraktijken die in sommige gevallen worden opgelegd met veel van de huidige ggo’s, zijn hier alleszins nog geen voorbeeld van. De bewering van Stijn dat alle boeren (arm en modern) de vruchten plukken van huidige ggo-toepassingen, vind ik overtrokken en te algemeen om te kunnen staven. Er blijven teveel vragen staan (minder rond gezondheid, maar verdient nieuwe aandacht met het glyfosaat-debat, wel socio-economisch, ecologisch, bestuurskundig, socio-historisch…) en een ongezonde machtsvorming en een verstrengeling bedrijven, wetenschappelijk onderzoek (met name puur technologisch) onderzoek en beleidsmakers is volgens mij ingrijpender en minder zuiver dan Stijn doet voorkomen. Fundamenteel vraag ik me zelfs af of er voldoende vrijheid van onderzoek is om dit met de huidige polemieken nog te kunnen onderzoeken. Iedereen is direct partij en wordt vanuit voor- of tegenstanders gelijk beschimpt.
        Er zijn sociaal-kritische analyses die de verhouding tussen technologie en maatschappij onderzoeken. Zie http://edepot.wur.nl/45514 In deze richting valt nog zeer veel literatuur te bekijken. Het helpt om het debat beter te plaatsen. Ons debat (niet als harde tegen- of voorstanders, maar eerder als optimisten vs pessimisten) is daar ook een uitloper van.

      • stijnbruers zegt:

        ik zou niet durven zeggen dat alle boeren de vruchten plukken van huidige ggo-toepassingen, maar gemiddeld genomen plukten ze wel de vruchten door hogere inkomsten, en de armste boeren kregen gemiddeld de relatief grootste inkomensstijging.
        Dat National Geographic artikel over Pamela Ronald vind ik fantastisch: een duidelijk voorbeeld dat genetische manipulatie en biolandbouw wel samen kunnen gaan. Geen gedoe met patenten, pesticiden, monoculturen en monopolies meer.

      • stijnbruers zegt:

        -Het zaaigoed van gouden rijst is even gratis als van gewone rijst. Misschien moet de boer initieel zaaigoed aankopen, maar als hij groenten wil beginnen kweken voor de beta-caroteen, moet hij ook zaaigoed aankopen.
        -Je kunt dan consistent tegen octrooirechten zijn, maar ik vind de economie en ethiek van intellectuele eigendomsrechten niet zo eenvoudig. Het is in ieder geval geen reden om specifiek ggo’s te viseren.
        -Als Monsanto aan intimidatie doet en boeren letterlijk dwingt om hun zaden aan te kopen, zou dat onrechtvaardig zijn en schending van de vrije marktregels. Idem voor als U2 de luisteraars dwingt om enkel naar hun muziek te luisteren. In die gevallen is het wel logisch om specifiek tegen die slechte praktijken van Monsanto en U2 te zijn.
        -Dat van elke rijstvariëtiet een gouden variëteit maken, was niet letterlijk te nemen: natuurlijk is dat veel werk en niet nodig. Maar als je echt veel rijstdiversiteit wil, dan kan het hé.
        -Ja, het zou kunnen dat RR-soja zo productief is dat het voor een soort van rebound effect in de veeteelt heeft gezorgd: veevoeders werden goedkoper en dus kon men meer veevoeders gebruiken en dus meer vlees produceren. Dat is zoals een potentieel reboundeffect bij spaarlampen: de kosten per lamp dalen waardoor aantal lampen stijgen en er uiteindelijk toch meer kosten kunnen zijn. Maar dergelijke reboundeffecten zou ik niet bestrijden door bv spaarlampen te verbieden.
        -Boeren die Bt-katoen telen krijgen toch ook ruimte om ook voedsel te produceren? Voor die Bt-katoentelers is het misschien zelfs gemakkelijker dan voor de andere katoentelers, want bij Bt-katoen heeft de boer minder werk in insectenbestrijding en dus meer tijd over om te werken in de groententuin. En de boer heeft hogere opbrengsten en hogere inkomsten bij Bt-katoen en dus meer geld om nog wat zaad voor de groententuin te kopen. Stel dat er via klassieke veredeling een nieuwe katoenvariëteit op de markt komt die nog productiever is dan alle andere katoenvariëteiten. Ga je die nieuwe variëteit dan tegenhouden, omdat bv. een verhoogd inkomen door hogere inkomsten van die nieuwe katoen niet noodzakelijk de voedselzekerheid verhoogt?
        -Over die droogtetolerante gewassen: geef de wetenschappers de vrijheid, zou ik zeggen. Als droogtetolerante ggo’s zo moeilijk te ontwikkelen zijn en er toch al genoeg droogtetolerante planten zijn, dan moet je als wetenschapper wel erg dom zijn om nog te willen investeren in droogtetolerante ggo’s. Dat iets al 10 jaar in de lucht hangt, wil nog niets zeggen. Bij andere technologieën en klassieke veredeling hing iets ook vaak meer dan 10 jaar in de lucht en kwam er uiteindelijk wel een mooi resultaat uit.
        -Hetzelfde voor de valorisatie van ondergewaardeerde plantengewassen: ik wil de wetenschappers en de boeren de vrijheid gunnen om te bepalen wat zij denken dat het effectiefste is. Als die wetenschappers vinden dat het valoriseren van die oude plantengewassen veel goedkoper is dan genetische manipulatie en minstens even goede resultaten oplevert, dan denk ik dat ze wel onderzoek zouden doen naar die oude plantengewassen. Als die oude plantengewassen dan zoveel goedkoper op de markt kunnen komen en minstens even goed werken als ggo’s, dan denk ik dat de boeren wel voor die oude plantengewassen zouden kiezen. Wat voor mij telt is hoe goed een gewas presteert. Dat dat gewas het resultaat is van 10.000 jaar veredeling of van 10 jaar genetische manipulatie, maakt mij niet uit.

      • Wouter Vanhove zegt:

        ..je hebt een aparte en mijns inziens simplistische kijk op wat onderzoekers drijft (research goes where the money flows); ik ga het verder hier bij laten; met argumenten als ‘ik vind niet dat je het daarom moet verbieden’ of ‘als je het echt wil, kan het’, kan ik weinig aan… ciao! Wouter

  24. Pingback: Kersenplukken in het debat over bio? | Stijn Bruers, the rational ethicist

  25. Pingback: Nieuwe keuzes die ik maakte door het effectief altruïsme | Stijn Bruers, the rational ethicist

  26. Pingback: Milieuactivist en ecoloog in AD zet twijfels bij biologische producten

Plaats een reactie